Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de dagvaarding d.d. 29 april 2014;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties aan de zijde van [eiser];
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities.
2.De vaststaande feiten
februari 2009 – een door [J] opgestelde verleningsovereenkomst gesloten.
3.De standpunten van partijen
4.De beoordeling
ontvankelijkheid
tussen de notaris en de cliënt. Uit het bepaalde in artikel 7:404 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt overigens dat ook in het geval de organisatie waarin de notaris zijn ambt uitoefent de opdrachtnemer zou zijn, de notaris naast die opdrachtnemer jegens de opdrachtgever verbonden is en met de opdrachtnemer hoofdelijk aansprakelijk is voor de verplichtingen uit die opdracht.
12 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4723). De algemene zorgplicht voor de notaris is nader uitgewerkt in concrete zorgplichten, zoals de plicht tot wilscontrole, de plicht tot het verstrekken van informatie en – onder omstandigheden – de plicht om te waarschuwen voor specifieke aan een rechtshandeling verbonden risico’s.
[G] en [D], twee ervaren, deskundige en professionele vastgoedinvesteerders.
[G] verstrekte leningen – volgens de eigen stellingen van de notaris – voorheen kennelijk wel altijd met een positief resultaat zijn afgerond en zij derhalve niet te maken hebben gehad met het verwezenlijken van risico’s.
[G] over deskundige kennis bezaten en dus in staat waren om [eiser] in te lichten over mogelijke risico’s, dan nog niet is gebleken dat zij zulks ook hebben gedaan. De notaris mocht daar in elk geval niet zonder meer op vertrouwen. Niet gebleken is dat [D] en/of [G] zich bij de notaris hebben gepresenteerd als adviseur van [eiser] en de notaris heeft dit ook niet nagevraagd bij [D] en/of [G] terwijl dit wel op zijn weg had gelegen. Dit geldt des te meer nu [D] en/of [G] – zoals blijkt uit de stukken in het dossier – een actieve rol speelden in het zoeken en bijeenbrengen van investeerders voor Holland Estate en in die zin mogelijk tegenstrijdige belangen hadden.
27 maart 1992 en derhalve zijn zorgplicht heeft geschonden.
(Hoge Raad 14 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3762).
W.B. Advies B.V.B.A., een Belgische vennootschap. Als [eiser] dit had geweten, was hij direct tot opeising van zijn lening overgegaan. De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
(€ 71.000,-).
NJ 1985, 904). Ook kan in de schadeprocedure een oordeel worden gegeven over de vraag of de door [eiser] gevorderde wettelijke rente voor vergoeding in aanmerking komt.
Holland Estate zou alleen maar aan deze verplichtingen kunnen voldoen indien de percelen op korte termijn (namelijk de korte looptijd van de lening) een sterke waardeontwikkeling zouden doormaken. Dit zijn duidelijke aanwijzingen dat het ging om speculatieve objecten en het had daarom op de weg van [eiser] gelegen om hier enig nader onderzoek te doen. [eiser] heeft aangegeven de (concept)akte slechts globaal te hebben doorgekeken omdat hij niet in staat was om de essentie ervan te beoordelen, maar desondanks heeft hij niets ondernomen om meer duidelijkheid te verkrijgen. Zo had [eiser] om duidelijkheid kunnen vragen aan de notaris, of aan Holland Estate. In plaats daarvan heeft [eiser] de akte bij volmacht laten passeren. Deze handelswijze geeft onvoldoende blijk van het binnen de eigen mogelijkheden nemen van verantwoordelijkheid. Dat de notaris ook bepaalde verantwoordelijkheden heeft (en daarin tekort is geschoten) maakt niet dat [eiser] is ontslagen van zijn eigen medeverantwoordelijkheid voor de voor hem ontstane schade. In zoverre is dan ook sprake van omstandigheden die in elk geval mede de oorzaak zijn geweest van de schade, en die aan [eiser] zijn toe te rekenen.
11.610,00(4,5 punten × tarief € 2.580,00 )