Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de producties 1 tot en met 4 aan de zijde van de vrouw
- de onttrekking van de advocaat van de man
- de mondelinge behandeling.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een executiegeschil, vordert de vrouw de opheffing van een loonbeslag dat op 10 september 2015 door de man is gelegd. De vrouw stelt dat zij aan haar verplichtingen uit een eerder vonnis van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 9 april 2013 heeft voldaan, door haar bijdrage in de woonlasten rechtstreeks aan Woonfonds Hypotheken te betalen. De man betwist dit en stelt dat de vrouw in strijd met het vonnis heeft gehandeld door de betalingen niet aan hem, maar aan de hypotheekverstrekker te doen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vrouw materieel gezien uitvoering heeft gegeven aan het vonnis, ondanks dat zij formeel niet aan de voorwaarden heeft voldaan. De voorzieningenrechter concludeert dat de man geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij het voortzetten van de executie en dat hij onrechtmatig handelt door beslag te leggen op het loon van de vrouw. Het beslag wordt opgeheven en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 17 november 2015.