Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gemachtigde: mr. drs. J.C. Ozinga,
,verweerder.
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De feiten
3.Beoordeling van het geschil
- van april 2004 tot juni 2009 geen metingen zijn verricht en dat de eerste meting bij rioolgemaal Zuidwenk dateert van juni 2009. Bij de zuivering Amersfoort worden routinematig wel metingen verricht. De aanslag voor 2008 is opgelegd aan de hand van een aanname dat er ook in dit jaar een overschrijding zou zijn geweest en dat de uiteindelijk berekening van de definitieve aanslag gebaseerd lijkt te zijn op de hoeveelheid biogas en niet de hoeveelheid digestaat;
- uit de vaststelling van de hoogte van de heffingsaanslag blijkt dat uitgegaan is dat voor beide jaren (2010 tot aan de handhavingsactie) de volledige hoeveelheid digestaat is geloosd en dat aan de hand van terugrekeningen op basis van de hoeveelheid geproduceerd biogas, vastgesteld is hoeveel digestaat ontstaan zou moeten zijn. Indien er illegaal digestaat geloosd zou zijn, is zonder kwantitatieve benadering niet met zekerheid te zeggen of de volledige digestaatstroom geloosd zou zijn, of slechts een deel ervan;
- een illegale lozing met behulp van een illegale leiding langs een meetvoorziening bij het bedrijf geleid zou kunnen worden, maar een min of meer constante stroom van 37 m³ per dag, zoals berekend in het rapport van Tauw van februari 2011, zou door middel van registratie bij de afvoer van het gehele terrein in theorie opgemerkt kunnen worden;
- onzeker blijft in hoeverre de digestaatsamenstelling uit 2010 representatief is voor de eerdere jaren;
- de bemonstering van het onbehandelde digestaat uit de vergistingstanks op 25 augustus 2010 en 20 september 2010 plaats heeft gevonden, derhalve buiten de beoordelingsperiode van maart 2007 tot en met februari 2010;
- het aan het eind van de periode van maart 2007 tot maart 2010 technisch niet meer mogelijk is de digestaatcomponenten nagenoeg volledig te recyclen. Met behulp van de input aan biomassa/substraat kan worden berekend dat vanaf medio 2009 de algemene ontwerpwaarde van 15% vergistingsinstallaties wordt overschreden;
- het opwerkte digestaat, dat de StAB bij het bezoek aan eiseres gezien heeft, is een zeer dichte vaste massa, die niet direct met het afvalwater te lozen is. Er dient een extra proceshandeling plaats te vinden waarbij water wordt toegevoegd en geroerd om het digestaat te kunnen lozen als afvalwater, maar het is onlogisch om het digestaat eerst op te werken en vervolgens weer te verdunnen om te kunnen lozen.
4.Proceskosten
5.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar van 23 oktober 2012, 16 mei 2013 en 28 november 2013;
- vernietigt de bestreden aanslagen van 27 november 2011, 31 december 2012 en 30 juni 2013, voor zover daarbij een hogere aanslag dan de aanslag op aangifte is opgelegd, alsmede de opgelegde vergrijpboetes;
- veroordeeld verweerder in de proceskosten, tot op heden begroot op € 3.488,40;
- gelast dat verweerder aan eiseres het door haar in de beroepszaken betaalde griffierecht van € 310,00, € 318,00 en € 328,00 (totaal € 956,00) vergoedt.