ECLI:NL:RBOVE:2015:5712

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2015
Publicatiedatum
23 december 2015
Zaaknummer
C/08/179544 / KG ZA 15-382
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing en verwijdering van een leerling van een basisschool; ouders niet-ontvankelijk in hun vorderingen

In deze zaak hebben ouders een kort geding aangespannen tegen de Stichting Scholengroep Primato, omdat hun zoon, die speciaal basis onderwijs volgde op basisschool 'De Stiepel', was geschorst en een verwijderingsprocedure was gestart. De ouders vorderden dat hun zoon tijdelijk zou worden toegelaten tot de school en dat er zorg gedragen zou worden voor een PCL-beschikking, zodat hij kon worden toegelaten tot een nieuwe SBO-school. De rechtbank Overijssel heeft echter geoordeeld dat de ouders niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen. De voorzieningenrechter overwoog dat de besluiten van Primato, als stichting voor openbaar primair onderwijs, onder de Algemene wet bestuursrecht vallen. Dit betekent dat de ouders bezwaar kunnen maken tegen de schorsing en verwijdering via de bestuursrechter, en dat de civiele rechter niet bevoegd is om hierover te oordelen. De ouders zijn in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard en zijn veroordeeld in de proceskosten van Primato, die zijn begroot op € 613,--.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/179544 / KG ZA 15-382
Vonnis in kort geding van 22 december 2015
in de zaak van

