Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[minderjarige 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de mondelinge behandeling.
2.De beoordeling
3.De beslissing
niet-ontvankelijk in haar vorderingen,
24 maart 2016. [1]
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 24 maart 2016, is een kort geding aanhangig gemaakt door eiseres, die optreedt voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige kinderen. De eiseres heeft een vordering ingediend tegen een gedaagde, die niet is verschenen. De vordering betreft het opleggen van een gebiedsverbod en contactverbod ten aanzien van de gedaagde, met als doel de veiligheid van eiseres en haar kinderen te waarborgen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet, waardoor verstek wordt verleend tegen de niet verschenen gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat, hoewel eiseres niet beschikt over de vereiste machtiging van de kantonrechter om haar minderjarige kinderen te vertegenwoordigen, dit geen invloed heeft op de toewijzing van de vorderingen. De rechter heeft het belang van eiseres en haar kinderen vooropgesteld en heeft besloten om de gevraagde verboden toe te wijzen. Dit is gedaan om eiseres en haar kinderen een periode van rust te bieden, gezien de ernst van de situatie en de frequentie van de bedreigingen die eiseres heeft ervaren.
De voorzieningenrechter heeft ook de gevorderde lijfsdwang toegewezen, omdat er geen andere mogelijkheden voorhanden zijn om de gedaagde te dwingen tot naleving van de verboden. Daarnaast heeft de rechter de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij lijfsdwang en de eiseres is gemachtigd om de sterke arm in te roepen indien de gedaagde in gebreke blijft.