ECLI:NL:RBOVE:2015:2070
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlening omgevingsvergunning voor uitweg in Hengelo
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ondernemer, eiser, en het college van burgemeester en wethouders van Hengelo, verweerder. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.A. de Boer, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder om een omgevingsvergunning te verlenen aan belanghebbende voor het hebben van een uitweg aan de [adres 1] in Hengelo. Eiser is vennoot van [naam vennootschap] V.O.F., een supermarkt/slagerij, en is van mening dat de vergunning ten koste gaat van de parkeermogelijkheden en de bruikbaarheid van de weg in de omgeving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning op 28 mei 2014 is verleend en dat het bezwaar van eiser op 18 november 2014 ongegrond is verklaard. Tijdens de zitting op 17 maart 2015 heeft eiser zijn bezwaren toegelicht, waarbij hij stelde dat de uitweg van belanghebbende de realisatie van een laad- en losplek voor zijn winkel in de weg staat en dat er openbare parkeerplaatsen verloren gaan. Verweerder heeft echter betoogd dat de vergunde uitweg niet zodanig de bruikbaarheid van de weg schaadt dat de vergunning geweigerd had moeten worden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser in zijn hoedanigheid van ondernemer geen bescherming kan ontlenen aan artikel 2.12, derde lid, aanhef en onder b, van de APV. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.