Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Het procesverloop
7 juli 2015, alwaar zijn verschenen namens appelanten, [appellant] , bijgestaan
door mr. T. de Waard en mr. D.S. de Waard, alsmede de curatoren mr. D. Meulenberg en
mr. J.T. Stekelenburg, bijgestaan door mr. drs. E.T. Meijer.
De ontvankelijkheid van appellanten in hoger beroep
[appellant] en [appellante] het verzoek hebben gedaan als directieleden / middellijk bestuurders van (vrijwel) alle “Oad-vennootschappen” en dat zij uit dien hoofde genoemde vennootschappen (nog steeds) vertegenwoordigen. De [appellant] en [appellante] zijn nog steeds directieleden / middellijk bestuurders van de
Oad-vennootschappen en gelet daarop kunnen ze dan ook in hun beroep worden ontvangen.
De beslissing van de rechter-commissaris
De gronden van hoger beroep
OAD-vennootschappen en als zodanig die vennootschappen vertegenwoordigen.
OAD-vennootschappen stellen zich op het standpunt dat de curatoren een fout maken wanneer zij volharden in hun weigering de OAD-vennootschappen inzage te geven in hun persoonlijk archief en de daarmee samenhangende administratie.
De beoordeling van het hoger beroep
in hun verzoek aan de rechter-commissaris met het begrip “directieleden”, het bestuur van de OAD-vennootschappen hebben bedoeld. Nu niet in geschil is dat [appellanten]
bestuurders zijn van vrijwel alle OAD-vennootschappen, is de rechtbank van oordeel dat zij in hun verzoek aan de rechter-commissaris hadden moeten worden ontvangen.
De beoordeling van het verzoek
dat een belangenafweging dient te worden gemaakt, waarbij het belang van de OAD-vennootschappen bij inzage in hun eigen administratie moet prevaleren ten opzichte van het door de curatoren gestelde belang. Appellanten zijn van mening dat de curatoren juist belang kunnen hebben bij het verlenen van inzage, omdat dit de procespositie van de STAK versterkt en er met deze procedure een weg wordt gebaand voor een eventuele procedure die de curatoren willen entameren tegen de Rabobank.
van een eventuele procedure eigen keuzes te kunnen maken, zonder daarbij het risico te lopen dat een derde het gras voor de voeten heeft weggemaaid, komt de rechtbank tot de conclusie dat het verzoek van de OAD-vennootschappen om inzage in de administratie moet worden afgewezen.