ECLI:NL:RBOVE:2016:1296

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 april 2016
Publicatiedatum
14 april 2016
Zaaknummer
08/952779-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeval tijdens stuntshow met monstertruck in Haaksbergen met dodelijke slachtoffers en zwaar lichamelijk letsel

Op 28 september 2014 vond in Haaksbergen een stuntshow plaats met een monstertruck, waarbij de bestuurder, [verdachte], tijdens de uitvoering van een stunt het publiek inreed. Dit leidde tot de dood van drie personen en verwondingen bij tientallen anderen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zeer onvoorzichtig en nalatig heeft gehandeld door de stunt uit te voeren in de richting van het publiek, zonder voldoende veiligheidsmaatregelen te treffen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden en een verbod om gedurende vijf jaar als stuntman te werken. De rechtbank stelde vast dat de verdachte niet alleen verantwoordelijk was voor zijn eigen handelen, maar ook voor de veiligheid van het publiek, en dat hij had moeten voorzien dat zijn acties ernstige gevolgen konden hebben. De Stichting Ster Evenementen Haaksbergen, die het evenement organiseerde, werd ook verantwoordelijk gehouden en kreeg een voorwaardelijke boete van 25.000 euro.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/952779-14
Datum vonnis: 15 april 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1964 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] , [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 13 oktober 2015 en 14 en 15 maart 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. van Veen en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:bij de uitvoering van een stunt met een voertuig (monstertruck) is ingereden op het publiek, waarbij het aan zijn schuld te wijten is dat drie personen zijn overleden;
feit 2:bij de uitvoering van een stunt met een voertuig (monstertruck) is ingereden op het publiek, waarbij het aan zijn schuld te wijten is dat tientallen personen gewond zijn geraakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 28 september 2014 te Haaksbergen
zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig
heeft gehandeld immers heeft hij
-op een parkeerplaats aan de Stationsstraat te Haaksbergen,
-terwijl op die parkeerplaats een grote hoeveelheid publiek aanwezig was
-in de uitoefening van het beroep van stuntman met zijn zogenaamde
'monstertruck' over een aantal autowrakken gereden,
-in de richting van publiek,
-terwijl de ruimte voor hem om zijn voor een veilige afwikkeling van zijn
voorgenomen manoeuvre zeer beperkt was,
-en/of vervolgens met een snelheid van tussen de 20 en 30 kilometer per uur;
-zonder zijn voertuig eerst geheel tot stilstand te brengen,
-na gas te geven,
-getracht een bocht naar links te maken om voor het publiek langs te rijden
met nagenoeg onverminderde vaart,
-en/of zijn voertuig niet volledig onder controle gehad en/of gekregen en/of
gehouden
-en/of er niet in is geslaagd de bocht voor het publiek af te maken en/of
-en/of heeft hij niet maximaal geremd, althans maximaal getracht zijn voertuig
tot stilstand te brengen
-waardoor hij op het publiek is ingereden,
waardoor het aan zijn schuld te wijten is dat [slachtoffer 1] (geboren [geboortedag]
2008) en/of [slachtoffer 2] ( [geboortedag] 1963) en/of [slachtoffer 3]
(geboren [geboortedag] 1941) zijn overleden;
2.
hij op of omstreeks 28 september 2014 te Haaksbergen zeer, althans
aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam en/of nalatig
heeft gehandeld immers heeft hij
-op een parkeerplaats aan de Stationsstraat te Haaksbergen,
-terwijl op die parkeerplaats een grote hoeveelheid publiek aanwezig was
-in de uitoefening van het beroep van stuntman met zijn zogenaamde
'monstertruck' over een aantal autowrakken gereden,
-in de richting van publiek,
-terwijl de ruimte voor hem om zijn voor een veilige afwikkeling van zijn
voorgenomen manoeuvre zeer beperkt was,
-en/of vervolgens met een snelheid van tussen de 20 en 30 kilometer per uur;
-zonder zijn voertuig eerst geheel tot stilstand te brengen,
-na gas te geven,
-getracht een bocht naar links te maken om voor het publiek langs te rijden
met nagenoeg onverminderde vaart,
-en/of zijn voertuig niet volledig onder controle gehad en/of gekregen en/ofgehouden
-en/of er niet in is geslaagd de bocht voor het publiek af te maken en/of
-en/of heeft hij niet maximaal geremd, althans maximaal getracht zijn voertuig
tot stilstand te brengen
-waardoor hij op het publiek is ingereden,
waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat
- [slachtoffer 4] (gebroken ribben, een gebroken sleutelbeen, een klaplong en een
gescheurde mild)
- [slachtoffer 5] (een meervoudige scheenbeenbreuk en een gescheurde
knieschijf)
- [slachtoffer 6] (een schedelbasisfractuur, een klaplong, een gebroken rib, een
gebroken kuitbeen en een hersenkneuzing)
- [slachtoffer 7] (een gebroken sleutelbeen)
- [slachtoffer 8] (een gebroken sleutelbeen, een gebroken bovenbeen, gebroken ribben,
verdraaid bekken en klaplongen)
- [slachtoffer 9] (een gekneusde linkerenkel en littekens rond de
linkervoet)
- [slachtoffer 10] (een verrekte nek, een gekneusde nek, verrekte enkelbanden)
- [slachtoffer 11] (een gescheurde lever, gebroken nekwerven, gebroken schouder,
