ECLI:NL:RBOVE:2015:3806

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 augustus 2015
Publicatiedatum
18 augustus 2015
Zaaknummer
08/700664-12 en 08/910049-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van seksuele uitbuiting en veroordeling voor afpersing en mishandeling in strafzaak tegen twee mannen

Op 18 augustus 2015 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 43-jarige man uit Almelo en een 25-jarige man uit Enschede. De rechtbank sprak beide mannen vrij van de beschuldigingen van seksuele uitbuiting van twee vrouwen en van het witwassen van geld dat zij met deze uitbuiting zouden hebben verdiend. De rechtbank oordeelde echter dat de 43-jarige man zich schuldig had gemaakt aan afpersing, mishandeling en bedreiging. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 72 dagen voorwaardelijk. De 25-jarige man kreeg een gevangenisstraf van twee weken wegens drugsbezit. De rechtbank baseerde haar beslissing op het onderzoek dat had plaatsgevonden tijdens openbare terechtzittingen op 20 september 2013, 25 september 2013 en 4 augustus 2015. De officier van justitie had gevorderd dat de 43-jarige man voor de seksuele uitbuiting zou worden veroordeeld, maar de rechtbank vond onvoldoende bewijs voor deze beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat de vrouwen niet door de mannen waren gedwongen tot prostitutie en dat er geen sprake was van uitbuiting. De rechtbank oordeelde dat de 43-jarige man wel degelijk schuldig was aan afpersing en mishandeling, waarbij hij geweld had gebruikt tegen een van de slachtoffers. De uitspraak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs voor ernstige beschuldigingen zoals seksuele uitbuiting, en de rechtbank wees op de kwetsbare positie van de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/700664-12 en 08/910049-13 (gevoegd ter terechtzitting)
Datum vonnis: 18 augustus 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte 1] ,
geboren op [geboortedag] 1972 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] , [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 20 september 2013, 25 september 2013 en 4 augustus 2015. Bij gelegenheid van laatstgenoemde terechtzitting zijn de zaken onder de hierboven genoemde parketnummers gevoegd. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M. Vloedbeld en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet met een ander:
parketnummer 08/700664-12:
feit 1:zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] ;
feit 2:zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting van [slachtoffer 2] ;
feit 3:crimineel geld heeft witgewassen;
parketnummer 08/910049-13:
feit 1:een poging heeft gedaan tot seksuele uitbuiting van een Braziliaanse vrouw genaamd [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] );
feit 2:een persoon genaamd [slachtoffer 4] heeft bedreigd en/of een bedrag van € 5.000,-- heeft afgeperst;
feit 3:bij een wedstrijd van FC Twente in 2013 meerdere personen heeft bedreigd met een mes;
feit 4: bij een wedstrijd van FC Twente in 2011 een persoon genaamd[slachtoffer 5] heeft mishandeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
Parketnummer 08/700664-12:
1.
hij op (een) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2012 tot
en met 10 juni 2013 in de gemeente(n) Enschede en/of Hellendoorn, althans
(elders) in Nederland,
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal,
een ander, genaamd [slachtoffer 1] ,
(lid 1, onder 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing, fraude en/of door misleiding dan
wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie, en/of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
krijgen die zeggenschap over die ander, te weten [slachtoffer 1]
, heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of
gehuisvest en/of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]
,
en/of
(lid 1, onder 4°)
(telkens) met één of meerdere van de onder 10 van dit artikel genoemde
middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie, die [slachtoffer 1] , heeft/hebben gedwongen en/of
bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid en/of
diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen
betaling) dan wel onder de onder 10 van dit artikel genoemde omstandigheden,
te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden
en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude,
afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige
handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens
mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1]
zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten
van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting (in de
prostitutie) van die [slachtoffer 1] ,
en/of
(lid 1, onder 9)
(telkens) een ander, genaamd [slachtoffer 1] , door dwang en/of
geweld en/of één of neer andere feitelijkhefi)d(en) en/of door dreiging met
geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude
en/of door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die
[slachtoffer 1] , heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen,
verdachte en/of verdachtes mededader(s) , te bevoordelen uit de opbrengst van
haar/zijn seksuele handeling(en) met of voor een derde,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 1] verslaafd is aan drugs, financiele schulden heeft en
geen vast inkomen ontvangt door werk of uitkering) en/of
- ( terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (prominente/ full colour-member)
lid/leden is/zijn
van de motorclub Satudarah en/of behoren tot de “harde kern van vak P” van
voetbalclub FC Twente) en/of
- die [slachtoffer 1] naar klanten vervoerd/weggebracht en/of weer opgehaald en/of
- die [slachtoffer 1] “beveiligd” en/of “gecontroleerd” en/of zich voortdurend in de
buurt/nabijheid van die [slachtoffer 1] begeven als deze klanten bezocht en/of
- met die [slachtoffer 1] overleg gevoerd over “wat het per klant kost” en/of
“wat de reiskosten zijn” en/of dat hij, verdachte, dan (vervolgens)
toestemming aan die [slachtoffer 1] geeft en/of
- veelvuldig aan die [slachtoffer 1] gevraagd of ze al “visitie” heeft gehad of nog
krijgt en/of
- geweld gebruikt tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] bedreigd en/of
mishandeld en/of
- die [slachtoffer 1] bewogen om (in opdracht van hem, verdachte en/of zijn
mededader(s)) haar seksuele diensten te verlenen/ prostitutiewerkzaamheden
te verrichten onder andere in het clubhuis van de Satudarah aan de Parkweg
(nr. 163) te Enschede en/of
- die [slachtoffer 1] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden
verdiende geld aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/of
af te dragen en/of
- aldus en/of op enigerlei (andere) wijze in de communicatieve en/of
feitelijke omgang met die [slachtoffer 1] een situatie gecreeerd
en/of in stand gehouden, waarin verdachte en/of zijn mededader(s) door de
feitelijke omstandigheden een overwicht verkreeg/verkregen over die
[slachtoffer 1] en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit
feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of zijn
mededader(s) over die [slachtoffer 1] had en/of
door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 1] een
(afhankelijkheids) situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of
zijn mededader(s) heeft kunnen bieden;
2.
