ECLI:NL:RBOVE:2015:975

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 februari 2015
Publicatiedatum
24 februari 2015
Zaaknummer
C/08/166969 / KG ZA 15-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende straat- en contactverbod tussen ouders van minderjarigen

In deze zaak, die op 6 februari 2015 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde eiseres [A] een straat- en contactverbod tegen gedaagde [B]. Beide partijen zijn de biologische ouders van twee minderjarigen, die onder toezicht staan van Jeugdbescherming Overijssel. De procedure volgde na een mondelinge behandeling op 23 januari 2015, waarbij [A] haar vorderingen heeft verminderd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de gevraagde maatregelen.

De voorzieningenrechter overwoog dat [A] recht heeft op rust in haar woonomgeving en dat het gevorderde straatverbod, dat een beperkt gebied betreft, toewijsbaar is. [B] had onvoldoende belang aangetoond om zich in dat gebied te begeven. Daarnaast werd het contactverbod toegewezen, omdat [B] dit niet gemotiveerd had bestreden. Beide verboden werden beperkt tot zes maanden na betekening van het vonnis, en de dwangsommen werden gemaximeerd.

In reconventie vorderde [B] een verbod voor [A] om zich naar zijn adres te begeven, wat ook werd toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ondanks eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/166969 / KG ZA 15-18
datum vonnis: 6 februari 2015
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Overijssel, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[A],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
verder te noemen [A],
advocaat: mr. B.J. de Groot te Haarlem,
tegen
[B],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
verder te noemen [B],
advocaat: mr. B. Bentem te Enschede.

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 3 producties;
  • 6 producties aan de zijde van [B];
  • de mondelinge behandeling op 23 januari 2015.
1.2
Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

In conventie en in reconventie
2.1
[A] en [B] zijn de biologische ouders van:
- [minderjarige 1], geboren op [2011] te [geboorteplaats] en
- [minderjarige 2], geboren op [2014] te [geboorteplaats].
2.2
Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] berust bij [A] en [B]; het ouderlijk gezag over [minderjarige 2] berust bij [A].
2.3
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn uit huis geplaatst en onder toezicht gesteld van Jeugdbescherming Overijssel, laatstelijk tot 10 oktober 2015.
2.4
[A] woont thans aan de [adres 1] te [plaats].
2.5
[B] woont thans aan het [adres 2] te [plaats].

3.Het geschil

In conventie
3.1
[A] vordert -na eiservermindering ter zitting- bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- [B] te verbieden zich op te houden in een gebied dat gelegen is binnen de [C-straat], [D-weg], [E-straat], [F-straat] en [G-straat] te [plaats];
- [B] te bevelen om haar met rust te laten en op geen enkele wijze direct of indirect contact meer met haar te zoeken voor de duur van ten minste 12 maanden na betekening van dit vonnis;
- [B] te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij in gebreke blijft aan het hiervoor overwogene te voldoen;
- haar toestemming te verlenen dit vonnis ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm;
- [B] te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Op de standpunten van partijen wordt hierna -voor zover van belang- nader ingegaan.
In reconventie
3.3
[B] heeft ter zitting een reconventionele vordering ingediend. [A] heeft tegen het tijdstip van indiening van deze vordering geen bezwaar gemaakt.
3.4
[B] vordert [A] te verbieden zich te begeven naar de [adres 2] te [plaats].
3.5
Op de standpunten van partijen wordt hierna -voor zover van belang- nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1
Het spoedeisend belang volgt in voldoende mate uit de aard van het gevorderde.
4.2
Ten aanzien van het gevorderde straatverbod overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Ter zitting heeft [A] verklaard niet meer van [B] te houden, [A] wenst rust. [B] heeft ter zitting gesteld dat [A] niet eerder aan hem deze duidelijkheid heeft gegeven. [B] heeft verklaard klaar te zijn met [A] en niets meer met haar te maken willen hebben. Ter zitting zijn partijen het dan ook eens geworden over het feit dat ze zich niet meer zullen begeven naar elkanders woonadres. Partijen verschillen enkel van mening over de vraag of het straatverbod ook moet worden opgelegd voor het onder 3.1 genoemde gebied rondom het woonadres van [A]. De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat dit gebied relatief beperkt van omvang is. Voorts is voldoende aannemelijk geworden dat [A] er belang bij heeft dat de rust in haar directe woonomgeving wordt gewaarborgd.
Daartegenover is onvoldoende aannemelijk geworden welk concreet belang [B] heeft om zich te begeven in dit gebied. [B] is woonachtig buiten dit gebied. Ter zitting heeft [B] een aantal straatnamen genoemd waar zijn familie c.q. vrienden wonen, maar ook al deze straten liggen buiten het gebied. Onder de gegeven omstandigheden dient het belang van [A] te prevaleren boven het belang van [B] om zich vrijelijk te bewegen. Gelet hierop zal het gevorderde straatverbod worden toegewezen.
4.3
De vordering tot het opleggen van een contactverbod is door [B] niet, althans niet gemotiveerd bestreden. Het gevorderde contactverbod zal daarom eveneens worden toegewezen.
4.4
In verband met de eisen van proportionaliteit zullen de verboden worden beperkt tot zes maanden na betekening van dit vonnis. De dwangsommen zullen worden beperkt en gemaximeerd als na te melden.
In reconventie
4.5
Het spoedeisend belang volgt in voldoende mate uit de aard van het gevorderde.
4.6
Zoals hiervoor onder r.o. 4.2 reeds is overwogen zijn partijen het ter zitting eens geworden over het feit dat ze zich niet meer zullen begeven naar elkanders woonadres. Gelet hierop zal het door [A] gevorderde worden toegewezen.
4.7
In verband met de eisen van proportionaliteit zal het verbod worden beperkt tot zes maanden na betekening van dit vonnis.
In conventie en in reconventie
4.8
Aangezien partijen een affectieve relatie hebben (gehad), zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie
I. Verbiedt [B] om zich gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis op te houden in een gebied dat gelegen is binnen de [C-straat], [D-weg], [E-straat], [F-straat] en [G-straat] te [plaats];
II. Beveelt [B] om [A] gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis met rust te laten en op geen enkele wijze direct of indirect contact meer met haar te zoeken;
III. Machtigt [A] om het onder I. en II. van dit vonnis bepaalde met behulp van de sterke arm ten uitvoer te doen leggen;
IV. Veroordeelt [B] tot betaling van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet voldoet aan het onder I. en II. van dit vonnis bepaalde, zulks tot een maximum van € 5.000,00;
V. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
VI. Wijst af het meer of anders gevorderde;
In reconventie
VII. Verbiedt [B] om zich gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis op te houden aan de [adres 2] in Enschede;
VIII. Verklaart het onder VII. van dit vonnis bepaalde uitvoerbaar bij voorraad;
IX. Wijst af het meer of anders gevorderde;
In conventie en in reconventie
X. Compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.J. Louter, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 februari 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.