Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser],
[eiseres 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen die een samenwerkingsverband zijn aangegaan in de vorm van een vennootschap onder firma. De eisers, bestaande uit een vennootschap onder firma en twee natuurlijke personen, vorderen een voorlopige voorziening om de gedaagde partij te veroordelen tot het dulden van hun werkzaamheden en het betalen van achterstallige vergoedingen. De gedaagde, die ook actief is in de alternatieve therapieën, voert verweer en stelt dat er geen sprake is van een maatschap, maar van losse overeenkomsten van opdrachten. De voorzieningenrechter oordeelt dat er wel degelijk sprake is van een maatschap, maar dat de standpunten van partijen te discutabel zijn om een voorlopige voorziening te treffen. De rechter wijst de vorderingen van de eisers af en verklaart hen niet-ontvankelijk, waarbij de proceskosten worden gecompenseerd. Dit vonnis is uitgesproken op 10 april 2015 in Almelo.