hij op (een) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 januari 2013 tot
en met 10 juni 2013 in de gemeente(n) Enschede en/of Hellendoorn, althans
(elders) in Nederland,
(lid 3, onder 1)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal,
een ander, genaamd [slachtoffer 2] ,
(lid 1, onder 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing, fraude en/of door misleiding dan
wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie, en/of door het geven of
ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te
krijgen die zeggenschap over die ander, te weten [slachtoffer 2] , heeft/hebben
geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen,
met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1, onder 40)
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie, die [slachtoffer 2] , heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich
beschikbaar te
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten (bestaande uit seksuele
handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder
1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of geweld
en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld
en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing, misleiding dan wel door
misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door
misbruik van de kwetsbare positie enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen
waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs
moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen
tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting (in de
prostitutie )van die [slachtoffer 2] ,
en/of
(lid 1, onder 9)
(telkens) een ander, genaamd [slachtoffer 2] , door dwang en/of geweld en/of één
of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of
meer andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude en/of door misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die [slachtoffer 2] ,
heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen, verdachte en/of verdachtes
mededader(s) , te bevoordelen uit de opbrengst van haar/zijn seksuele
handeling(en) met of voor een derde,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens):
- ( terwijl die [slachtoffer 2] zwakbegaafd is en lijdt aan psychoses, en/of aan
zelfmutilatie heeft geleden, een prostitutieverleden heeft, zich in een
onveilige situatie bevindt met betrekking tot huiselijk geweld met ex, in
de schuldsanering zit en/schulden heeft, haar uitkering is gestopt) en/of
- ( terwijl verdachte en/of zijn mededaders) (prominente/full colour-member)
lid/leden is/zijn van de motorclub Satudarah en/of behoren tot de “harde
kern van vak P” van de voetbalclub FC Twente) en/of
- naar die [slachtoffer 2] een sms-bericht gestuurd “Jij bent mijn lieve vrouwtje
bescherm jou zo lang je leeft en je kids geldt het zelfde voor. Love You”
en/of
- die [slachtoffer 2] naar klanten vervoerd/weggebracht en/of weer opgehaald en/of
- die [slachtoffer 2] “beveiligd” en/of “gecontroleerd” en/of zich voortdurend in de
buurt/nabijheid van die [slachtoffer 2] begeven als deze klanten bezocht en/of
- geweld gebruikt tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 2] bedreigd en/of mishandeld
en/of
- die [slachtoffer 2] bewogen om tin opdracht van hem, verdachte en/of zijn
mededader(s)) haar seksuele diensten te verlenen prostitutiewerkzaamheden
te verrichten onder andere in het clubhuis van de Satudarah aan de Parkweg
(nr.163) te Enschede en/of
- die [slachtoffer 2] bewogen om het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende
geld aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s) af te geven en/of af te
dragen en/of
- die [slachtoffer 2] bewogen om een feestje te betalen en/of
- die [slachtoffer 2] bewogen om met een bankpasje van een ander (“suiker-oompje”) geld
te pinnen en/of vervolgens dat gepinde geld laten afgeven! afdragen aan
hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- aldus en/of op enigerlei (andere) wij ze in de communicatieve en/of
feitelijke omgang met die [slachtoffer 2] een situatie gecreeerd en/of in
stand gehouden, waarin verdachte en/of zijn mededader(s) door de feitelijke
omstandigheden een overwicht verkreeg/verkregen over die [slachtoffer 2]
en/of misbruik heeft/hebben gemaakt van het uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht dat verdachte en/of zijn mededader(s) over die
[slachtoffer 2] had en/of
door welke feiten en omstandigheden voor die [slachtoffer 2] een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of tengevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of
zijn mededader(s) heeft kunnen bieden;
3.
