Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de nadere productie van [eiseres],
- de producties van [gedaagde],
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
De akte van levering zal gepasseerd worden op uiterlijk 1 juni 2015 of zoveel eerder (…) als partijen tezamen nader overeenkomen (…)”.
3.Het geschil
1 juni 2015 leeg en ontruimd te hebben. Er is ook niet gebleken van een absolute noodzaak bij de koper(s) om de woning ook daadwerkelijk per 1 juni 2015 geleverd te krijgen. Als hij wordt gedwongen om op zeer korte termijn naar een plek buiten Almelo te moeten verhuizen, waar hij min of meer volledig geïsoleerd is, is dit een zo groot nadeel dat dit zwaarder moet wegen dat het belang van [eiseres] bij een ontruiming per 1 juni 2015. Deze deadline is door haar gesteld en niet zeker is dat de koper(s) deze deadline wil(len) handhaven. Het is schrijnend om [gedaagde] uit huis te zetten wanneer de datum van 1 juni 2015 niet exact wordt gehaald.
4.De beoordeling
1 juni 2015 dient te worden geleverd. [gedaagde] stelt dat hij elders woonruimte heeft gevonden en dat hij deze woonruimte op korte termijn kan betrekken. Daartoe heeft hij een door hem op 12 mei 2015 ondertekende koopovereenkomst betreffende de woning aan [adres 2] te [plaats] overgelegd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [gedaagde] hiermee echter niet aannemelijk gemaakt dat hij de woning tijdig zal verlaten en dat hij ondanks zijn beperkingen in staat is om de woning tijdig leeg en ontruimd op te leveren. De voorzieningenrechter verwacht dat die tamelijk zware taak feitelijk op [eiseres] neer zal komen. Daarvoor moet aan [eiseres] enige tijd worden gegund.
13 mei 2015, onweersproken gesteld dat er (tijdelijk) een passende woonruimte voor [gedaagde] beschikbaar is, zodra hij de woning dient te verlaten. Dat [gedaagde] mogelijk (tijdelijk) niet in [plaats] kan wonen is geen reden om de belangenafweging in zijn voordeel te doen doorslaan.
5.De beslissing
19 mei 2015. [1]