ECLI:NL:RBOVE:2015:1642

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 maart 2015
Publicatiedatum
2 april 2015
Zaaknummer
169412 / KG ZA 15-99
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van sleutels en straatverbod in kort geding tussen ex-partners met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft eiseres, die samen met gedaagde drie minderjarige kinderen heeft, een kort geding aangespannen om de toegang tot de gezamenlijke woning te verkrijgen en een straatverbod voor gedaagde te vorderen. De partijen hebben in 2009 een convenant gesloten waarin is overeengekomen dat eiseres het exclusieve gebruiksrecht van de woning behoudt. Gedaagde heeft echter op 19 maart 2015 de sloten van de woning laten vervangen, wat heeft geleid tot de vordering van eiseres. Tijdens de zitting op 20 maart 2015 zijn beide partijen verschenen, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. M.E. Kikkert.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres, waaronder de afgifte van de sleutels en het straatverbod, zijn afgewezen. De rechter oordeelde dat gedaagde niet de sloten had mogen vervangen, omdat dit in strijd was met het convenant. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat gedaagde zich in het verleden ongepast had gedragen of dat er een noodzaak was voor een straatverbod. De rechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 27 maart 2015 door voorzieningenrechter mr. A.J. Louter in Almelo.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: 169412 / KG ZA 15-99
datum vonnis: 27 maart 2015
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:

[eiseres],

wonende te [woonplaats 1],
eiseres,
hierna ook wel [eiseres] te noemen,
advocaat: mr. M.E. Kikkert, advocaat te Enschede,
tegen

[gedaagde],

woonplaats hebbende te [woonplaats 2],
gedaagde,
hierna ook wel [gedaagde] te noemen,
zelfstandig procederende.

Het procesverloop

[eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding. De zaak is behandeld ter terechtzitting van 20 maart 2015.
Ter zitting zijn verschenen: [eiseres] vergezeld door mr. Kikkert en [gedaagde] in persoon vergezeld door zijn echtgenote.
De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing

