In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 15 september 2015 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van [A]. De bewindvoerder, I. Oude Middendorp, diende op 2 juli 2015 een verzoekschrift in tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling. Dit verzoek werd behandeld op de zitting van 8 september 2015, waarbij de bewindvoerder aanwezig was, maar [A] niet. De rechtbank heeft vastgesteld dat [A] niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, waaronder het niet overleggen van sollicitatiebewijzen en het niet informeren over de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs, wat zijn kansen op werk ernstig belemmert. De rechtbank oordeelde dat de schuldsaneringsregeling moest worden beëindigd op basis van artikel 350 lid 3 onder c en f van de Faillissementswet, omdat [A] niet de vereiste inlichtingen heeft verstrekt en zijn saneringsgezinde houding ontbrak. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er onvoldoende baten zijn om de vorderingen van de schuldeisers te voldoen, en dat de schulden aan Enexis en andere partijen niet tijdig zijn verklaard door [A]. De rechtbank heeft de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 2.954,01, inclusief onkosten en omzetbelasting, en het salaris van de bewindvoerder op € 389,17. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.