ECLI:NL:RBOVE:2016:1292

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 april 2016
Publicatiedatum
14 april 2016
Zaaknummer
C/08/184718 / KG ZA 16-113
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot heraansluiting van gas- en elektriciteitsnetwerk in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 13 april 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, eigenaar van een recreatiewoning op recreatiepark De Tolplas, en de besloten vennootschap De Tolplas. De eiser had een geschil met De Tolplas over door hen in rekening gebrachte kosten, die hij betwistte. Na het niet betalen van deze kosten heeft De Tolplas op 7 december 2015 de woning van eiser afgesloten van het elektriciteitsnetwerk. Eiser had eerder al een vonnis verkregen dat De Tolplas verplichtte om de woning weer aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk, maar De Tolplas heeft dit niet nageleefd en dreigde opnieuw de nutsvoorzieningen af te sluiten.

Eiser vorderde in kort geding dat De Tolplas werd veroordeeld om de woning weer aan te sluiten op zowel het gas- als elektriciteitsnetwerk. De voorzieningenrechter oordeelde dat het afsluiten van nutsvoorzieningen een zwaar middel is om betaling af te dwingen, vooral als het gaat om een woning die als hoofdverblijf dient. De voorzieningenrechter overwoog dat De Tolplas niet de terughoudendheid had betracht die van hen verwacht mocht worden, en dat eiser, die permanent in de woning woont, door de afsluiting in zijn primaire levensbehoeften werd geraakt.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en De Tolplas veroordeeld om de woning binnen 12 uur na betekening van het vonnis weer aan te sluiten op het gas- en elektriciteitsnetwerk. Tevens werd bepaald dat De Tolplas de nutsvoorzieningen aangesloten moet houden zolang eiser de toekomstige in rekening gebrachte bedragen voldoet en er nog geen rechterlijk oordeel is verkregen in de aanhangige procedure. De Tolplas werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 895,-- werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/184718 / KG ZA 16-113
Vonnis in kort geding van 13 april 2016
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. C.G. Mensink te Borne,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECREATIEPARK DE TOLPLAS B.V.,
gevestigd te Doetinchem,
gedaagde,
verschenen in de persoon van de heer [M], statutair directeur.
Partijen zullen hierna [eiser] en De Tolplas genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is - vervroegd - vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van een recreatiewoning op het recreatiepark De Tolplas.
2.2.
Tussen [eiser] en De Tolplas bestaat een geschil met betrekking tot door
de Tolplas in rekening gebrachte en door [eiser] betwiste kosten. [eiser] heeft de door hem betwiste vorderingen van de Tolplas niet betaald.
2.3.
Omdat [eiser] weigerde om de vorderingen te betalen, heeft De Tolplas de woning van [eiser] op 7 december 2015 afgesloten van het elektriciteitsnetwerk.
2.4.
Bij vonnis van 14 december 2015 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank, locatie Almelo, - onder meer en voor zover van belang - De Tolplas veroordeeld om de aan [eiser] in eigendom toebehorende woning op 10 december 2015 weer aan te sluiten en in ieder geval tot 1 april 2016 aangesloten te houden op het elektriciteitsnetwerk.
2.5.
[eiser] heeft de hem toegezonden factuur die betrekking heeft op het eerste kwartaal van 2016 betaald onder inhouding van “Algemeen beheer”, “CAI”, “Vastrecht” en “Riool/reinigingrecht”.
2.6.
De Tolplas heeft [eiser] op 7 maart 2016 gedagvaard voor de kantonrechter. De kantonrechter heeft nog geen vonnis gewezen.
2.7.
Bij e-mailbericht van 31 maart 2016 heeft De Tolplas aangekondigd dat zij op
1 april 2016 opnieuw zal overgaan tot afsluiting van elektriciteit en gas.
2.8.
De Tolplas heeft [eiser] op 1 april 2016 deels afgesloten van de nutsvoorzieningen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - dat De Tolplas wordt veroordeeld om de woning van [eiser] weer aan te sluiten en aangesloten te houden op het gas- en elektriciteitsnetwerk, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom, alsmede De Tolplas te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2.
De Tolplas voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang blijkt uit de aard van het gevorderde en is door De Tolplas ook niet weersproken, zodat dit voldoende vaststaat.
4.2.
Ter zitting is gebleken dat partijen nog steeds een slepend conflict hebben over vorderingen die De Tolplas en [eiser] over en weer op elkaar stellen te hebben. Het geschil heeft inmiddels zelfs zover gevoerd dat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof) op 13 mei 2014 een arrest heeft gewezen. Dit arrest heeft het geschil tussen partijen kennelijk niet definitief kunnen beslechten. Na het eerdergenoemde vonnis van de voorzieningenrechter van 14 december 2015 zijn partijen er ook niet in geslaagd om gezamenlijk tot een oplossing te komen; integendeel De Tolplas heeft aanleiding gezien om [eiser] op 7 maart 2016 te dagvaarden voor de kantonrechter. In die procedure heeft de kantonrechter nog geen vonnis gewezen.