hij op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 november 2012 tot en met 10 juni 2013, in de gemeente(n) Enschede en/of
Hellendoorn, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, (telkens) van het plegen van witwassen een
gewoonte heeft/hebben gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of een of meer
van zijn mededader(s) (telkens) enig(e) geldbedrag(en) verworven, voorhanden
gehad, overgedragen en/of omgezet, althans (telkens) van die/dat geldbedrag(en)
gebruik gemaakt door de aanschaf van onder meer:
- luxe/dure en/of op geld waardeerbare goederen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven
geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
parketnummer 08/910049-13:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 mei 2013 tot
en met 10 juni 2013 in de gemeente Enschede en/of elders in Nederland en/of in
Brazilië,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
een ander, genaamd [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] )`
(lid 1, sub 1)
(telkens) door dwang en/of geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere
feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing, fraude en/of door misleiding dan
wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht
en/of door misbruik van een kwetsbare positie, te werven en/of te vervoeren
en/of te huisvesten en/of op te nemen met het oogmerk van uitbuiting van die
[slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ),
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens)
- ( terwijl die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) geen geld had en/of een zoontje van
12 jaar heeft, en/of terwijl die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) van betalende
contacten met buitenlandse mannen leeft)
- een (liefdes)relatie met die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) aangegaan en/of
- die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) gevraagd of ze naar Nederland wilde komen
om met hem, verdachte, een relatie op te bouwen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) gezegd/verteld dat hij een ticket
naar Nederland voor haar zou regelen en/of
- [naam 1] gevraagd om een ticket te regelen voor die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] )
en/of
- tegen die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) en/of [naam 1] gezegd dat hij zaken wel
wilde vertellen als ze hier zouden zijn maar niet over de telefoon en/of
- die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) cadeautjes en/of kleding gegeven en/of die
[slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) mee uit eten genomen en/of naar de discotheken
meegenomen en/of
- een kopie van het paspoort van de [slachtoffer 3] gemaakt/in zijn bezit en/of
- tegen familie van die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) verteld/gezegd dat hij alleen
woonde en/of
- tegen die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) gezegd dat zij bij hem kon verblijven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
(lid 1, sub 3)
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2013 tot en met 10 juni 2013 in de
gemeente Enschede, althans (elders) in Nederland en/of Brazilië,
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
een ander, genaamd [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ), aan te werven en/of mede te nemen
en/of te ontvoeren, met het oogmerk die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) in een ander
land, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één
of meer seksuele handeling(en) met of voor een derde tegen betaling,
immers is/heeft hij, verdachte, (telkens)
- ( terwijl die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) geen geld had en/of een zoontje van
12 jaar heeft, en/of terwijl die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) van betalende
contacten met buitenlandse mannen leeft)
- een (liefdes)relatie met die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) aangegaan en/of
- die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) gevraagd of ze naar Nederland wilde komen
om met hem, verdachte, een relatie op te bouwen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) gezegd/verteld dat hij een ticket
naar Nederland voor haar zou regelen en/of
- [naam 1] gevraagd om een ticket te regelen voor die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] )
en/of
- tegen die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) en/of [naam 1] gezegd dat hij zaken wel
wilde vertellen als ze hier zouden zijn maar niet over de telefoon en/of
- die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) cadeautjes en/of kleding gegeven en/of die
[slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) mee uit eten genomen en/of naar de discotheken
meegenomen en/of
- een kopie van het paspoort van de [slachtoffer 3] gemaakt/in zijn bezit en/of
- tegen familie van die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) verteld/gezegd dat hij alleen
woonde en/of
- tegen die [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) gezegd dat zij bij hem kon verblijven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks periode van 1 januari 2013 tot en met 15 maart 2013 in de
gemeente Enschede en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig
misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers
heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn/haar mededader(s)
opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: “Luister jij gaat
nou gewoon hier heen komen, jij kanker gelul de hele tijd hoor, want ik hoor
dingen, jij gaat nou hier komen.” en/of “Joh, hou je kankerbek, je komt gewoon
hier heen.” en/of “Luister, wat wil je, wat wil je, dat ik je hele kop ga
verbouwen. Dat ik jouw kop ga verbouwen waar jou kinderen bij zijn.” en/of
Nou dan, dus ga gewoon focking hier heen komen.” en/of “Hou je focking bek
jonge.” en/of “Als jij niet belt jonge, ik zweer het jonge, ik ben helemaal
klaar met jou.” en/of “Jonge, jij gaat gewoon focking aanmaken, nou is het
gewoon, nou gaan alle remmen los.” en/of “ik geef jou nog één focking laatste
kans. .als jij er niet bent, is zij van mij. Dat beloof ik.” en/of “Ja, dit is
nu je laatste kans.”,althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking en/of met een vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, op en/of in de keuken van de woning van die [slachtoffer 4] geschoten;
en/of
hij in of omstreeks periode van 1 januari 2013 tot en met 15 maart 2013 in de
gemeente Enschede en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een)
ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met
geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van geld (ongeveer 5000,=
Euro) geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn
mededader(s) dreigend tegen die [slachtoffer 4] heeft/hebben gezegd “Luister jij gaat
nou gewoon hier heen komen, jij kanker gelul de hele tijd hoor, want ik hoor
dingen, jij gaat nou hier komen.” en/of “Joh, hou je kankerbek, je komt
gewoon hier heen.” en/of “Luister, wat wil je, wat wil je, dat ik je hele kop
ga verbouwen. Dat ik jouw kop ga verbouwen waar jou kinderen bij zijn.” en/of
Nou dan, dus ga gewoon focking hier heen komen.” en/of “Hou je focking bek
jonge.” en/of “Als jij niet belt jonge, ik zweer het jonge, ik ben helemaal
klaar met jou.” en/of “Jonge, jij gaat gewoon focking aanmaken, nou is het
gewoon, nou gaan alle remmen los.” en/of “ik geef jou nog één focking laatste
kans. .als jij er niet bent, is zij van mij. Dat beloof ik.” en/of “Ja, dit is
nu je laatste kans.” en/of “He, maar je moet dat nu wel regelen he.”,althans
woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of meermalen, althans
éénmaal, met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
op en/of in de keuken van de de woning van die [slachtoffer 4] geschoten;
3.
