ECLI:NL:RBOVE:2015:3794

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 juni 2015
Publicatiedatum
14 augustus 2015
Zaaknummer
C/08/167633 / FA RK 15-262
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van kinderbijdrage in het kader van alimentatieverplichtingen na echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 29 juni 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de kinderbijdrage. De man, die eerder een alimentatieverplichting had, verzocht de rechtbank om de kinderbijdrage te wijzigen naar nihil, met als argument dat de gewijzigde fiscale wetgeving per 1 januari 2015 de alimentatie niet meer in overeenstemming met de wettelijke maatstaven zou maken. De vrouw, die als belanghebbende optrad, voerde verweer en stelde dat er geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden was.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 mei 2015, waarbij beide partijen aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw met elkaar gehuwd zijn geweest en dat zij vier minderjarige kinderen hebben. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van eerdere uitspraken met betrekking tot de alimentatieverplichtingen van de man en de financiële situatie van de vrouw, die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling valt.

Na beoordeling van de argumenten van beide partijen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat de man in zijn verzoek kan worden ontvangen, maar dat de gewijzigde omstandigheden niet leiden tot een wijziging van de kinderbijdrage. De rechtbank heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld en de draagkracht van beide ouders beoordeeld. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de kinderbijdrage te wijzigen en deze vast te stellen op € 119,25 per kind per maand, met ingang van 4 februari 2015. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij beide partijen hun eigen kosten dragen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: C/08/167633 / FA RK 15-262
beschikking van de enkelvoudige familiekamer voor burgerlijke zaken d.d. 29 juni 2015
in de zaak van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat mr. H.C. Kiers te Deventer,
hierna als de man aangeduid,
verzoeker,
en
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
advocaat mr. E.P. Niemeijer te Zutphen,
hierna als de vrouw aangeduid,
belanghebbende.

Het procesverloop

De man heeft op 4 februari 2015 onder bovenvermeld zaaknummer een verzoekschrift tot het wijzigen van alimentatie ingediend.
De vrouw heeft op 31 maart 2015 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
  • het F9-formulier d.d. 30 maart 2015 (met bijlagen) van mr. Kiers;
  • het F9-formulier d.d. 4 mei 2015 (met bijlagen) van mr. Niemejer;
  • het F9-formulier d.d. 11 mei 2015 (met bijlage) van mr. Niemeijer;
  • de pleitaantekeningen van mr. Kiers.
De zaak is behandeld ter zitting met gesloten deuren op 19 mei 2015.
Verschenen zijn:
de man, bijgestaan door zijn advocaat;
de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
De hierna onder 1 vermelde minderjarige heeft bij brief d.d. 9 februari 2015 haar standpunt over het verzoek van de man aan de rechtbank kenbaar gemaakt.

Vaststaande feiten

De man en de vrouw zijn met elkaar gehuwd geweest.
De minderjarige kinderen van de man en de vrouw zijn:
1.
[minderjarige 1], geboren op [1999] in de gemeente [geboorteplaats 1] ;
2.
[minderjarige 2], geboren op [2001] in de gemeente [geboorteplaats 2] ;
3.
[minderjarige 3], geboren op [2004] in de gemeente [geboorteplaats 2] ;
4.
[minderjarige 4], geboren op [2006] in de gemeente [geboorteplaats 3] .
De minderjarigen wonen bij de vrouw.
Bij beschikking van de rechtbank Assen van 12 december 2007 is de echtscheiding tussen de man en de vrouw uitgesproken. Deze beschikking is op 15 januari 2008 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
Bij vonnis van de rechtbank Oost-Nederland (zittingplaats Zwolle) van 11 februari 2013 is ten aanzien van de vrouw de wettelijke schuldsaneringsregeling uitgesproken.
Bij beschikking van de rechtbank Oost-Nederland (zittingsplaats Zwolle) van 18 februari 2013 is aan de man een kinderbijdrage opgelegd van € 191,25 per kind per maand. De kinderbijdrage is per 1 januari 2015 na wettelijke indexering € 197,82 per kind per maand.

Het verzoek

De man verzoekt de rechtbank de kinderbijdrage te wijzigen en deze met ingang van 4 februari 2015 te bepalen op nihil, althans op een zodanig bedrag te bepalen als de rechtbank juist acht.
De man grondt zijn verzoek op de gewijzigde omstandigheid dat de alimentatie als gevolg van wijzigingen in de fiscale wetgeving per 1 januari 2015 niet meer voldoet aan de wette-lijke maatstaven.

Het verweer

De vrouw voert verweer en verzoekt de rechtbank de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, althans het verzoek van de man af te wijzen.
Het standpunt van de vrouw is dat geen sprake is van een rechtens relevante wijziging van omstandigheden.