4.3.
In de onderhavige procedure is enkel de afsluiting van (een) nutsvoorziening(en) door De Tolplas aan de orde. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het afsluiten van nutsvoorzieningen een zwaar middel om betaling af te dwingen. Daartoe mag dan ook niet te snel worden overgegaan. Dat geldt in het bijzonder, indien de nutsvoorzieningen worden geleverd aan een pand dat fungeert als hoofdverblijf van een kleinverbruiker, zoals [eiser]. Weliswaar is de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas niet rechtstreeks op De Tolplas van toepassing, omdat deze niet als “netbeheerder” of als “vergunninghouder” in de zin van dat besluit kan worden aangemerkt, maar van deze regeling gaat wel enige reflexwerking uit voor een recreatiepark als het onderhavige. Immers, de parkbewoners zijn “kleinverbruikers” en zijn voor het leveren van hun nutsvoorzieningen afhankelijk van doorlevering door het park. De wettelijke regeling bevat bepalingen die bevorderen dat op een zorgvuldige wijze met de belangen van een kleinverbruiker wordt omgegaan.
4.4.
[eiser] erkent dat hij op enig moment is gestopt met het volledig betalen van de door De Tolplas gestuurde facturen. De reden hiervoor is dat hij de juistheid van de vordering van De Tolplas betwist en hij een vordering stelt te hebben op De Tolplas. Daargelaten of [eiser] gerechtigd is om deze vorm van eigenrichting te plegen is de voorzieningenrechter, met inachtneming van het vorenoverwogene, voorshands van oordeel dat het per 1 april 2016 opnieuw afsluiten van (een) nutsvoorziening(en) in onderhavige situatie niet het middel is om betaling van achterstallige bedragen af te dwingen. Hoewel voor de voorzieningenrechter niet duidelijk is of de, door [eiser] betwiste, achterstallige betalingen betrekking hebben op nutsvoorzieningen, heeft De Tolplas niet de terughoudendheid betracht die wel van haar verwacht had mogen worden. Dit geldt te meer nu [eiser] onweersproken heeft gesteld dat hij vanaf 1 januari 2016 de hem, via een voorschotnota, in rekening gebrachte bedragen voor gas, water en licht aan De Tolplas heeft voldaan. Door de afsluiting van (een) nutsvoorziening(en) wordt [eiser], die permanent in de woning op het recreatiepark woont, geraakt in zijn primaire levensbehoeften. Bovendien staan De Tolplas nog andere middelen ter beschikking ter inning van de vorderingen op [eiser], zoals de (reeds aanhangige) procedure bij de kantonrechter en de executie van het eerdergenoemde arrest van het Hof.
4.5.
Gelet op het vorenstaande moet het belang van [eiser] zwaarder wegen dan het belang van De Tolplas. Dit betekent dat de gevorderde heraansluiting van de nutsvoorzieningen - op na te melden wijze - toewijsbaar is. De heraansluiting zal zekerheidshalve betrekking hebben op zowel gas als elektriciteit, aangezien het de voorzieningenrechter niet duidelijk is geworden of De Tolplas [eiser] naast elektriciteit ook van het gas heeft afgesloten. Ten aanzien van de vordering tot het aangesloten houden van het gas en de elektriciteit overweegt de voorzieningenrechter vooralsnog dat De Tolplas geen bevoegdheid toekomt om de nutsvoorzieningen van [eiser] opnieuw af te sluiten, zolang [eiser] de toekomstige in rekening gebrachte bedragen voor gas, water en licht aan De Tolplas voldoet en er nog geen rechterlijk oordeel is verkregen van de kantonrechter in de reeds aanhangige procedure (of een minnelijke regeling is bereikt). De voorzieningenrechter zal de vordering tot het aangesloten houden van gas en elektriciteit dan ook toewijzen onder de hiervoor omschreven voorwaarde.
4.6.
De gevorderde dwangsom zal de voorzieningenrechter beperken en maximeren als hieronder te melden.
4.7.
De Tolplas zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op € 895,-- (€ 79,-- aan griffierecht en € 816,-- aan salaris van de advocaat).

5.5. De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
Veroordeelt De Tolplas om de aan [eiser] in eigendom toebehorende woning binnen 12 uur na betekening van dit vonnis weer aan te sluiten op het gas- en elektriciteitsnetwerk.
5.2.
Veroordeelt De Tolplas om de onder 5.1. bedoelde nutsvoorzieningen aangesloten te houden, zolang [eiser] de toekomstige in rekening gebrachte bedragen voor gas, water en licht aan De Tolplas voldoet en er nog geen rechterlijk oordeel van de kantonrechter is verkregen in de reeds aanhangige procedure, of een minnelijke regeling is bereikt.
5.3.
Bepaalt dat De Tolplas een dwangsom verbeurt van € 500,-- voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat zij niet aan het onder 5.1. en/of 5.2. bepaalde voldoet, tot een maximum van € 10.000,--.
5.4.
Veroordeelt De Tolplas in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 895,--.
5.5.
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
5.6.
Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op
13 april 2016