hij op of omstreeks 16 februari 2013 in de gemeente Enschede (in
supportershome en/of VAK P van FC Twente) één of meerdere tot nu toe onbekend
gebleven perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven
gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
dreigend een mes in zijn hand gehad en/of een mes naar en/of in de richting
van die perso(o) (en) gehouden, althans ten overstaan van die perso(o)n(en) een
mes getrokken;
4.
hij op of omstreeks 13 augustus 2011 in de gemeente Enschede opzettelijk
mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 5] ) , meermalen, althans
éénmaal, (met kracht) (met de vuisten) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen
het lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of die [slachtoffer 5] heeft geschopt
en/of getrapt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder parketnummer 08/910049-13 onder 1 tenlastegelegde (de poging tot seksuele uitbuiting van [slachtoffer 3] ) wordt vrijgesproken en voor het onder parketnummer 08/700664-12 onder 1, 2 en 3 en onder parketnummer 08/910049-13 onder 2, 3, en 4 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden, met aftrek van het voorarrest.

4.De voorvragen

4.1
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
De raadsman heeft ten aanzien van het onder parketnummer 08/910049-13 sub 4 tenlastegelegde aangevoerd dat het Openbaar Ministerie in zijn vervolging niet-ontvankelijk is. De raadsman voert daartoe aan dat het gaat om een vechtpartij tussen twee personen, waarbij over en weer geweld is gebruikt, maar alleen verdachte is gedagvaard. Zijn tegenstander is niet vervolgd. Dat levert willekeur op en strijd met het gelijkheidsbeginsel, hetgeen tot niet-ontvankelijkheid dient te leiden.
De rechtbank overweegt naar aanleiding van dat verweer het volgende.
In artikel 167, eerste lid, Wetboek van Strafvordering is aan het openbaar ministerie de bevoegdheid toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. De beslissing van het Openbaar Ministerie om tot vervolging over te gaan leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde, zoals bijvoorbeeld het geval is indien wordt vastgesteld dat er sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel. In deze zaak is vast komen te staan dat het slachtoffer aanzienlijk letsel heeft opgelopen tijdens deze vechtpartij, hetgeen is vastgelegd op een foto die zich in het dossier bevindt. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij het letsel dat te zien is op die foto heeft veroorzaakt en dat hijzelf enkel een schram op zijn arm aan de vechtpartij heeft overgehouden. Naar het oordeel van de rechtbank is er dan ook geen sprake van gelijke gevallen. Om die reden verwerpt de rechtbank het verweer. Het Openbaar Ministerie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
4.2
De overige voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs [1]
5.1
Parketnummer 08/700664-12
Feiten 1 en 2 (seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] )
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie is van oordeel dat [slachtoffer 1] (hierna ook [slachtoffer 1] te noemen) en [slachtoffer 2] (hierna ook [slachtoffer 2] te noemen) in een kwetsbare situatie verkeerden en verdachte daarvan misbruik maakte en dat verdachte [slachtoffer 1] bedreigd heeft met geweld, bestaande uit tegen haar schreeuwen, met een mes tegenover [slachtoffer 1] te staan, in haar tegenwoordigheid tegen een stoel aan te trappen en te dreigen om haar kop in elkaar te stompen. Verdachte en zijn mededader [verdachte 2] zorgden daarnaast voor het vervoer van [slachtoffer 1] , trokken voordeel uit de opbrengsten die [slachtoffer 1] met prostitutie verdiende, verdachte heeft handelingen ondernomen waardoor die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich beschikbaar stelden voor de prostitutie en bewoog [slachtoffer 1] ook, hem te bevoordelen uit de opbrengst van de prostitutie door haar te wijzen op de gemaakte afspraken en zijn deel op te eisen Aldus heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan seksuele uitbuiting van zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] . In het geval van [slachtoffer 1] deed hij dat volgens de officier van justitie samen met medeverdachte [verdachte 2] .