klaplongen en gebroken ribben)
- [slachtoffer 12] (gebroken bekken)
- [slachtoffer 13] (gebroken robben, gebroken rugwervels en een gescheurde lever)
- [slachtoffer 14] (gebroken ribben)
- [slachtoffer 15] (gebroken pols)
- [slachtoffer 16] (gebroken ribben en een hersenschudding)
- [slachtoffer 17] (meerdere breuken, onder andere ribben)
- [slachtoffer 18] (gebroken ribben, gebroken heup, gebroken arm)
- [slachtoffer 19] (hersenletsel en inwendige kneuzingen)
- [slachtoffer 20] (gekneusde voet, kneuzingen aan de borstkast en onderrug)
- [slachtoffer 21] (een gebroken been)
- [slachtoffer 22] (een blijvende verminking in het gezicht, een gebroken kaak
en een verbrijzelde oogkas)
- [slachtoffer 23] (deuken in benen)
- [slachtoffer 24] (gekneusde ribben, scheurtje in schouderblad)
- [slachtoffer 25] (gebroken middenvoetsbeentjes)
- [slachtoffer 26] (een gebroken rug, littekens en een klaplong)
- [slachtoffer 27] (gebroken/verbrijzeld bekken)
zwaar lichamelijk letsel heeft/hebben bekomen en/of zodanig lichamelijk letsel
dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de
ambts- of beroepsbezigheden van genoemde slachtoffers was ontstaan;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden onvoorwaardelijk. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de ontzetting wordt uitgesproken van de uitoefening van het beroep waarin het misdrijf is gepleegd voor een periode van minimaal tien jaar.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de ten laste gelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De feiten die niet ter discussie staan
De rechtbank constateert dat de onderstaande feiten bij de behandeling van de zaak op de terechtzitting niet ter discussie hebben gestaan.
Op zondag 28 september 2014 werd op een parkeerterrein, gelegen aan de Stationsstraat te Haaksbergen een zogenaamd Auto en Motor Sportief evenement (AMS 2014) gehouden. Eén van de onderdelen van dit evenement bestond er in dat een zogenoemde monstertruck over een zestal achter elkaar opgestelde sloopauto’s zou rijden c.q. springen. Tijdens de uitvoering van deze stunt reed de monstertruck door de dranghekken heen, waar achter zich een deel van het aanwezige publiek bevond. Hierbij raakte een groot aantal mensen al dan niet ernstig gewond, terwijl drie slachtoffers aan de gevolgen van het ongeval zijn overleden.
5.2
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
5.2.1
standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 aan verdachte ten laste gelegde. Hij heeft daartoe - samengevat - gesteld dat de door verdachte op 28 september 2014 uitgevoerde stunt met de monstertruck niet veilig was, nu deze zonder het nemen van afdoende veiligheidsmaatregelen en met een gezien de situatie ter plekke te hoge snelheid plaatsvond in de rijrichting van het ter plaatse aanwezige publiek op een parkeerplaats die daarvoor veel te klein was. Door op deze wijze en onder deze omstandigheden de stunt uit te voeren en zijn voertuig niet tot stilstand te brengen maar door te rijden in de richting van het publiek nadat het van de autowrakken kwam, heeft verdachte gehandeld in strijd met de op hem als professioneel stuntrijder rustende bijzondere zorgplicht om de veiligheid van het publiek te waarborgen. Verdachte had anders kunnen en moeten handelen, nu onder de hiervoor geschetste omstandigheden een ongeval zoals nu is gebeurd met de daarbij opgetreden gevolgen, te verwachten en dus voorzienbaar was. Verdachte kan daarvoor ook strafrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden.
5.2.2
standpunt verdediging
De raadsman heeft - samengevat - gesteld dat van de aan verdachte ten laste gelegde gedragingen bewezen kan worden verklaard dat verdachte zijn stunt uitvoerde in de rijrichting van het publiek, dat de ruimte van het terrein waarop verdachte zijn stunt uitvoerde te beperkt was voor een veilige afwikkeling van de stunt, verdachte na de sprong met de monstertruck zijn voertuig niet tot stilstand heeft gebracht maar gas heeft gegeven en er niet in is geslaagd zijn bocht voor het publiek langs af te maken. In de visie van de verdediging kunnen van deze gedragingen het niet tot stilstand brengen van de truck, maar gasgeven en het te kleine terrein in verwijtbare zin aan verdachte worden toegerekend.
Anders dan de officier van justitie stelt de raadsman zich op het standpunt dat op basis van deze verwijtbare gedragingen niet de conclusie kan worden getrokken dat sprake is geweest van zeer onvoorzichtig handelen. Wel kan daarentegen aan de hand van de onderzoekgegevens worden vastgesteld dat zaken door verdachte beter geregeld hadden moeten worden en dat de veiligheid voor het publiek beter gewaarborgd had moeten worden, op grond waarvan het handelen van verdachte kan worden aangemerkt als aanmerkelijk onvoorzichtig in de zin van artikel 307 respectievelijk 308 Wetboek van Strafrecht (Sr.).
5.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Redengevende feiten en omstandigheden
Op zondag 28 september 2014 omstreeks 15.59 uur, kwamen bij de regionale meldkamer te Hengelo meldingen binnen dat een zeer ernstig ongeval had plaatsgevonden op de Stationsstraat te Haaksbergen. Hierbij zou een zogenaamde monstertruck over een aantal autowrakken zijn gereden en door nog onbekende oorzaak door de afzetting in het publiek zijn gereden.