De beoordeling

De rechtbank overweegt het volgende.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid
Hoewel slechts zeer summier een wijziging van omstandigheden wordt gesteld erin gelegen dat de fiscale wetgeving met ingang van 1 januari 2015 is gewijzigd, kan de man in zijn verzoek worden ontvangen. Of deze gewijzigde omstandigheid tot een wijziging van de door de man te betalen kinderbijdrage dient te leiden, zal hierna worden beoordeeld.
Ten aanzien van de behoefte van de minderjarigen
Partijen verschillen van mening over de hoogte van het geïndexeerde behoefte van de kinderen. De man stelt die behoefte op € 964,- per maand en de vrouw op € 966,- per maand voor de 4 kinderen. Nu het verschil mimimaal is, zal de rechtbank uitgaan van het gemiddelde, te weten € 965,- per maand. De vrouw ontvangt in 2015 een kindgebonden budget (KGB) van € 477,67 per maand. Het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen komt daarmee op € 477,- per maand, oftewel € 119,25 per kind per maand.
Ten aanzien van de draagkracht van de vrouw
De vrouw is bij vonnis van de rechtbank Oost-Nederland (zittingsplaats Zwolle) van 11 februari 2013 toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De draagkracht
van de vrouw stelt de rechtbank op nihil.
Ten aanzien van de draagkracht van de man
De draagkracht van de man is tussen partijen niet in geschil, nu de man in deze procedure geen draagkrachtverweer voert. Dit impliceert dat de man alleen dient te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van de vier minderjarige kinderen van partijen.
Ten aanzien van de zorgkorting
Er is geen zorgregeling tussen de man en de minderjarigen, zodat geen zorgkorting wordt toegepast.
Ten aanzien van de te betalen kinderbijdrage
De vrouw verzoekt de rechtbank een op haar geval toegesneden beslissing te geven.
De vrouw stelt dat de inwerkingtreding van de Wet hervorming kindertoeslagen voor haar onaanvaardbaar nadelig uitpakt. In dat verband wijst de vrouw er op dat met ingang van1 januari 2015 haar uitkering fors is verlaagd door het wegvallen van toeslagen, waardoor zij in 2015 een substantieel lager inkomen heeft dan in 2014.
De vrouw ontvangt een WAO-uitkering.
De vrouw ontving in 2014 een bedrag van € 2.275,= netto per maand, het totaal van:
  • de WAO-uitkering van € 1.292,= per maand; de rechtbank is uitgegaan van de jaaropgaaf 2014; de rechtbank verwijst naar de aangehechte berekening;
  • het kindgebonden budget van € 192,= per maand;
  • de kinderbijdrage van € 791,= per maand.
De vrouw ontvangt in 2015 een bedrag van € 1.940,= netto per maand, het totaal van:
  • de WAO-uitkering van € 985,= per maand; de rechtbank is uitgegaan van de uitkering van de maand april (€ 912,41), verhoogd met 8% vakantiegeld;
  • het kindgebonden budget van € 478,= per maand;
  • de kinderbijdrage van € 477,= per maand.
Hoewel uit het vorenstaande blijkt dat de vrouw in 2015 feitelijk € 335,= per maand minder te besteden heeft dan in 2014, volgt de rechtbank de vrouw niet in haar benadering om de man dit verschil te laten dragen door het bedrag “op te plussen” bij de door hem te betalen kinderbijdrage. Daarbij overweegt de rechtbank dat de man al volledig voorziet in de (resterende) kosten van de kinderen en dat de WAO-uitkering van de vrouw niet lager is dan een uitkering op bijstandsniveau. Van een onaanvaardbare situatie is naar het oordeel van de rechtbank derhalve geen sprake. Daar komt nog bij dat door de vrouw geen partneralimen-tatie is verzocht om het nadeel voor haarzelf te kunnen dekken.
De rechtbank zal de door de man te betalen kinderbijdrage wijzigen en met ingang van
4 februari 2015 vaststellen op € 119,25 per kind per maand.
Ten aanzien van de proceskosten
Daar de man en de vrouw gewezen echtgenoten zijn, zal de rechtbank de kosten van de procedure in die zin compenseren, dat beiden de eigen kosten zullen dragen.

Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de bij beschikking van de rechtbank Oost-Nederland van 13 februari 2013 aan de man opgelegde kinderbijdrage en stelt deze bijdrage met ingang van 4 februari 2015
vast op € 119,25 (zegge: één honderd en negentien euro en vijfentwintig eurocent) per kind per maand;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van de procedure in die zin dat de man en de vrouw de eigen kosten dragen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. J. de Ruiter, rechter, in tegenwoordigheid van W. van der Laan als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juni 2015.