VI. het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3. De eisende partij heeft hiertoe aangevoerd, kort samengevat, dat [gedaagde] misbruik maakt van recht door de beschikking ten uitvoer te leggen en dat de beslagen vexatoir zijn gelegd. De vordering is onvoldoende bepaald, niet opeisbaar en er zijn een aantal correctieposten. De vordering van [gedaagde] op [eiser] bedraagt volgens [eiser] maximaal € 21.365,85, op welk bedrag nog een aantal verrekenposten in mindering strekken. Bovendien legt [gedaagde] beslag ter inning van vorderingen waarvoor geen titel bestaat.
4. [gedaagde] heeft kort gezegd geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen.
Op de standpunten van partijen wordt hieronder nader ingegaan.
5. De voorzieningenrechter stelt voorop dat niet elk convenant, dat aan een echtscheidingsbeschikking is gehecht en daarvan deelt uitmaakt (zoals in casu) een voor tenuitvoerlegging vatbare titel oplevert. Dat hangt, zoals ook door partijen is aangevoerd, af van de wijze waarop het convenant is geredigeerd. Volgens [gedaagde] heeft zij op grond van het convenant een vordering op [eiser] van € 33.689,99, zoals gespecificeerd in de pleitnota. Volgens [eiser] is het bedrag veel lager. Verreweg het grootste deel van deze vordering betreft de kwestie verdeling van de overwaarde van de verkochte woning. Die kwestie is in het convenant opgenomen als onder punt 1 weergegeven. De situatie in het convenant opgenomen onder “
Aflossing zakelijke schuld”, heeft zich voorgedaan. [gedaagde] heeft van het netto saldo van de verkoop van de woning niet de helft ontvangen. Partijen zijn het er over eens dat in het convenant niet is opgenomen wanneer in dat geval het aan [gedaagde] toekomende bedrag opeisbaar is (en hoe dat bedrag door [eiser] betaald moet worden).
6. De voorzieningenrechter heeft (voorlopig oordelend) ter zitting reeds laten weten dat het uitgangspunt is dat mitsdien het bedrag direct en ineens opeisbaar is. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vordering van [gedaagde] op [eiser] op zich voldoende duidelijk is geredigeerd, en dat de beschikking wat dat betreft kan worden geëxecuteerd.
7. Partijen zijn het weliswaar niet eens over de hoogte van de vordering van [gedaagde] op [eiser] , maar voldoende vast staat dat dit in elk geval, onbetwist, een bedrag van rond de
€ 15.000,00 bedraagt. [eiser] zelf heeft met zoveel woorden aangegeven dat [gedaagde] een vordering van maximaal € 21.365,85 heeft, op welk bedrag nog in mindering dient te strekken enkele aftrekposten tot een bedrag van ongeveer € 6500,00, dus ongeveer
€ 15.000,00.
[gedaagde] is derhalve (in elk geval) gerechtigd te executeren tot een bedrag van € 15.000,00.
8. De eisende partij heeft voorts opmerkingen gemaakt over de rechtmatigheid van de verschillende beslagen.
Het bankbeslag, gelegd op het bankrekeningnummer van [eiser] , is gelet op het hiervoor overwogene rechtmatig gelegd op de bankrekening van [eiser] . Het beslag is inmiddels geëffectueerd.
Het beslag op de roerende zaken van [eiser] en [eiseres] is rechtmatig gelegd voor zover de roerende zaken eigendom zijn van [eiser] . Voorlopig oordelend houdt de voorzieningenrechter, ten aanzien van de vraag wie eigenaar is, aan de notarieel opgemaakte lijst van eigendommen, door [eiser] overgelegd als productie 13.
[eiser] heeft aangevoerd dat zaken in beslag zijn genomen die eigendom zijn van [eiseres] , niet van [eiser] .
Blijkens het proces-verbaal van inbeslagname is beslag gelegd op:
- Een witte kinderbox
- Servies ikea 365-serie met borden, bekers en kommen
- Een ombouw van een boxspring
- TV Samsung, flatscreen
- Stereo van het merk Onkyo
- Een geluidsbox van het merk Sony
- Verzameling CD’s en DVD’s in grijze box
- Partij divers gereedschap
- Kinderfiets van het merk Snake
- Een niet in gebruik zijnde losse matras
- Grasmaaier
- Tuinstoelen + tafel zich bevindende in de caravan
- Personenauto, merk BMW 3181 Cabrio E2, kleur zwart, [kenteken 1]
- Caravan, merk Bürstner, [kenteken 2]
- Een witte Peugeot E Bike.
De meeste zaken staan op de opgemaakte lijst als zijnde eigendom van [eiser] . Deze zijn derhalve rechtmatig in beslag genomen.
Dit geldt niet voor de volgende zaken, aldus [eiser] : de BMW, de geluidsbox, een kinderfiets, de witte peugeot E-bike, en de caravan.
Voorlopig oordelend heeft [gedaagde] ook de kinderfiets rechtmatig in beslag kunnen nemen, nu op de lijst van eigendommen bij [eiser] staat “Fiets Snake”. De overige zaken zijn voorlopig oordelend geen eigendom van [eiser] . De geluidsbox komt voor op de lijst als zijnde van [eiseres] en gelet op de producties 14, 15 en 16 bij de dagvaarding gaat de voorzieningenrechter er voorshands van uit dat de E-Bike, de caravan en de BMW geen eigendom zijn van [eiser] , zodat het beslag in zoverre niet rechtmatig is gelegd.
Ten aanzien van de beslagen op de roerende zaken van de v.o.f. Tuttitalia en het derdenbeslag bij ASR heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd dat deze beslagen onrechtmatig zijn gelegd. Deze zullen derhalve niet worden opgeheven.
Verder staat vast dat de derdebeslagene [L] heeft verklaard dat hij geen gelden aan [eiser] is verschuldigd, zodat dit beslag geen effect heeft gehad. [gedaagde] heeft de kosten van dit beslag ook niet gevorderd.
9. Gelet op het voorgaande zal de volgende voorlopige voorziening worden gegeven.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd, gelet op het feit dat beide partijen over een weer in het (on-)gelijk zijn gesteld en overigens ook ex-echtelieden zijn geweest, uit welke verhouding de onderhavige vorderingen zijn voortgevloeid.