Onderzoek door de politie heeft aangetoond dat op 17 september 2014 door de Stichting Sterevenementen te Haaksbergen bij de gemeente Haaksbergen een aanvraag voor een evenementenvergunning is ingediend voor het organiseren van een Auto en Motor Sportief evenement (AMS 2014). Over de monstertruck staat als toelichting op de aanvraag van de vergunning vermeld “Tijdens het evenement worden demonstraties gedaan door en/of met 1500 pk Monstertruck” .
De vergunning is op 24 september 2014 door de gemeente Haaksbergen verleend; daarin zijn de volgende voorwaarden opgenomen:
- ten tijde van het evenement moeten blus- en hulpverleningsvoertuigen altijd tot op 40 meter objecten in de directe nabijheid kunnen benaderen;
- opstelling van tenten of andere tijdelijke bouwsels dienen zodanig te zijn dat een vrije doorgang wordt gegarandeerd voor hulpverleningsvoertuigen, waarbij een doorgang van 4 meter breed en 4 meter hoog vrij moet blijven en worden gehouden;
- alle brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen op en nabij de locatie van het evenement dienen altijd voor brandweervoertuigen bereikbaar te zijn en zichtbaar en wel zodanig dat hiervan onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt;
- rond een ondergrondse brandkraan dient een obstakelvrije ruimte met een diameter van 1,80 meter aanwezig te zijn. Hetzelfde geldt voor de aansluitpunten van droge blusleidingen;
- er dient gebruik te worden gemaakt van een milieumat, dit om verontreiniging ten gevolge van lekkage van voertuigen te voorkomen. Er mogen geen vloeistoffen in het rioolstelsel terecht komen;
- tijdens het evenement dienen tenminste 2 E.H.B.O. er’s aanwezig te zijn;
- tijdens het evenement moet er minimaal de beschikking zijn over 4 poederblussers, voorzien van een geldig keurmerk, met een minimale inhoud van 6 kg blusstof;
- de organisator moet de aanwonenden van het evenemententerrein minimaal één dag voorafgaand aan het evenement in kennis stellen van de festiviteiten;
- er dienen voldoende maatregelen te worden getroffen ter bevordering van de veiligheid van de bezoekers van de stuntshow; hiertoe dient een deugdelijke voorziening te zijn getroffen (dranghekken). Deze dranghekken dienen te zorgen dat het publiek op een afstand komt te staan van tenminste 10 meter.
En voorts:
Zowel de aanvrager van de vergunning als de bezoekers aan het evenement en de personen die anderszins bij de evenementen zijn betrokken worden door deze vergunning/ontheffing in geen enkel opzicht ontheven van hun wettelijke aansprakelijkheid voor ongevallen en andere schadegevallen, dan wel in het algemeen van hun aansprakelijkheid ten aanzien van de naleving van enig wettelijk voorschrift.
Verdachte is op 28 september 2014 kort voor 16.00 uur als bestuurder van de monstertruck begonnen met de uitvoering van de stunt, waarbij hij een tweetal ronden heeft gereden over het parkeerterrein, waarna hij daadwerkelijk met de truck tegen en op de opgestelde sloopauto's is gereden. Bij het afrijden van de rij sloopauto’s kwam de monstertruck eerst met de rechterwielen op het wegdek, vanuit welke positie de monstertruck vervolgens zonder te stoppen is doorgereden en uiteindelijk is terechtgekomen in het - gezien vanuit de positie van de bestuurder - aan de voorzijde van de truck achter dranghekken opgestelde publiek.
Naar de oorzaak van het ongeval is uitgebreid technisch onderzoek gedaan, welk onderzoek door de rechtbank als volgt wordt samengevat. Voor zover dat bij de hierna op te nemen bewijsoverwegingen nodig is, neemt de rechtbank bij te beoordelen technische aspecten deze samenvatting als uitgangspunt.
Bevindingen deelonderzoek monstertruck
Afmetingen terrein
Het terrein waar de demonstratie met de monstertruck plaatsvond is na het ongeval opgemeten. Het afgezette gebied op de parkeerplaats had een enigszins driehoekige vorm met één afgesneden hoek. De lengte van de parkeerplaats, evenwijdig aan de gevel van de Jumbo, bedroeg zo’n 66 meter. De grootste breedte van de parkeerplaats evenwijdig aan het ABN AMRO-gebouw, bedroeg zo’n, 51 meter. Aan de andere zijde van de parkeerplaats liep de breedte terug tot zo’n 26 meter.
De afstand van het laatste autowrak naar het publiek was 29,96 meter, rechtdoor gemeten. De afstand van het laatste autowrak naar het publiek aan de kant van de ABN AMRO, daar waar de monstertruck is geëindigd, was 17,44 meter. Er zijn ook afstanden gemeten vanaf de voorkant van de monstertruck op het moment dat deze na de stunt weer met vier wielen op de grond stond. Dit moment wordt in het gehele onderzoek “het moment van voertuigcontrole” genoemd. De langste afstand gemeten vanaf de voorkant van de monstertruck op het moment van voertuigcontrole tot het publiek was 19,74 meter. Wanneer de monstertruck rechtdoor was gereden, was de afstand tot aan het publiek 14,07 meter.
De daadwerkelijk door de monstertruck afgelegde afstand vanaf het moment van voertuigcontrole tot aan het dranghek bedroeg 13,5 meter.
Monstertruck
Er hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden naar de technische staat van de monstertruck. Tijdens het eerste statisch onderzoek werden aan de werking van diverse onderdelen geen gebreken aan het voertuig gevonden. Wel werden drie stukjes doorzichtig kunststof gevonden op de bodemplaat van het bestuurderscompartiment en werden barsten waargenomen in de kunststofplaat achter het gas- en rempedaal.
