Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding;
- het herstelexploit;
- het op 6 januari 2015 door de man ingebrachte afschrift van een emailbericht;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van de vrouw;
- de pleitnota van de man.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde de vrouw in kort geding machtiging om de echtelijke woning te gelde te maken. De partijen, voormalig echtelieden, waren in een echtscheidingsprocedure tot een convenant gekomen waarin afspraken waren gemaakt over de verdeling van de huwelijksgemeenschap, waaronder de echtelijke woning. De vrouw stelde dat de man zijn medewerking aan de verkoop van de woning weigerde, terwijl zij de woning wilde verkopen vanwege de financiële situatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw onvoldoende gewichtige redenen had aangevoerd om haar vordering toe te wijzen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verdeling van de woning al had plaatsgevonden, maar dat de uitvoering daarvan nog niet was gerealiseerd. De vrouw had niet aangetoond dat de man niet aan zijn financiële verplichtingen voldeed, en de huidige onderwaarde van de woning was het gevolg van gezamenlijke beslissingen van beide partijen. De vorderingen van de vrouw werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.