ECLI:NL:RBOVE:2015:634

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 februari 2015
Publicatiedatum
9 februari 2015
Zaaknummer
C/08/167053 / KG ZA 15-19
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een coffeeshop na huurachterstand van acht maanden

In deze zaak heeft de kortgedingrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 februari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de naamloze vennootschap N.V. Bergkwartier, gevestigd te Deventer, en een coffeeshop die niet verschenen was. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Baldan, vorderde ontruiming van de coffeeshop vanwege een huurachterstand van acht maanden. De gedaagde, die de bedrijfsruimte huurde sinds 1 oktober 2004, had vanaf juni 2014 geen huur meer betaald. De rechter oordeelde dat de huurachterstand voldoende grond gaf voor de ontruiming van het pand. De rechter verleende verstek tegen de niet verschenen gedaagde en beval deze om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen en ter beschikking te stellen aan Bergkwartier. Tevens werd een dwangsom opgelegd van € 750,00 per dag voor het geval de gedaagde niet aan de ontruimingsverplichting voldeed, met een maximum van € 50.000,00. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Bergkwartier op € 1.506,84 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/167053 / KG ZA 15-19
Vonnis in kort geding van 9 februari 2015
in de zaak van
naamloze vennootschap
N.V. BERGKWARTIER, MAATSCHAPPIJ TOT STADSHERSTEL,
gevestigd te Deventer,
eiseres,
advocaat mr. E. Baldan te Deventer,
tegen
[gedaagde],handelend onder de naam
Coffeeshop [naam coffeeshop],
wonende en zaakdoende te Deventer,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna Bergkwartier en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met de producties 1 tot en met 7
  • een tweetal ongenummerde producties van Bergkwartier
  • het bericht van [gedaagde] dat zij niet ter zitting zal verschijnen
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van Bergkwartier.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
[gedaagde] huurt met ingang van 1 oktober 2004 van Bergkwartier een bedrijfsruimte gelegen op de begane grond, plaatselijk bekend als [adres] Deventer (verder: het gehuurde) en heeft vanaf juni 2014 de aan Bergkwartier verschuldigde huurpenningen niet voldaan.
2.3.
Nu de huurachterstand acht maanden bedraagt, is aannemelijk dat de kantonrechter desgevorderd tot ontbinding van de huurovereenkomst zal overgaan. Gelet hierop kan thans op die ontbinding worden vooruitgelopen door [gedaagde] op na te melden wijze te veroordelen tot ontruiming van het pand.
2.4.
Het opleggen van een dwangsom als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing is aangewezen.
2.5.
De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv overbodig is.
2.6.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.7.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bergkwartier worden begroot op:
- dagvaarding € 77,84
- griffierecht 613,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.506,84

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen [gedaagde],
3.2.
beveelt [gedaagde] om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde te ontruimen en te verlaten en ter vrije beschikking van Bergkwartier te stellen en te laten,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Bergkwartier een dwangsom te betalen van € 750,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 3.2 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Bergkwartier tot op heden begroot op € 1.506,84,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2015.