Er is voorts nader onderzoek gedaan met als doel om, onder meer door middel van rijtesten, rijgegevens vast te stellen van de monstertruck zoals de remvertraging, de draaicirkel en het rijgedrag, alsmede om vast te stellen of het voertuig bepaalde gebreken had die zich bij het rijden zouden openbaren. Daarnaast had dit onderzoek ten doel vast te stellen of de benodigde rijbewegingen van de monstertruck pasten op de parkeerplaats. Er is een 3D scan gemaakt van de monstertruck en de chauffeur, er is een uitgebreide analyse gemaakt door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van het verkregen beeldmateriaal en er heeft een geluidsanalyse plaatsgevonden.
Gebleken is dat verdachte, wanneer hij als bestuurder in de niet bewegende monstertruck zat en over de motorkap recht voor zich uit keek, op een afstand van ruim 30 meter voor de monstertruck het wegdek kon zien, het wegdek dichterbij kon hij niet zien.
Uit de onderzoeken zijn de volgende mogelijke scenario’s bekend geworden die afzonderlijk of gecombineerd een rol hebben kunnen spelen bij of kunnen hebben geleid tot het ongeval, namelijk:
- het niet functioneren van de achterwielbesturing
- het abusievelijk naast de rem trappen
- het gas dat blijft hangen.
De volgende bevindingen zijn hierbij van belang.
De noodstop in de cabine functioneerde volledig naar behoren. De noodstop op de achterzijde van de monstertruck niet. Niet is gebleken van enig disfunctioneren van het gaspedaal. De stuurinrichting heeft naar behoren kunnen functioneren.
De tijd vanaf het moment dat de monstertruck van de autowrakken is afgereden, het moment van voertuigcontrole, tot het moment dat het voertuig zich juist met zijn rechtervoorwiel voor de dranghekken bevond, bedroeg 1,88 seconden.
Scenario: het niet functioneren van de achterwielbesturing
Er zijn twee draaicirkels berekend van de monstertruck. Met alleen ingestuurde voorwielen blijft in het gunstigste geval een ruimte over van 20 centimeter tussen de truckband en het publiek. Met alle wielen ingestuurd bleef in het gunstigste geval circa 3,3 meter ruimte over tussen de truckband en het publiek.
Op één van de onderzoeksdagen bleek dat de achterwielbesturing het ene moment wel functioneerde en op het andere moment niet vanwege een deels loszittende aansluiting van de stroomkabel. Deze loszittende aansluiting is pas op de tweede testdag geconstateerd. Het moment van het ontstaan van dit gebrek was niet vast te stellen.
Op de filmbeelden van de beide opwarmrondes is duidelijk waarneembaar dat regelmatig de achterwielbesturing werd ingeschakeld. Op de filmbeelden is te zien dat na de stunt de achterwielen niet zijn ingestuurd.
Scenario: het gas dat blijft hangen
Bij het onderzoek is een stukje glas op het luchtfilter gevonden. Een mogelijk scenario is dat dit stukje glas tussen de gasklep is komen te zitten, waardoor de gasklep niet geheel kon sluiten. Hier is nader onderzoek naar gedaan. Gebleken is dat het onbelaste toerental van de motor circa 5500 omwentelingen moet zijn om de vastgestelde gasklepopening van 4.4 mm (grootte glas) te benaderen. Dit correspondeert met een snelheid van 45 km/u. Vast staat dat de hoogst gemeten snelheid 28,5 km/u bedroeg. In het aanvullende onderzoek van het NFI van 29 februari 2016 wordt geconcludeerd dat het luchtfilter een beschadiging vertoonde, maar dat niet aannemelijk is dat het stukje glas door die beschadiging naar binnen is gezogen. Meer voor de hand ligt dat het stukje glas door één van de kogelkranen is aangezogen, of na onderhoud is achtergebleven. Het feit dat het stukje glas op het rooster is aangetroffen wil niet zeggen dat het daadwerkelijk vast heeft gezeten tussen de gaskleppen. Hier is geen nader onderzoek naar gedaan, nu het klemraken van het stukje glas tussen gaskleppen een toevalligheid is en hierdoor niet te reproduceren. Het is volgens het NFI niet mogelijk dat het stukje glas via het luchtfilter in het inlaatkanaal is gekomen. Wel mogelijk via de kogelkraan. Het is echter niet uit te sluiten dat het glasdeeltje al op het rooster boven de compressor was (ruim) voorafgaande aan het evenement in Haaksbergen.
Uit de geluidsanalyse van het NFI valt op te maken dat, voor zover hier relevant, twee keer kort gas werd gegeven: op de autowrakken en op het moment dat de monstertruck juist van de wrakken is afgereden.
Juridisch kader
Aan de verdachte is onder 1 overtreding van artikel 307 Sr en onder 2 overtreding van artikel 308 Sr ten laste gelegd, respectievelijk het culpoos veroorzaken van de dood van- of (zwaar) letsel bij een ander. Voor het aannemen van schuld als delictsbestanddeel in deze artikelen moet het gaan om een verwijtbare grove of aanmerkelijke onvoorzichtigheid. De dader moest anders handelen (vermijdbaarheid) en kon ook anders handelen (verwijtbaarheid). Een en ander wordt bepaald door de manier waarop die schuld in de tenlastelegging nader is geconcretiseerd en is voorts afhankelijk van het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Als maatstaf voor de vraag of er sprake is van culpoze aansprakelijkheid en daarmee van een “aanmerkelijke” normoverschrijding geldt de “mens in het algemeen”, zij het dat de standaard waartegen gedrag wordt afgemeten daarnaast bovendien mede wordt bepaald door de zogenaamde “Garantenstellung”, waarbij voor personen in een bepaalde hoedanigheid een bijzondere zorgplicht geldt.