Volgens de raadsman volgt uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dat zij verdachte zagen als een goede (ex)vriend en maatje, terwijl ze absoluut niet bang voor hem waren. De prostitutiewerkzaamheden gingen steeds van henzelf uit en verdachte was niet hun pooier. [slachtoffer 1] verklaarde dat zij verdachte wel eens geld gaf voor zijn motor of voor shag. Volgens [slachtoffer 2] was verdachte altijd aardig voor haar en heeft zij nooit agressie bij hem gezien. Hoewel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] diverse keren zijn gehoord, zowel door de politie, als door de rechter-commissaris, blijven zij beiden consequent bij hun verklaring dat verdachte en medeverdachte [verdachte 2] nooit agressief zijn geweest in hun richting of hen gedwongen hebben tot iets wat zij zelf niet wilden. De raadsman concludeert op die gronden tot vrijspraak voor de feiten 1 en 2.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen (met name de tapgesprekken en de verklaringen van de betrokken vrouwen) blijkt, dat de verdachte zowel [slachtoffer 1] , als [slachtoffer 2] af en toe naar klanten heeft gebracht, dat hij – al dan niet voor dat brengen – geldbedragen van genoemde vrouwen heeft ontvangen en dat hij ook zijn computer ter beschikking heeft gesteld om advertenties te plaatsen en deze advertenties “omhoog te plaatsen”. Verder is gebleken dat verdachte met beide vrouwen een affectieve en seksuele relatie heeft gehad. Hoewel uit die taps en verklaringen blijkt dat:
  • verdachte zich nog wel eens in agressieve bewoordingen uitliet richting [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] (waarbij zij zich op hun beurt trouwens ook niet altijd onbetuigd lieten),
  • [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich in een kwetsbare positie bevonden en er aanwijzingen zijn dat verdachte in het bijzijn van [slachtoffer 1] tegen een stoel heeft getrapt en schreeuwend een mes heeft getoond,
is dat, naar het oordeel van de rechtbank, onvoldoende om te komen tot wettig en overtuigend bewijs voor (het medeplegen van) seksuele uitbuiting als tenlastegelegd onder parketnummer 08/700664-12 sub 1 en 2. Uit niets blijkt immers dat beide vrouwen, of één van hen, door deze gedragingen van verdachte(n), al dan niet in combinatie met hun op zichzelf kwetsbare (financiële en sociale) situatie, zijn gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen voor prostitutiewerkzaamheden, waarbij verdachte(n) tevens het oogmerk hadden deze vrouwen uit te buiten. Nu er voor seksuele uitbuiting onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is, geldt hetzelfde voor het opzettelijk voordeel trekken uit die uitbuiting.
Verdachte wordt om die redenen integraal vrijgesproken van het tenlastegelegde onder parketnummer 08/700664-12 sub 1 en 2.
Feit 3 (witwassen)
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Volgens de officier van justitie zijn er contante bedragen van € 3.600,-- en € 1.250,-- gestort op de rekening van de partner van verdachte, [naam 2] . De eerste storting valt in de periode dat [slachtoffer 1] werkzaamheden verrichtte in de prostitutie en waaruit verdachte voordeel zou hebben getrokken. De tweede storting valt in de periode waarin [slachtoffer 2] prostitutiewerkzaamheden verrichte, waaruit verdachte voordeel zou hebben getrokken, maar ook in de periode waarin hij geld heeft afgeperst van [slachtoffer 4] . Aangezien niet is gebleken dat deze geldbedragen afkomstig zijn van een legale inkomstenbron, acht de officier van justitie bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (medeplegen van) het verwerven, voorhanden hebben, overdragen of omzetten van gelden, afkomstig van of uit enig misdrijf (witwassen).
De raadsman stelt dat, indien verdachte wordt vrijgesproken van het onder parketnummer 08/700664-12, sub 1 en 2 tenlastegelegde, er evenmin een veroordeling kan volgen voor het sub 3 ten laste gelegde feit. Bovendien zijn zowel de herkomst van de geldbedragen, als de persoon die de geldbedragen heeft gestort, onbekend gebleven, hetgeen eveneens tot vrijspraak dient te leiden.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Naar inmiddels bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad kan witwassen bewezen worden geacht, indien het, op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden, niet anders kan zijn dan dat het geld in kwestie uit enig misdrijf afkomstig is. Uit het dossier noch uit hetgeen ter terechtzitting is gebleken, kan worden vastgesteld van wie of waaruit de geldbedragen afkomstig zijn. Mevrouw [naam 2] heeft daar weliswaar verschillend over verklaard (afkomstig uit spaargeld, dan wel van haar vader), maar enig bewijsmiddel waaruit volgt dat de bedragen niet anders dan uit criminele bron afkomstig kunnen zijn, ontbreekt, terwijl ook [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op geen enkel moment hebben verklaard over het afstaan van (grote) geldbedragen aan verdachte. Daaruit volgt dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor witwassen, zodat verdachte ook van dit feit dient te worden vrijgesproken.
5.2
Parketnummer 08/910049-13
Feit 1 (poging tot seksuele uitbuiting van [slachtoffer 3] )
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan, kort gezegd, een poging tot seksuele uitbuiting van een persoon genaamd [slachtoffer 3] (of [slachtoffer 3] ) . Verdachte wordt daarom ook voor dit feit vrijgesproken.
Feit 2 (bedreiging en/of afpersing van [slachtoffer 4] )
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie is van oordeel dat uit tapgesprekken blijkt dat [slachtoffer 4] in toenemende mate onder druk is gezet en bedreigd door verdachte en medeverdachte [verdachte 2] . [slachtoffer 4] heeft een bedrag betaald en is door verdachte en [verdachte 2] verder onder druk gezet ook de rest te betalen. Een en ander blijkt, naast genoemde tapgesprekken, uit de verklaringen van [slachtoffer 4] en zijn partner, de herkenning van de stem van [verdachte 2] als degene die de bedreigende telefoongesprekken voerde en de informatie uit de telefoon van verdachte, waarin het telefoonnummer van de aangever is opgeslagen.
