ECLI:NL:RBOVE:2015:4180
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- G.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Opheffing executoriaal derdenbeslag op periodieke betalingen en opschorting van dwangsom in afwachting van eindbeschikking omgangsregeling minderjarige
In deze zaak heeft de vrouw, hierna aangeduid als eiseres, gevorderd om het executoriaal derdenbeslag op haar periodieke betalingen op te heffen. Tevens verzocht zij om opschorting van de looptijd van de dwangsom die aan haar was opgelegd, in afwachting van de eindbeschikking in een procedure waarin de minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige], wijziging van de omgangsregeling verzoekt. De vrouw heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, aangezien het beslag op haar inkomen haar in haar dagelijkse levensonderhoud raakt. De man, hierna aangeduid als gedaagde, heeft verweer gevoerd en stelt dat het opheffen van de dwangsom niet mogelijk is en dat er geen wettelijke grondslag voor opheffing is.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een procedure aanhangig is bij de kinderrechter, waarin [minderjarige] verzoekt om stopzetting van de omgangsregeling met zijn vader. De voorzieningenrechter kan in het kader van het kort geding niet vaststellen of [minderjarige] daadwerkelijk niet naar zijn vader wil, maar acht de kinderrechter wel in staat om hierover te oordelen. De voorzieningenrechter heeft besloten om de werking van de dwangsom op te schorten totdat er een eindbeschikking is in de procedure bij de kinderrechter.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het loonbeslag op de periodieke betalingen van de vrouw moet worden opgeheven, omdat zij zorg draagt voor een minderjarig kind en over haar inkomen moet kunnen beschikken. De beslissing over het beslag op roerende zaken is aangehouden in afwachting van de uitkomst van de procedure bij de kinderrechter. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.