Voorts dient komen vast te staan dat tussen de gemaakte fout en de dood respectievelijk het letsel voldoende oorzakelijk verband (causaliteit) bestaat, terwijl tot slot voor culpoze strafbaarheid de voorzienbaarheid nog steeds als voorwaarde geldt.
Nu, zoals gezegd, de vraag of sprake is van een min of meer grove dan wel aanmerkelijke schuld in de zin van artikel 307 en 308 Sr, mede wordt bepaald door de manier waarop die schuld in de tenlastelegging nader is geconcretiseerd, zal de rechtbank in de eerste plaats dienen vast te stellen of en zo ja welke in dat verband ten laste gelegde gedragingen bewezen kunnen worden verklaard. Als vaststaand kan zoals gezegd worden aangenomen dat verdachte op 28 september 2014 te Haaksbergen op een parkeerplaats aan de Stationsstraat, waarbij op dat moment een grote hoeveelheid publiek aanwezig was, in de uitoefening van het beroep van stuntman met zijn monstertruck over een aantal autowrakken in de richting van publiek is gereden.
Rijrichting
De rechtbank stelt aan de hand van het zich in het dossier bevindende beeldmateriaal vast dat verdachte de stunt met de monstertruck heeft uitgevoerd in de richting van het publiek.
Beperkte ruimte
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging ook van oordeel dat de ruimte voor een veilige afwikkeling van deze manoeuvre te beperkt was. De rechtbank verwijst in dit verband onder meer naar het door de Dienst Landelijke Operationele Samenwerking Landelijk Forensisch Service Centrum, Expertteam Visualisaties en Reconstructies opgemaakte proces-verbaal en de daarvan deel uitmakende foto’s zoals weergegeven op pagina’s 1850 en 1851. Daaruit blijkt dat verdachte tijdens de testronden op een afstand van 2,5 tot 3 meter langs het achter de dranghekken opgestelde publiek rijdt. Voorts blijkt uit dit proces-verbaal dat de afstand van de truck vanaf het moment van voertuigcontrole - zijnde het moment waarop de truck van de wrakken afkomt en met alle wielen op de grond staat - tot het publiek 13,5 meter bedraagt.
Uit het door de unit forensisch technische opsporing van de regiopolitie Twente verrichte onderzoek naar de afmetingen van de parkeerplaats, blijkt dat de lengte en de breedte daarvan respectievelijk 43,78 meter en 51,33 meter bedroegen.
De rechtbank betrekt bij haar oordeel dat de ruimte te beperkt was voor een veilige afwikkeling van de door verdachte uitgevoerde stunt ook de verklaringen die ter plaatse aanwezige getuigen hebben afgelegd omtrent de rijwijze van verdachte in relatie tot de geringe omvang van het parkeerterrein waarop de show plaatsvond.
De getuige [slachtoffer 11] heeft in dit verband - zakelijk weergegeven - verklaard dat de monstertruck startte en dat de chauffeur tijdens de proefronde stoer ging doen door onder andere veel gas te geven vooral in de bocht en vrij dicht langs het publiek te rijden. Als de getuige zijn hand had uitgestoken, kon hij de monstertruck praktisch aanraken.
De getuige [slachtoffer 12] heeft - zakelijk weergegeven - verklaard dat zij de speaker hoorde zegen dat eigenlijk de ruimte te klein was voor een monstertruck. En dat haar verder op viel dat de monstertruck weer accelereerde nadat hij over de wrakken was gereden in plaats van te remmen. De getuige [getuige 1] heeft - zakelijk weergegeven - verklaard dat de truck uit balans raakte en naar rechts ging nadat deze zich op de sloopauto’s had gewerkt en daarna zonder snelheid te minderen het publiek inreed; dat hij gewoon niet meer remde.
De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat de truck helemaal geen uitloop had, dat wil zeggen dat er geen ruimte voor het remmen was en dat na het nemen van de bocht de truck geen kant meer op kon omdat het allemaal te klein en te benauwd was.
De getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij als integraal veiligheidsdeskundige vond dat de ruimte tussen de dranghekken en de truck te krap was.
De verdachte heeft bij de politie - zakelijk weergegeven - verklaard dat de stunt moet worden aangepast aan het terrein en dat hoe groter het terrein is, hoe wilder je kunt rijden; dat het terrein in Haaksbergen gewoon klein was.
Snelheid en niet eerst tot stilstand brengen voertuig
Uit het herziene onderzoeksrapport van het NFI van 3 juli 2015 blijkt dat de gemiddelde snelheid van de truck op het moment dat deze juist van de autowrakken was afgereden 26,2 kilometer per uur bedroeg. De snelheid op het moment dat de truck zich met het rechter voorwiel voor de dranghekken en het publiek bevond bedroeg 25,3 kilometer per uur, terwijl de snelheid van de truck op het moment dat deze zich in het publiek bevond, 20,6 kilometer per uur was.
Aan de hand van de zich bij de stukken bevindende videobeelden kan voorts worden vastgesteld dat de truck na het neerkomen van de wrakken niet tot stilstand is gekomen, maar - met nagenoeg onverminderde snelheid - is doorgereden in de richting van het publiek.