De verdediging is van mening dat verdachte niets met deze zaak te maken heeft nu het om een Duitser zou gaan die [slachtoffer 4] heeft bedreigd, [slachtoffer 4] heeft verklaard niet bang te zijn voor verdachte en voorts dat er een overeenkomst was tussen [slachtoffer 4] enerzijds en [verdachte 2] en verdachte anderzijds. Verder is het alleen [slachtoffer 4] die het over een afpersing heeft. Tenslotte heeft [slachtoffer 4] geen aangifte willen doen tegen verdachte en/of [verdachte 2] , terwijl [slachtoffer 4] heeft verklaard evenmin bang te zijn voor medeverdachte [verdachte 2] . Aangezien er overigens geen bewijsmiddelen zijn, dient de verdachte, volgens de verdediging, ook voor dit feit te worden vrijgesproken.
De bewijsoverweging van de rechtbank
[slachtoffer 4] heeft tegenover de politie verklaard dat hij in januari 2013 door drie personen is beschoten in zijn huis en dat hij één van de daders herkende als een Duitser, van wie hij op een zeker moment de naam ( [naam 3] ), het adres en het telefoonnummer had. [2] Uit een proces-verbaal van bevindingen blijkt dat de politie heeft geconstateerd dat er minimaal drie keer geschoten is in de keuken van [slachtoffer 4] , wat aansluit bij de verklaring van de partner van [slachtoffer 4] , die een knal had gehoord en vervolgens zag dat de ruit van de achterdeur stuk was en dat er gaten in de keukenkastjes zaten. [3] De adressen die [slachtoffer 4] in zijn navigatieapparaat heeft van een zekere “ [naam 3] ”, zijnde bedoelde Duitser, komen goeddeels overeen met de gegevens die door de Duitse politie zijn verstrekt over ene [naam 4] . [4]
[slachtoffer 4] kwam in contact met [bijnaam verdachte 2] (zijnde een alias van [verdachte 2] ) en zijn oom [verdachte 1] , aan wie [slachtoffer 4] in totaal € 5.000,-- in het vooruitzicht heeft gesteld. Zij zouden dat geld ontvangen als zij voor [slachtoffer 4] verhaal gingen halen bij die Duitser. Nadat [slachtoffer 4] er achter kwam dat bedoelde Duitser inmiddels was vertrokken naar Finland en daar gedetineerd was, wilde [slachtoffer 4] de deal terugdraaien. Dat was volgens [slachtoffer 4] tegen de zin van [verdachte 1] en [verdachte 2] , die hem (en zijn vrouw) bedreigden en het toegezegde bedrag opeisten. Daarop heeft verdachte € 5.000,-- euro aan hen betaald. In eerste instantie
€ 2.500,--, waarna ze hem de rest – aldus [slachtoffer 4] – afgeperst hebben. [5] Van foto’s herkent [slachtoffer 4] [verdachte 2] voor 100% als [verdachte 2] en hij herkent [verdachte 1] als de oom van [verdachte 2] , welke oom altijd belde met het nummer van [slachtoffer 2] . [6]
De verklaring van [slachtoffer 4] komt voorts overeen met de tapverslagen van telefoongesprekken die verdachte en [verdachte 2] met [slachtoffer 4] voerden, waarbij ze [slachtoffer 4] op niet mis te verstane wijze laten weten geld van hem te willen hebben, onder meer door tegen hem te zeggen: “(…) Dat ik jouw kop ga verbouwen waar jouw kinderen bij zijn.” ( [verdachte 2] ) en “moet betalen anders is je vrouw van mij” (verdachte). [7] De stemmen van voornoemde personen zijn herkend door een verbalisant. [8] In de telefoon van verdachte wordt het telefoonnummer van [slachtoffer 4] aangetroffen, terwijl gebleken is dat met deze telefoon op 11 februari 2013 en op 14 februari 2013 uitgaande telefoontjes hebben plaatsgevonden naar [slachtoffer 4] telefoonnummer. [9]
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte met medeverdachte [verdachte 2] [slachtoffer 4] zowel heeft bedreigd als afgeperst, zoals hierna bewezenverklaard.
