ECLI:NL:RBOVE:2015:1723
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om afgifte van bescheiden in kort geding tussen eiser en Rabobank
In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel is behandeld, vordert eiser, een ondernemer in vastgoed, dat de Rabobank, met wie hij een jarenlange contractuele relatie heeft, bepaalde bescheiden aan hem verstrekt. Eiser stelt dat hij rechtmatig belang heeft bij deze informatie om zijn rechtspositie te bepalen in het kader van een kredietovereenkomst en andere financiële afspraken. De Rabobank heeft echter geweigerd om de gevraagde documenten te verstrekken, wat heeft geleid tot deze kort geding procedure.
De voorzieningenrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat voorwaarden stelt aan het recht op inzage in bescheiden. De rechter concludeert dat eiser niet voldoende heeft aangetoond dat hij recht heeft op de gevraagde documenten, omdat deze onvoldoende concreet zijn omschreven en de vorderingen meer het karakter van een 'phishing expedition' hebben. Eiser heeft niet duidelijk gemaakt welke specifieke documenten hij nodig heeft en de Rabobank heeft aangegeven dat zij al aan de informatieverzoeken heeft voldaan.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van eiser afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijkheid en specificiteit in verzoeken om inzage in documenten, vooral in het kader van een lopende rechtszaak.