Verdachte heeft in dit verband verklaard dat hij in Haaksbergen met twee wielen op de auto’s terecht kwam, vervolgens schuin met het rechter voor- en achterwiel op het wegdek terecht kwam, waarna hij gas heeft gegeven en de bocht naar links wilde insturen.
Voertuigcontrole
Blijkens het aanvullend proces-verbaal forensisch onderzoek van de regiopolitie Twente is het moment waarop de bestuurder weer volledige controle over zijn voertuig kon uitoefenen vastgesteld op het moment dat de vier wielen van de truck na het afrijden van de autowrakken weer volledig contact hadden met het wegdek. Gemeten vanaf de voorzijde van de monstertruck bedroeg de afstand op het moment van deze voertuigcontrole tot aan de dranghekken circa 13,5 meter. De afstand vanaf de voorzijde van de monstertruck op het moment van voertuigcontrole tot aan de dranghekken rechtdoor bedroeg 14,07 meter.
De totale tijd gelegen tussen het moment nadat de truck van de autowrakken was afgereden en het moment dat deze zich juist met het rechter voorwiel voor de dranghekken bevond, bedroeg omgerekend 1,88 seconden.
De gemiddelde remvertraging bij maximaal remmen van de monstertruck bedroeg 8 m/s², terwijl deze 2,7 m/s² was wanneer het gaspedaal constant een stuk ingetrapt bleef en er tevens maximaal gelijktijdig werd geremd. Wanneer het gaspedaal werd losgelaten en er niet werd afgeremd, had de monstertruck een uitrolvertraging van 1,4 m/s².
Vastgesteld is dat de achterwielen tussen het moment dat de truck van de wrakken was afgereden en het moment dat deze zich in het publiek bevond, niet zijn ingestuurd. De minimale draaicirkel van de monstertruck, wanneer deze alleen met de voorwielen werd gestuurd bedroeg aan de buitenzijde van het voertuig 24,3 meter. Wanneer gelijktijdig met de voor- en achterwielen werd gestuurd, bedroeg de minimale draaicirkel aan de buitenzijde van het voertuig 15,9 meter.
Wanneer er vanaf het moment van voertuigcontrole op de afstand van 14,07 meter tot de dranghekken en het publiek, enkel met de voorwielen naar links was gestuurd om de minimale draaicirkel van 24,3 meter aan de buitenzijde van het voertuig te verkrijgen, dan zou de truck theoretisch gezien op een afstand van circa 20 centimeter langs de dranghekken zijn gereden. Wanneer er zowel met de voor- als achterwielen naar links was gestuurd om de minimale draaicirkel van 15,9 meter aan de buitenzijde van het voertuig te krijgen, zou de monstertruck theoretisch gezien op een afstand van circa 3,3 meter langs de dranghekken zijn gereden.
Uit het feit dat verdachte, uitgaande van en met in achtneming van voormelde onderzoeksgegevens, er niet in is geslaagd om de door hem beoogde bocht naar links te voltooien, maar is doorgereden in de richting van en vervolgens in het publiek is gereden, kan naar het oordeel van de rechtbank worden geconcludeerd dat verdachte niet of nauwelijks heeft geremd en zijn voertuig niet volledig onder controle heeft gehad, gekregen en gehouden.
De vaststelling van bovengemelde feiten en omstandigheden brengt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte de bij uitstek op hem rustende plicht om geen onveilige situatie te doen ontstaan op en rondom het terrein waarop hij de stunt uitvoerde niet is nagekomen.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of voornoemde feitelijke gedragingen, gegeven de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden, de conclusie kunnen rechtvaardigen dat verdachte schuld heeft, als bedoeld in de artikelen 307 en 308 Sr.
De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en stelt hierbij voorop dat als een feit van algemene bekendheid heeft te gelden dat het rijden met een voertuig van ruim 4000 kilo en een vermogen van 1500 pk zoals in het geval van de monstertruck, op een beperkte ruimte, in het bijzijn van publiek risico’s met zich brengt. Van iemand die in dat verband een situatie in het leven roept of laat voortbestaan die voor anderen bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid gevaarlijk is, kan onder omstandigheden worden gevergd dat hij met het oog daarop bepaalde veiligheidsmaatregelen neemt. In dat kader zijn van belang de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en onvoorzichtigheid kan worden verwacht, de grootte van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan en de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben. Daarnaast speelt de vraag een rol in hoeverre het nemen van veiligheidsmaatregelen op de stuntlocatie verwacht mag worden.
Op grond van deze criteria mocht van verdachte verwacht en gevergd worden meer veiligheidsmaatregelen te treffen om een ongeval - zoals zich dat heeft voorgedaan - te voorkomen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat bij evenementen zoals in dit geval het uitvoeren van een show met een monstertruck, in de regel veel publiek aanwezig is. De uitvoerder van de show heeft daarom bij een dergelijk evenement - meer dan de gemiddelde burger - de zorgplicht om zich constant bewust te zijn van de gevaren die het rijden met een monstertruck in een omgeving waar veel mensen zijn met zich meebrengt, met name nu deze toeschouwers het gebeuren zien als vermaak en daardoor minder in staat zijn zelf de juiste risico-inschatting te maken.