Feit 3 (bedreiging van personen bij een wedstrijd van FC Twente)
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gesteld dat nu verdachte heeft bekend dat hij ten overstaan van een groep bestaande uit een tiental personen een mes heeft getrokken en dat die groep daarop, aldus een getuige, abrupt stopte met het toelopen naar een persoon waarmee kennelijk onenigheid was ontstaan, er sprake is geweest van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Een beroep op noodweer kan niet slagen aangezien verdachte niets anders heeft ondernomen om de groep te stoppen maar direct een mes heeft getrokken. Daarmee voldeed de situatie niet aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Volgens de verdediging heeft verdachte weliswaar een mes getrokken, maar was er sprake van een noodweersituatie: hij heeft immers [naam 5] (en zichzelf) willen beschermen tegen de groep personen die deze [naam 5] agressief tegemoet trad.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
[naam 5] heeft tegenover de politie verklaard dat op 16 februari 2013 in het supportershome van (vak P van) FC Twente een groep van een man of tien op hem afkwam. Hoewel zijn zicht beperkt was en hij niet kon zien wat verdachte precies deed, merkt hij op dat het opstootje net zo snel stopte als het begon. [10] De op die dag achter de bar van FC Twente werkzame [getuige] heeft verklaard dat zij hoorde, dat er een vechtincident was geweest waar [naam 5] bij betrokken was geweest en waar [verdachte 1] toen tussen gesprongen is en een mes heeft getrokken. Daar heeft zij volgens eigen zeggen de verdachte ook op aangesproken. [11] Volgens verdachte is hij toen inderdaad met een mes tussen genoemde [naam 5] en een groep supporters, die op [naam 5] afkwamen, gesprongen. Daarop stopte deze groep. [12] Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan, kort gezegd, bedreiging van deze groep personen met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Voor wat betreft het beroep op noodweer overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte, die destijds verantwoordelijk was voor het zogenaamde deurbeleid, niet op een andere wijze de beweerdelijk opdringende groep tot staan had kunnen brengen. Verdachte had het gevaar ook verbaal, of met hulp van andere stewards kunnen bezweren. Dit klemt te meer nu verdachte in zijn – hierboven genoemde – verklaring stelt dat “de jongens” hem wel kennen en weten dat hij van het deurbeleid is. Bovendien is er volgens verdachte tijdens elke thuiswedstrijd wel ruzie en vond verdachte het zelf ook “een domme actie”. Met het zogenoemde deurbeleid (het als steward beveiligen en bewaken van het gedrag van supporters) is bovendien onverenigbaar het dragen en hanteren van een zelf meegebracht steekwapen. Daarmee staat naar het oordeel van de rechtbank tevens vast dat het wapengebruik, als er al sprake zou zijn geweest van een noodweersituatie, disproportioneel is geweest, zodat ook om die reden het noodweerberoep gepasseerd moet worden.
Feit 4 (mishandeling van [slachtoffer 5] )
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie is van mening dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte [slachtoffer 5] een aantal keren tegen het gezicht heeft gestompt en geslagen, aangezien verdachte dit feit erkent. Nu verdachte slechts schrammen aan de confrontatie met het slachtoffer heeft overgehouden en het slachtoffer aanzienlijk letsel aan zijn oog had, was er geen sprake van een gelijkelijk over en weer klappen uitdelen.
Volgens de raadsman was het wel degelijk een kwestie van over en weer slaan en was verdachte slechts bezig met het handhaven van de orde. Er was bovendien sprake van noodweer; aangezien [slachtoffer 5] begon met slaan en verdachte niet anders kon dan terugslaan.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 5] geslagen heeft, [13] maar dat [slachtoffer 5] begon. Verdachte verklaart geslagen te hebben uit noodweer. Verdachte had, blijkens zijn verklaring tegenover de politie op 9 juli 2013 (blz. 2079) afgelegd, slechts wat schrammen opgelopen bij zijn confrontatie met [slachtoffer 5] . Dat was in augustus 2011. [slachtoffer 5] , die zelf geen aangifte heeft gedaan, wordt door getuige [getuige] herkend (blz. 08020) van een foto (blz. 08022). Op deze foto is [slachtoffer 5] te zien met een forse verkleuring bij een oog en bloed aan de linkerkant van zijn gezicht. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij dit letsel heeft toegebracht. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gestelde noodweersituatie niet aannemelijk is geworden. Enkel verdachte verklaart immers dat [slachtoffer 5] als eerste zou hebben geslagen. Daarbij komt dat verdachte, in tegenstelling tot [slachtoffer 5] , niet of nauwelijks verwondingen had, waaruit evenmin aannemelijk wordt dat verdachte uit noodweer handelde en daarbij proportioneel geweld heeft gebruikt. Het beroep op noodweer wordt daarom verworpen.
5.3
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/700664-12 sub 1, 2 en 3 en onder parketnummer 08/910049-13 sub 1 is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder parketnummer 08/910049-13 sub 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 15 maart 2013 in de
gemeente Enschede, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers hebben verdachte en zijn mededader
opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: “Luister jij gaat
nou gewoon hier heen komen, jij kanker gelul de hele tijd hoor, want ik hoor
dingen, jij gaat nou hier komen.” en “Joh, hou je kankerbek, je komt gewoon
hier heen.” en “Luister, wat wil je, wat wil je, dat ik je hele kop ga
verbouwen. Dat ik jouw kop ga verbouwen waar jou kinderen bij zijn.” en
Nou dan, dus ga gewoon focking hier heen komen.” en “Hou je focking bek
jonge.” en “Als jij niet belt jonge, ik zweer het jonge, ik ben helemaal
klaar met jou.” en “Jonge, jij gaat gewoon focking aanmaken, nou is het
gewoon, nou gaan alle remmen los.” en “ik geef jou nog één focking laatste
kans, als jij er niet bent is zij van mij. Dat beloof ik.” en “Ja, dit is
nu je laatste kans.”;
en
hij in de periode van 1 januari 2013 tot en met 15 maart 2013 in de gemeente Enschede, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een
ander wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld, [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van geld (ongeveer 5000,= Euro) toebehorende aan [slachtoffer 4] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn
mededader dreigend tegen die [slachtoffer 4] hebben gezegd “Luister jij gaat
nou gewoon hier heen komen, jij kanker gelul de hele tijd hoor, want ik hoor
dingen, jij gaat nou hier komen.” en “Joh, hou je kankerbek, je komt
gewoon hier heen.” en “Luister, wat wil je, wat wil je, dat ik je hele kop
ga verbouwen. Dat ik jouw kop ga verbouwen waar jou kinderen bij zijn.” en
Nou dan, dus ga gewoon focking hier heen komen.” en “Hou je focking bek
jonge.” En “Als jij niet belt jonge, ik zweer het jonge, ik ben helemaal
klaar met jou.” en “Jonge, jij gaat gewoon focking aanmaken, nou is het
gewoon, nou gaan alle remmen los.” en “ik geef jou nog één focking laatste
kans,als jij er niet bent is zij van mij. Dat beloof ik.” en “Ja, dit is
nu je laatste kans.” en/of “He, maar je moet dat nu wel regelen he.”;
3.
