ECLI:NL:RBOVE:2015:2757

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 februari 2015
Publicatiedatum
9 juni 2015
Zaaknummer
168102 / KG RK 131-2015
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoningsverzoek van rechter in strafzaak tegen verdachte

Op 19 februari 2015 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een beslissing genomen in een verschoningsverzoek van rechter mr. P.M.F. Schreurs in de strafzaak tegen een verdachte onder parketnummer 08/952702-14. Tijdens een openbare terechtzitting op 13 februari 2015, waar mr. Schreurs, mr. Jordaans en mr. Stoové zitting hadden, heeft mr. Schreurs verzocht zich te mogen verschonen. Dit verzoek was gebaseerd op het feit dat de moeder van de benadeelde partij een buurvrouw is van haar familie, waardoor zij zich niet vrij voelde om de zaak objectief te beoordelen. Zowel de verdediging als het Openbaar Ministerie hebben geen bezwaren tegen het verzoek ingebracht.

De verschoningskamer heeft besloten af te zien van een mondelinge behandeling en heeft het verzoek van mr. Schreurs toegewezen. De rechtbank benadrukt dat verschoning een middel is om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter te waarborgen. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheid dat de moeder van de benadeelde partij een buurvrouw is van de familie van mr. Schreurs, een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor de vrees van vooringenomenheid. De beslissing om het verzoek toe te wijzen is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. Morskieft.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Verschoningskamer
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rekestnummer: 168102 / KG RK 131-2015
Beslissing van 19 februari 2015
in de zaak van
mr. P.M.F. SCHREURS,
rechter in de rechtbank Overijssel,
afdeling strafrecht,
verzoekster tot verschoning,
inzake het verzoek zich te mogen verschonen in de procedure van het Openbaar Ministerie tegen [verdachte] onder parketnummer 08/952702-14.

1.De procedure

1.1.
In de hierboven genoemde strafzaak heeft op 13 februari 2015 een openbare terechtzitting van de meervoudige strafkamer plaatsgevonden, alwaar mr. Jordaans,
mr. Stoové en mr. Schreurs, zitting hadden.
1.2.
Bij gelegenheid van de behandeling ter terechtzitting heeft mr. Schreurs een verzoek tot verschoning gedaan, zoals blijkt uit het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 februari 2015.
1.3.
Van de zijde van de verdediging en het Openbaar Ministerie zijn geen bezwaren tegen het verschoningsverzoek ingebracht.
1.4.
De verschoningskamer heeft afgezien van een mondelinge behandeling.
1.5.
De beslissing is bepaald op vandaag.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
Aan het verzoek zich te mogen verschonen legt mr. Schreurs ten grondslag dat zij ter terechtzitting heeft geconstateerd dat de moeder van de benadeelde partij een buurvrouw is van familie van haar, zodat zij zich niet langer vrij voelt om de zaak de beoordelen.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
De omstandigheid dat de moeder van de benadeelde partij een buurvrouw is van familie van mr. Schreurs, levert naar het oordeel van de verschoningskamer een zwaarwegende aanwijzing op als hiervoor onder 3.1. bedoeld.
3.3.
Het verzoek wordt toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst toe het verzoek van mr. Schreurs zich van de verdere behandeling van de procedure met kenmerk 08/952702-14 tussen het Openbaar Ministerie en
[verdachte] te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Zweers, Van Eerden en Hangelbroek en in tegenwoordigheid van de griffier mr. Morskieft in het openbaar uitgesproken op
19 februari 2015.