Verdachte heeft ervoor gekozen om bij de stunt met de monstertruck in de richting van het publiek te rijden. Hij had daarmee - mede bezien in samenhang met de beperkte ruimte die het terrein voor de uitvoering bood - kunnen en moeten voorzien dat hij daarmee het onaanvaardbare risico nam dat, mocht zich onverhoopt een technisch defect aan de truck voordoen, het aanwezige publiek ernstig gevaar zou lopen. Verdachte had er daarom voor moeten kiezen om na het afrijden van de autowrakken zijn voertuig tot stilstand te brengen en terug te rijden voor een nieuwe ronde in plaats van gas te geven en een bocht te maken die zelfs onder technisch ideale omstandigheden rakelings langs het publiek zou gaan. Door dit na te laten in de wetenschap dat een monstertruck beschouwd moet worden als een min of meer uniek werktuig, waarvan de constructie reeds gelet op de trillingen veroorzaakt door het enorme vermogen van de motor gevoelig is voor technische problemen en defecten, is verdachte toerekenbaar tekortgeschoten wat betreft de op hem rustende zorgplicht voor de veiligheid van het publiek.
De feitelijke gedragingen van verdachte, gegeven de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden, rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank de conclusie dat verdachte zich met betrekking tot het ongeval zodanig verwijtbaar en toerekenbaar onvoorzichtig heeft gedragen dat sprake is van schuld als bedoeld in de artikel 307 en 308 Sr.
Verdachte had anders moeten handelen (vermijdbaarheid) en kon ook anders handelen (verwijtbaarheid). De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking dat verdachte in de door hem met betrekking tot het onderhavige evenement opgestelde overeenkomst zelf ook expliciet het voorbehoud heeft gemaakt om te allen tijde de voorstelling te staken indien de opdrachtgever geen en/of onvoldoende maatregelen heeft genomen om de veiligheid van de toeschouwers te waarborgen. Niet gebleken is echter dat er gedurende het voortraject van het evenement dan wel tijdens de briefing op de dag van het evenement zelf, door verdachte en de organiserende stichting op enigerlei wijze concrete plannen zijn doorgesproken met betrekking tot de bij de uitvoering van de stunt in acht te nemen voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid van de toeschouwers.
Daar komt bij dat de standaard waartegen het gedrag van verdachte is af te meten, mede wordt bepaald door de zogenaamde “Garantenstellung”, waarbij van personen in een bepaalde hoedanigheid een bijzondere zorgplicht mag worden verwacht. Als iemand functioneel handelt met een bepaalde verantwoordelijkheid, worden de maatstaven van (on)voorzichtig gedrag mede daardoor bepaald. Verdachte heeft deze zorgplicht, gelet op de hiervoor door de rechtbank bewezen geachte (rij)gedragingen, niet, althans onvoldoende in acht genomen.
De verdediging heeft gesteld dat de oorzaak van het ongeval valt toe te schrijven aan het niet functioneren van de achterwielbesturing, waardoor verdachte niet de door hem beoogde bocht naar links heeft kunnen maken. De rechtbank acht dat echter niet aannemelijk geworden.
Weliswaar is uit de dynamische onderzoeken op de tweede testdag gebleken dat de besturing van de achterwielen door een loszittende elektrische aansluiting nu eens wel en dan weer niet functioneerde, maar niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat hiervan ook sprake was tijdens de uitvoering van de stunt. Temeer niet, nu uit het zich in het dossier bevindende beeldmateriaal van de uitgevoerde stunt zichtbaar is dat tijdens de aan de stunt voorafgaande testronden verdachte regelmatig de achterwielbesturing gebruikte bij het maken van de bochten, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank niet duidt op een mechanisch mankement in dat verband.
Bovendien verliest de raadsman bij het door hem geschetste scenario naar het oordeel van de rechtbank uit het oog, dat allerminst zeker is - zoals door de verdediging verondersteld - dat verdachte in de hectiek na het neerkomen met de monstertruck van de wrakken ook daadwerkelijk de besturing van de achterwielen heeft geactiveerd door middel van de daarvoor bestemde switch.
Door de raadsman is voorts betoogd dat verdachte geen verwijt kan worden gemaakt van het feit dat de stunt plaatsvond in de richting van het publiek, nu het publiek dat door de monstertruck is aangereden niet in rijrichting van de stunt stond opgesteld.
Ook hierin volgt de rechtbank de raadsman niet. Zij stelt daartoe allereerst vast dat aan de hand van het zich in het dossier bevindende beeldmateriaal kan worden vastgesteld dat aan alle zijden van het evenemententerrein publiek stond opgesteld. De verdachte heeft verklaard dat hij de autowrakken schuin heeft neergezet op het terrein om zodoende na het neerkomen meer ruimte te creëren om de bocht naar links te maken. Dit impliceert dat ook publiek dat niet in rechte lijn met de wrakken stond opgesteld bij een verkeerde manoeuvre van verdachte, al dan niet als gevolg van mogelijke calamiteit en/of technisch mankement van het voertuig bij het maken van de bocht, het risico liep te worden aangereden. Verdachte had, gezien de op hem vanuit zijn professie als stuntrijder rustende bijzondere zorgplicht, hiermee rekening dienen te houden, maar heeft dat nagelaten, hetgeen hem verwijtbaar kan worden toegerekend.
Nu de rechtbank aldus heeft vastgesteld dat het uiterlijk waarneembare rijgedrag van verdachte met inbegrip van de omstandigheden zoals die zich objectief voordeden, in beginsel de gevolgtrekking kan dragen dat - kort gezegd - sprake is van schuld, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of anderszins sprake is geweest van mogelijke uitzonderlijke omstandigheden die maken dat het gedrag niet aan verdachte kan worden verweten en toegerekend. Die vraag beantwoordt de rechtbank ontkennend.