hij op 16 februari 2013 in de gemeente Enschede (in het supportershome van VAK P van FC Twente) meerdere onbekend gebleven personen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een mes in zijn hand gehad en een mes naar in de richting van die personen gehouden;
4.
hij omstreeks 13 augustus 2011 in de gemeente Enschede opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 5] ) meermalen met de vuisten tegen het gezicht heeft gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/910049-13 sub 2, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezenverklaard, zodat zij hem daarvan in zoverre zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 285, 300 en 317 Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
onder parketnummer 08/910049-13 feit 2
het misdrijf: medeplegen van bedreiging met zware mishandeling en
het misdrijf: medeplegen van afpersing;
onder parketnummer 08/910049-13 feit 3
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
onder parketnummer 08/910049-13 feit 4:
het misdrijf: mishandeling.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten, gelet ook op wat de rechtbank hier boven heeft opgemerkt over de noodweer-verweren. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

De gronden voor een straf of maatregel
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat er, gelet op de ernst van de door haar bewezen geachte feiten een gevangenisstraf voor de duur van 28 maanden op zijn plaats is. Daarbij houdt de officier van justitie er rekening mee dat verdachte eerder is veroordeeld voor openlijke geweldpleging, terwijl zij voorts rekening houdt met de strafverzwarende omstandigheid dat er sprake was van medeplegen, hetgeen ruimschoots opweegt tegen de omstandigheid dat de zaken verouderd zijn ten gevolge van verhoren bij de rechter-commissaris, het wachten op een reactie op het rechtshulpverzoek en planningsperikelen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat er rekening moet worden gehouden met het gebrekkige optreden van de politie die ten onrechte getuigen van het bed lichtte en hen er op wees dat zij de waarheid moesten vertellen, advocaten lastig vielen, verdachte vervolgde om niets en de slordige behandeling van deze groots aangezette, politiek gekleurde zaak door het Openbaar Ministerie.
De overwegingen van de rechtbank
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan bedreiging en afpersing van [slachtoffer 4] , hij heeft anderen met een mes bedreigd en hij heeft voorts iemand mishandeld. Verdachte heeft anderen onheus en onnodig gewelddadig bejegend om hen te laten doen wat hij meende dat in de gegeven situatie geboden was. Hij heeft steeds voor eigen rechter gespeeld door met geweld of dreiging met geweld zijn doel te bereiken. Daarbij heeft hij weinig of geen respect getoond voor de lichamelijke integriteit en standpunten van anderen. Dergelijk gedrag kan en mag niet onbestraft blijven.
Alles overwegende acht de rechtbank passend en geboden dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest (108 dagen), gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf teneinde verdachte er van te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 27 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/910049-13 sub 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/910049-13 sub 2, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd dan bewezenverklaard en spreekt hem daarvan in zoverre vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
het misdrijf: medeplegen van bedreiging met zware mishandeling en het misdrijf en medeplegen van afpersing;
onder parketnummer 08/910049-13 feit 3
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
onder parketnummer 08/910049-13 feit 4:
het misdrijf: mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08/910049-13 onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechtbank de tenuitvoerlegging gelast:
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. C.C.S. Koppes en
mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 18 augustus 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit een tiental ordners van de regiopolitie Oost-Nederland, terwijl de rug van die ordners telkens vermeldt: “Dominica” en het nummer 05EVP12007 en waarbij deze ordners zijn doorgenummerd tot bladzijde 013167. Het afsluitende proces-verbaal is gedateerd 30 juli 2013. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 18 juni 2013, blz. 07049 tem. 07053.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juni 2013, blz. 07055 en 07056.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juli 2013, blz. 07069. Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juli 2013, blz. 7071.
5.Verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 18 juni 2013, blz. 07049 tem. 07035.
6.Verhoor getuige [slachtoffer 4] d.d. 18 juni 2013, blz. 07051.
7.Weergave tapgesprekken blz. 07045 tem. 07048,
8.Proces-verbaal van stemherkenning d.d. 28 mei 2013, blz. 07131 en 07132.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2013, blz. 07073 en 07074.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 juni 2013, blz. 08026 tem. 08028.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 juni 2013, blz. 08010 tem. 0814.
12.Proces-veerbaal van verhoor verdachte d.d. 11 juni 2013, blz. 08034 tem 08037.
13.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 augustus 2015, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv.