ECLI:NL:RBOVE:2015:4855

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 oktober 2015
Publicatiedatum
30 oktober 2015
Zaaknummer
Awb 15/2200
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • W.F. Bijloo
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van een omgevingsvergunning voor tijdelijke wegverbinding in Kampen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 19 oktober 2015 uitspraak gedaan in het geschil tussen Stichting Werkgroep Zwartendijk en het college van burgemeester en wethouders van Kampen. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van 15 september 2015, waarbij aan Isaladelta een omgevingsvergunning is verleend voor het realiseren van een tijdelijke wegverbinding en het aanbrengen van voorbelasting voor definitieve brughoofden nabij de Nieuwendijk. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat, ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, een voorlopige voorziening kan worden gevraagd indien er onverwijlde spoed vereist is, gelet op de betrokken belangen. De rechter heeft beoordeeld of het besluit van verweerder geschorst diende te worden, gezien de voortgang van de werkzaamheden door Isaladelta, die gebruik maakte van de verleende omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verweerder niet bevoegd is om de werkzaamheden stil te leggen zolang de omgevingsvergunning niet is geschorst.

Gezien de weigering van Isaladelta om de werkzaamheden te staken, heeft de voorzieningenrechter besloten het bestreden besluit te schorsen totdat er een beslissing is genomen op het verzoek om voorlopige voorziening. Deze uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 15/2200
uitspraak van de voorzieningenrechter als bedoeld in artikel 8:83, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht
in het geschil tussen:

Stichting Werkgroep Zwartendijk, te Kampen, verzoekster,

en

het college van burgemeester en wethouders van Kampen, verweerder,

gemachtigde: mr. R.J.J. Aerts.

derde-belanghebbende: Isaladelta, te Kampen, vergunninghouder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 september 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan Isaladelta een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een tijdelijke wegverbinding en het aanbrengen van de voorbelasting voor de definitieve brughoofden nabij de Nieuwendijk. Deze omgevingsvergunning heeft betrekking op de activiteiten ‘het uitvoeren van een werk of werkzaamheden’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), ‘strijdig gebruik’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo en ‘het maken of veranderen van een uitweg’ als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder e, van de Wabo.
Hiertegen heeft verzoekster bij brief van 7 oktober 2015 bezwaar gemaakt.
Bij brief van 13 oktober 2015 heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt, door de indiener van het bezwaarschrift aan de voorzieningenrechter van de rechtbank een voorlopige voorziening worden gevraagd. Bij de beoordeling van een zodanig verzoek dient te worden nagegaan of onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening vereist. Voorzover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt uitgesproken dat tevens het onderwerp van de bezwarenprocedure raakt, heeft dit oordeel een voorlopig karakter.
2. In het onderhavige geding dient de vraag te worden beantwoord of onverwijlde spoed vereist dat het besluit van verweerder van 15 september 2015, inhoudende het verlenen van een omgevingsvergunning voor het realiseren van een tijdelijke verbindingsweg en het aanbrengen van de voorbelasting voor de definitieve brughoofden nabij de Nieuwendijk, wordt geschorst dan wel dat anderszins een voorlopige voorziening wordt getroffen.
De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat verweerder op dit moment niet bevoegd is om de reeds aangevangen werkzaamheden stil te leggen. Isaladelta maakt immers gebruik van de aan hem verleende omgevingsvergunning zodat, tenzij er wordt afgeweken van deze vergunning, er geen sprake is van een overtreding van het verbod om werken of werkzaamheden uit te voeren dan wel een uitweg te maken of veranderen zonder een daartoe strekkende omgevingsvergunning. Verweerder is pas bevoegd om de werkzaamheden stil te leggen indien en nadat de voorzieningenrechter de omgevingsvergunning heeft geschorst. Immers, dan is er sprake van de situatie dat er vergunningplichtige werkzaamheden worden verricht zonder omgevingsvergunning.
Ter voorkoming dat ten tijde van de mondelinge behandeling de werkzaamheden (deels) gereed zijn waardoor de behandeling van het schorsingsverzoek illusoir zal zijn, heeft de voorzieningenrechter, bij monde van verweerder, Isaladelta verzocht of hij bereid is de werkzaamheden te staken en gestaakt te houden totdat hij een uitspraak heeft gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. Isaladelta deelde daarop mee dat hij bereid is de werkzaamheden te staken. Uit een controle ter plaatse door een toezichthouder, werkzaam bij de gemeente Kampen, is evenwel gebleken dat de werkzaamheden onverkort worden voortgezet.
Gelet op deze weigerachtige houding van Isaladelta, ter voorkoming van een (nagenoeg) onomkeerbare situatie en omdat op grond van de thans voorhanden zijnde gegevens niet duidelijk is of de verleende omgevingsvergunning in stand kan blijven, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het bestreden besluit te schorsen totdat hij op het verzoek om voorlopige voorziening zal hebben beslist.

Beslissing

De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit van 15 september 2015 totdat op het verzoek om een voorlopige voorziening is beslist.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.F. Bijloo, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.E.M. Lever, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.