Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de dagvaarding met 3 producties;
- 6 producties aan de zijde van [B];
- de mondelinge behandeling op 23 januari 2015.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die op 6 februari 2015 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde eiseres [A] een straat- en contactverbod tegen gedaagde [B]. Beide partijen zijn de biologische ouders van twee minderjarigen, die onder toezicht staan van Jeugdbescherming Overijssel. De procedure volgde na een mondelinge behandeling op 23 januari 2015, waarbij [A] haar vorderingen heeft verminderd. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de gevraagde maatregelen.
De voorzieningenrechter overwoog dat [A] recht heeft op rust in haar woonomgeving en dat het gevorderde straatverbod, dat een beperkt gebied betreft, toewijsbaar is. [B] had onvoldoende belang aangetoond om zich in dat gebied te begeven. Daarnaast werd het contactverbod toegewezen, omdat [B] dit niet gemotiveerd had bestreden. Beide verboden werden beperkt tot zes maanden na betekening van het vonnis, en de dwangsommen werden gemaximeerd.
In reconventie vorderde [B] een verbod voor [A] om zich naar zijn adres te begeven, wat ook werd toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ondanks eventuele hoger beroep.