1.[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
verder te noemen [eisers] of de ouders,
advocaat mr. S.G. Volbeda te Arnhem,
tegen
de stichting
STICHTING SCHOLENGROEP PRIMATO,
gevestigd te Hengelo,
gedaagde,
verder te noemen Primato,
bijgestaan door mr. Auw Yang-van der Veer te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties,
  • de (aanvullende) producties van Primato,
  • de aanvullende producties van de ouders,
  • de mondelinge behandeling,
  • de pleitnota van de ouders,
  • de pleitnota van Primato.
1.2.
Ten slotte is - bij vervroeging - vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
In deze zaak staat als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken en/of blijkend uit niet-betwiste producties het navolgende vast.
2.2.
De zoon van [eisers] , [minderjarige] , genoot sinds
18 augustus 2014 speciaal basis onderwijs (SBO) op de openbare basisschool SBO “De Stiepel” (hierna: “De Stiepel” of de school), vallend onder het bestuur van Primato.
2.3.
Op 29 oktober 2015 heeft de directeur van de school, de heer [M] , aan de ouders een mailbericht gestuurd waarin hen werd meegedeeld dat [minderjarige] met ingang van 30 oktober 2015 is geschorst en dat het bestuur een verwijderingsprocedure zal gaan starten.
2.4.
Bij brief van 2 november 2015 is door [M] namens het College van Bestuur van Scholengroep Primato aan de ouders - kort gezegd - onder vermelding van de reden(en), meegedeeld dat [minderjarige] met ingang van 2 november tot uiterlijk 5 november (2015, toevoeging voorzieningenrechter) is geschorst, dat [minderjarige] de toegang tot de school gedurende deze schorsing wordt ontzegd. Daarbij is aangegeven dat er binnen zes weken na ontvangst van de brief bezwaar kan worden gemaakt tegen dit besluit.
2.5.
Bij brief van 3 november 2015 is namens de ouders bezwaar gemaakt tegen de in het mailbericht van 29 oktober 2015 opgelegde schorsing. De ouders sommeren dat het door [M] genomen besluit van 29 oktober 2015 wordt herroepen en dat [minderjarige]
4 november 2015 weer welkom is op school. Indien niet dan wel niet in gunstige zin voor voornoemde termijn wordt vernomen, zal een voorlopige voorziening worden gestart om het recht op onderwijs van [minderjarige] af te dwingen.
2.6.
Namens het bestuur van Primato is door de heer [L] , algemeen directeur a.i. (hierna: [L] ), bij brief van 3 november 2015 gereageerd op het voornoemd bezwaar van [eisers] Het bestuur deelt mee dat het niet kan ingaan op de gestelde eis en deelt tevens mee dat het per direct een passende onderwijsplek voor [minderjarige] heeft gevonden op “De Stapsteen” te Hengelo.
2.7.
Bij besluit van 3 november 2015 is aan de ouders meegedeeld dat [minderjarige] met ingang van 5 november 2015 op grond van artikel 40 van de Wet op het Primair Onderwijs (Wpo) van school zal worden verwijderd. Daarbij is aangegeven dat is voldaan aan de verplichting om op zoek te gaan naar een vervolgschool voor [minderjarige] , dat [minderjarige] voorafgaand aan de definitieve verwijdering van school met onmiddellijke ingang van
5 november 2015 zal worden geschorst, dat de school zorg wil dragen voor het beschikbaar stellen van huiswerk en dat tegen dit besluit binnen zes weken na ontvangst van het besluit bezwaar kan worden gemaakt bij Primato.
2.8.
Bij (afzonderlijke) besluiten van 3 december 2015 is aan de ouders en Primato namens het bestuur van het Samenwerkingsverband (SWV) PO 2302 de aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van het bestuur van de school betreffende [minderjarige] toegekend. [minderjarige] wordt toegelaten tot het Speciaal Onderwijs (SO). In de besluiten is
- kort gezegd - vermeld dat conform artikel 18a lid 12 Wpo binnen zes weken na dagtekening van de TLV bezwaar kan worden gemaakt tegen het besluit bij het bestuur van het SWV.
2.9.
Bij brief van 11 december 2015 is namens de ouders bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 2 november 2015 en 3 november 2015 betreffende de schorsing per
30 oktober 2015 en verwijdering per 5 november 2015 van [minderjarige] .
3. Het geschil
3.1.
Het gevorderde door de ouders strekt er - primair - toe dat [minderjarige] tijdelijk wordt toegelaten tot “De Stiepel” en er wordt zorggedragen voor het verkrijgen van een
PCL- beschikking, inhoudende dat [minderjarige] SBO-zorg nodig heeft, teneinde ervoor zorg te dragen dat [minderjarige] kan worden toegelaten op een nieuwe SBO-school, dan wel - subsidiair - dat [minderjarige] definitief wordt toegelaten tot “De Stiepel”, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Primato in de proceskosten.
3.2.
Primato heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling van het geschil, moet beoordeeld worden of de civiele voorzieningenrechter bevoegd is. Primato heeft als (primair) verweer aangevoerd dat, nu zij een Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs is, de door haar genomen besluiten, zoals een verwijderingsbesluit, besluiten zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daartegen kan bezwaar en vervolgens beroep bij de bestuursrechter worden ingesteld en hangende bezwaar kan aan de bestuursrechter een voorlopige voorziening worden gevraagd.
4.2.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
4.3.
Ingevolge artikel 40 en artikel 40c Wpo berust de beslissing over toelating, schorsing en verwijdering bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag is het bestuur van Primato. Primato is een stichting voor openbaar primair onderwijs.
4.4.
Het bestuur van Primato vormt ten aanzien van het openbaar onderwijs een college dat met openbaar gezag is bekleed in de zin van artikel 1:1 van de Awb. Besluiten van het bestuur van Primato inzake toelating, schorsing en verwijdering zijn dan ook aan te merken als besluiten in de zin van de Awb, waartegen bezwaar en beroep ingevolge die wet openstaat. De ouders hebben ook bezwaar gemaakt tegen het schorsings- en verwijderingsbesluit.
4.5.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter staat in het bestuursrecht in het onderhavige geval een met voldoende waarborgen omklede snelle rechtsgang open, waarin de ouders een vergelijkbaar resultaat kunnen bereiken, namelijk schorsing van het schorsings- en verwijderingsbesluit. Op grond van artikel 8:81 van de Awb kan, hangende bezwaar en beroep, indien onverwijlde spoed dat gelet op de betrokken belangen vereist, de bestuursrechter worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
4.6.
Voor zover het gevorderde geen betrekking heeft op de schorsing en verwijdering van [minderjarige] en de ouders zich op het standpunt stellen dat de (civiele) voorzieningenrechter daaraan zijn bevoegdheid kan ontlenen, volgt de voorzieningenrechter hen daarin niet. De ouders vorderen (ook) dat Primato wordt veroordeeld om zorg te dragen voor een – naar de voorzieningenrechter begrijpt nieuwe - PCL-beschikking op grond waarvan [minderjarige] kan worden toegelaten tot een andere SBO-school. Op 3 december 2015 heeft het bestuur van het SWV PO 2302 voor [minderjarige] een TLV voor het SO afgegeven. Dit is een besluit waartegen de ouders bezwaar kunnen maken en op deze bezwaarschriftenprocedure is, zoals ook volgt uit artikel 18a lid 12 Wpo, de Awb van toepassing. Namens de ouders is ter zitting verklaard dat zij bezwaar zullen maken tegen de TLV. Daarbij komt dat de burgerlijke rechter van de rechtsgeldigheid van de TLV dient uit te gaan zolang de bestuursrechtelijke weg open staat. Om het resultaat dat de ouders met dit onderdeel van de vordering beogen te bereiken, dient de TLV met succes te worden bestreden via bezwaar en (mogelijk) beroep. Hangende het bezwaar tegen dit besluit kunnen zij de bestuursrechter verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen.
4.7.
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet de burgerlijke rechter maar de bestuursrechter bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen. De ouders zullen dan ook ex artikel 70 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen. Nu de ouders niets hebben aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat hen, bijgestaan door een advocaat, de niet-ontvankelijkheid onduidelijk kon zijn, acht de voorzieningenrechter geen termen aanwezig het bepaalde in lid 2 van voormeld artikel toe te passen.
4.8.
De ouders zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Primato worden begroot op € 613,-- (griffierecht).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
Verklaart de ouders niet ontvankelijk in hun vorderingen.
5.2.
Veroordeelt de ouders in de proceskosten aan de zijde van Primato tot op heden begroot op € 613,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op
22 december 2015.