Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
RECYCLING & OVERSLAG BREDA B.V.,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De vaststaande feiten
‘te ontwikkelen opslagruimte gelegen op het industrieterrein “Zuiderzeehaven” te Kampen groot 4.000 m2 niet geconditioneerd, geschikt voor de opslag van circa 30.000 ton wegenzout (uitgaande van een soortelijke massa van 1350 kg per m3)’is een huurprijs genoemd van € 126.000,- per jaar exclusief omzetbelasting, een huurperiode van twee jaren ingaande 1 oktober 2011 of zoveel later naar gelang de realisatie later gereed is, en een jaarlijkse indexering per 1 oktober. Achter het kopje
‘Overige’is vermeld:
‘Wellicht ten overvloede merken wij hierbij op dat wij de huurovereenkomst voor zover noodzakelijk per direct hebben opgezegd hetgeen ook diverse malen aan u is medegedeeld.’Partijen hebben vervolgens zonder vrucht gecorrespondeerd. Een op 13 juni 2013 gehouden bespreking heeft evenmin tot een vergelijk geleid.
- frezen deklaag;
- leveren en aanbrengen cementgebonden funderingsmateriaal t.b.v. uitvullen verzakte oppervlakte;
- leveren en aanbrengen ARC-/cG-deklaag, monolithisch afgewerkt.
4.De standpunten van partijen
€ 0,00
inde opslagruimte, dat het opgeslagen zout langere tijd in het water heeft gelegen, dat zout hygroscopisch is en een hoge oplosbaarheid in water heeft en dat er op dagen tot wel 35 m3 water uit de opslagruimte is verwijderd. Voorts staat vast dat ROB zich in haar brief van 21 november 2012 expliciet bij [A] heeft beklaagd over het verdwijnen van zout en [A] er daarbij op heeft gewezen dat zij de opgeslagen hoeveelheid zout zou monitoren door het laten doen van periodieke metingen. Van [A] had dan ook mogen verwacht - als deskundig op het terrein van transport en opslag van zout én als medegebruiker van diezelfde opslagruimte voor zijn eigen voorraad wegenzout - dat hij zelf zich een beeld zou hebben gevormd van het verlies van zout als gevolg van oplossing daarvan in het in de opslagruimte binnengedrongen water, al dan niet door het eveneens laten doen van inmetingen. [A] kon dan ook niet volstaan met zijn algemene betwisting. Nu hij de door ROB gegeven berekening niet inhoudelijk heeft weersproken, zal de kantonrechter van de juistheid daarvan uitgaan. Dit betekent dat dit deel van het gestelde schadebedrag voor vergoeding vatbaar is.