1. In deze zaak staat het navolgende vast. Partijen hebben een affectieve relatie gehad uit welke relatie zijn geboren drie minderjarige kinderen. Partijen woonden tot het beëindigen van de relatie in 2009 gezamenlijk in de woning aan de [adres] te [woonplaats 1]. In 2009 zijn zij bij convenant onder meer overeengekomen dat de vrouw het exclusief gebruiksrecht van de woning behoudt tot het moment dat de woning definitief op naam van de vrouw zal komen te staan. De woning staat op naam van [gedaagde], de hypothecaire geldlening voor de woning staat op beide namen.
Tevens staat vast dat [gedaagde] op 19 maart 2015 de sloten van deze voorheen gezamenlijke woning heeft laten vervangen.
2. [eiseres] heeft bij dagvaarding gevorderd:
I. [gedaagde] te gelasten om binnen één dag na betekening van dit vonnis [eiseres] de toegang tot de woning aan de [adres] te [woonplaats 1] te verschaffen, alsmede het daarbij behorende erf, door aan [eiseres] de sleutel van deze woning te verstrekken, dan wel haar anderszins toegang te verschaffen;
II. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte van een dag dat hij in gebreke blijft met de onder I. aangeduide veroordeling, zulks tot een maximum van € 25.000,00;
III. te bepalen dat [eiseres], met uitsluiting van [gedaagde], exclusief gerechtigd is tot het gebruik van de woning aan [adres] te [woonplaats 1];
IV. te bepalen dat [gedaagde] de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats 1] niet mag betreden en te bepalen dat [gedaagde] voor iedere keer dat hij dit verbod overtreedt, hij wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 500,00 per overtreding, zulks tot een maximum van € 25.000,00;
V. [gedaagde] te verbieden zich op te houden c.q. te bevinden binnen een afstand van 1.000 meter, althans binnen een door de voorzieningenrechter, in goede justitie te bepalen afstand, van de woning van [eiseres] aan de [adres] te [woonplaats 1] en te bepalen dat [gedaagde] voor iedere keer dat hij dit verbod overtreedt, hij wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 500,00 per overtreding, zulks tot een maximum van € 25.000,00;
VI. te bepalen dat, indien noodzakelijk, bovenstaande kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
VII. met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding;
3. [eiseres] heeft ter zitting de vorderingen onder I en II. ingetrokken. [eiseres] heeft inmiddels zelf de sloten opnieuw laten vervangen, ook omdat [gedaagde] van de nieuwe sloten de sleutel had. [eiseres] handhaaft haar overige vorderingen en heeft het volgende hiertoe aangevoerd, kort samengevat. Er is al 7 jaar sprake van een (financiële) strijd met [gedaagde]. Een groot probleem is de communicatie met [gedaagde] en het feit dat de kinderen lijden onder de situatie. Ook op 19 maart 2015 was een kind getuige van geschreeuw door [gedaagde] in de straat waar [eiseres] woont en van de gevolgen van het plotseling vervangen zijn van de sloten. [eiseres] wil niet dat [gedaagde] de woning kan betreden (nadat in de toekomst eventueel opnieuw de sloten door hem zijn vervangen). Voorts dient [gedaagde] te worden verboden om nog binnen een afstand van 1000 meter van de woning te komen gelet op het incident op 19 maart 2015 en het feit dat er vaker sprake is van hinderlijk gedrag, ook als de kinderen worden gehaald en gebracht.
4. Het verweer van [gedaagde] komt kort samengevat neer op het volgende. [gedaagde] heeft -ten einde raad- de sloten laten vervangen. Hij heeft zich later gerealiseerd dat dat niet handig was. Het probleem is dat [eiseres] al 5 maanden de hypotheek van de woning niet betaalt en het gevolg daarvan is dat hij door de bank benaderd wordt om de hypotheek te betalen. Als de hypotheek niet wordt betaald, wordt zijn rekening geblokkeerd. [gedaagde] heeft betwist dat hij heeft staan schreeuwen op 19 maart 2015 en hij vindt dat de vorderingen van [eiseres] onder IV. en V. dan ook moeten worden afgewezen. De ouders van [gedaagde] wonen bovendien zo’n 150 meter van het huis van [eiseres] en daar komt hij wekelijks.
5. De voorzieningenrechter overweegt het volgende. Ter zitting is met partijen gesproken over de onderhavige vorderingen en over de achtergronden daarvan. [eiseres] heeft erkend dat zij 5 maanden geen hypotheek heeft betaald maar daar staat tegenover dat [gedaagde] kinderalimentatie heeft achtergehouden in verband met het (tijdelijk) verblijven van twee kinderen bij [gedaagde]. Partijen zijn het er over eens dat de communicatie tussen partijen verbeterd moet worden en dat zij toe zijn aan andere afspraken dan opgenomen in het convenant uit 2009. Ook zijn partijen het eens dat de oplossing voor het probleem zou kunnen zijn dat [eiseres] verhuist naar een andere woning. Aan het eind van de zitting zijn partijen overeengekomen dat contactgegevens uitgewisseld zullen worden en een poging zal worden ondernomen om tot nieuwe afspraken te komen.
6. Ten aanzien van de vorderingen wordt als volgt overwogen.
De vordering onder III. betreft geen voorziening als bedoeld in artikel 254 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, doch komt neer op een verklaring voor recht. Aangezien zulks niet strookt met de aard van het kort geding, dient die vordering te worden afgewezen.
7. Ook de vordering onder IV. zal worden afgewezen. [gedaagde] heeft ter zitting laten weten achteraf in te hebben gezien dat hij die sloten niet had mogen vervangen, ondanks het feit dat [eiseres] de hypotheek niet betaalde. Gelet op het convenant uit 2009, waaruit blijkt dat [eiseres] het exclusieve gebruiksrecht van de woning heeft, mocht [gedaagde] de sloten niet (als dwangmiddel) vervangen. Een dergelijke actie komt neer op eigenrichting. Gelet op hetgeen [gedaagde] hierover ter zitting heeft gezegd vertrouwt de voorzieningenrechter er op dat [gedaagde] die actie niet zal herhalen en [eiseres] derhalve niet hoeft te vrezen dat [gedaagde] op die manier de woning betreedt tegen haar wil. Het is bovendien niet gebleken dat [gedaagde] eerder de woning heeft betreden tegen de wil van [eiseres].
8. Een straatverbod, zoals [eiseres] onder VI. vordert, maakt een ernstige inbreuk op het recht van [gedaagde] om zich vrijelijk te verplaatsen. Voor het toewijzen van een dergelijk ingrijpende maatregel moet in ieder geval in hoge mate aannemelijk zijn dat er feiten en omstandigheden zijn die zo’n inbreuk op de aan [gedaagde] toekomende rechten kunnen rechtvaardigen, waarbij natuurlijk een rol speelt dat de ouders van [gedaagde] op 150 meter afstand van de woning van [eiseres] wonen. [eiseres] heeft in dat verband onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld. [gedaagde] heeft ten aanzien van het incident op 19 maart 2015 betwist dat hij heeft staan schreeuwen en [eiseres] heeft voor wat betreft de afgelopen maanden geen voorvallen naar voren gebracht die een dergelijk verbod kunnen rechtvaardigen.
9. De vorderingen van [eiseres] zullen derhalve worden afgewezen. Nu het een geschil in de familierechtelijke sfeer betreft zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

De beslissing

De voorzieningenrechter:
I. Wijst de vorderingen van [eiseres] af.
II. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.J. Louter, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 maart 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.