Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaardingen met productie 1 t/m 10 en 12 t/m 15;
- de brief van [eiser] Vastgoed van 2 april 2015 met productie 11;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie met productie A t/m T;
- het faxbericht van Borgvast c.s. van 7 april 2015 met productie U;
- de mondelinge behandeling op 9 april 2015;
- de pleitnota van [eiser] Vastgoed;
- de pleitnota van Borgvast c.s.;
- het faxbericht van Borgvast c.s. van 14 april 2015.
2.De feiten
Zekerheid/bankgarantie tot het moment van ingebruikname/oplevering supermarkt;
De koop, bouw en levering geschiedt op basis van een contract rechtstreeks tussen [eiser] en de aannemer [gedaagde 1].
Tijdens het laatste overleg, dat ik met je heb gehad, begreep ik dat jullie in tegenstelling tot wat jullie eerst hebben aangegeven nu toch wensen te kopen onder de werking van een Woningborggarantie. Daarnaast hebben jullie nog een aantal nadere garanties gevraagd, die door [naam 7] in totaal als een te zware belasting worden beoordeeld. Dit heeft er uiteraard mee te maken, dat het aanvankelijke uitgangspunt een koop op basis van een koop- en aannemingsovereenkomst betreft. Om die reden hebben wij onlangs met [gedaagde 1] besproken of het toch niet wenselijker is om gezien de te stellen waarborgen en garanties uit te gaan van een turn-key levering. In dat geval zal een koop en de onderliggende voorwaarden er anders uit komen te zien.
(…) Daarbij is ook al overleg geweest met Woningborg over de voorwaarden die van belang zijn om Woningborggarantie te verkrijgen. Wij zijn ook van mening dat een turn-key koopovereenkomst met termijnenschema de beste contractsvorm is. (…)
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
- [eiser] Vastgoed zal gebieden de ten laste van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] gelegde beslagen op de percelen op te heffen binnen twee kalenderdagen na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 100.000,00 voor elke dag dat [eiser] Vastgoed hiermee in overtreding is, met een maximum van € 10.000.000,00; en
- [eiser] Vastgoed zal verbieden de voortgang van het project te frustreren, op welke wijze dan ook, in het bijzonder door het leggen van beslagen ten laste van Borgvast c.s., op straffe van een dwangsom van € 100.000,00 per dag dat de voortgang wordt gefrustreerd, met een maximum van € 5.000.000,00, onverminderd het recht van [gedaagde 2] om meerdere of nadere schade te claimen;
5.De beoordeling in conventie
Hoewel Borgvast en [eiser] Vastgoed in een eerder stadium wellicht overeenstemming met betrekking tot de koopprijs hebben bereikt, leidt het voorgaande er toe dat niet aannemelijk is geworden dat partijen op 20 november 2014 bindende overeenstemming over de essentialia van de KAO hebben bereikt en evenmin dat slechts nog sprake is van leemten die op grond van de wet, gewoonte of de redelijkheid en billijkheid kunnen worden ingevuld.
Het voorgaande leidt tot het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dat het vertrouwen in de totstandkoming van een overeenkomst in februari 2015 aanzienlijk was verminderd en onvoldoende aanwezig was om te kunnen spreken van een gerechtvaardigd vertrouwen dat het afbreken van de onderhandelingen onaanvaardbaar maakte. Dit betekent dat het gevorderde gebod tot het voortzetten van de onderhandelingen niet voor toewijzing in aanmerking komt.
- griffierecht € 613,00
- salaris advocaat