Zoals gezegd zijn in dat verband verschillende alternatieve scenario’s tegen het licht gehouden en nader onderzocht, maar in geen van die gevallen heeft dat tot de gerechtvaardigde conclusie kunnen leiden dat sprake is geweest van een verontschuldigbare onmacht en daarmee van een niet verwijtbare situatie aan de zijde van verdachte. Op verdachte, als professioneel ondernemer van het stuntbedrijf [stuntbedrijf] , die op grond van zijn ervaring en dagelijkse omgang met de monstertruck, de aan de stunt verbonden gevaren voor het leven en de gezondheid van personen adequaat moet kunnen afwegen, rustte de plicht al die maatregelen te nemen die uit een oogpunt van het waarborgen van de veiligheid van personen van hem konden worden gevergd. Daartoe behoorde in het bijzonder de plicht niet met de truck in de richting van het publiek te rijden en in de vervulling van die plicht is verdachte naar het oordeel van de rechtbank ernstig en verwijtbaar tekortgeschoten. Dit klemt temeer nu blijkens zich in het dossier bevindende stukken eerder door verdachte aangevraagde vergunningen voor shows in den lande zijn afgewezen, dan wel dat aanvullende veiligheidseisen werden gesteld vanwege een onveilige situatie bij de uitvoering. Ook werd door een gemeente de show op voorhand als zwaarste categorie evenementenvergunning ingeschat, terwijl door een andere gemeente de voorwaarden werden gesteld dat niet in de richting van het publiek werd gereden en dat een bufferzone tussen het publiek en de stunts diende te worden gecreëerd. Verdachte had met deze veiligheidseisen ook rekening kunnen houden en deze kunnen en moeten betrekken bij de beoordeling van de veiligheid van de show in Haaksbergen, maar heeft dat nagelaten.
De slotsom van dit alles luidt dan ook dat de rechtbank, anders dan door de verdediging is bepleit, wettig en overtuigend bewezen acht dat het handelen van verdachte als zeer onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig moet worden aangemerkt en dat hij schuld aan het ongeval heeft in de zin van artikel 307 en 308 Sr.
Causaliteit
De rechtbank acht ook causaal verband aanwezig tussen de gedraging van verdachte en de dood respectievelijk het (zwaar) lichamelijk letsel van de in de dagvaarding genoemde slachtoffers.
Bij toepassing van de causaliteitsleer gaat het om de vraag of het redelijk is het ingetreden gevolg toe te rekenen aan het gedrag van de verdachte. Toegespitst op de voorliggende casus laat deze vraag zich als volgt concretiseren: is het noodlottig ongeval in redelijkheid toe te rekenen aan het niet in acht nemen van voldoende waarborgen voor de veiligheid van de toeschouwers bij de uitvoering van de door hem verrichte show? Anders gezegd: was op het moment van de gedraging het gevolg (redelijkerwijs) voorzienbaar voor een normaal mens, waarbij - zoals eerder opgemerkt - hogere eisen worden gesteld aan personen die juist vanuit hun functie (Garantenstellung) zijn gehouden tot naleving van (veiligheids-) voorschriften.
Het ingetreden gevolg kan redelijkerwijs aan de verdachte worden toegerekend omdat verdachte de stunt heeft uitgevoerd tot stand in een voor het publiek bedreigende situatie, die door voormeld nalatig handelen van verdachte was opgeroepen. Verdachte heeft verzuimd juist datgene te doen wat vanuit zijn bijzondere zorg- en controleplicht van hem verlangd werd en door dat nalaten is de kans op het intreden van het gevolg verhoogd. Deze controletaak is op grond van door de wetgever of andere instanties opgestelde gedragsregels inzake veiligheidsprocedures voorgeschreven, maar geldt evenzeer in het geval er geen (geschreven) regels zijn opgesteld zoals voor evenementen of activiteiten als in dit geval het Auto en Motor sportief 2014 te Haaksbergen.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 28 september 2014 te Haaksbergen zeer onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig
heeft gehandeld immers heeft hij
-op een parkeerplaats aan de Stationsstraat te Haaksbergen,
-terwijl op die parkeerplaats een grote hoeveelheid publiek aanwezig was
-in de uitoefening van het beroep van stuntman met zijn zogenaamde
'monstertruck' over een aantal autowrakken gereden,
-in de richting van publiek,
-terwijl de ruimte voor een veilige afwikkeling van zijn voorgenomen manoeuvre zeer beperkt was,
-met een snelheid van tussen de 20 en 30 kilometer per uur;
-zonder zijn voertuig eerst geheel tot stilstand te brengen,
-na gas te geven,
-getracht een bocht naar links te maken om voor het publiek langs te rijden
met nagenoeg onverminderde vaart,
-en zijn voertuig niet volledig onder controle gehad en gekregen en
gehouden
-en is hij er niet in geslaagd de bocht voor het publiek af te maken
-en heeft hij niet (maximaal) geremd,
-waardoor hij op het publiek is ingereden,
waardoor het aan zijn schuld te wijten is dat [slachtoffer 1] (geboren [geboortedag]
2008) en [slachtoffer 2] ( [geboortedag] 1963) en [slachtoffer 3]
(geboren [geboortedag] 1941) zijn overleden;
2.
hij op 28 september 2014 te Haaksbergen zeer onvoorzichtig, onachtzaam en nalatig
heeft gehandeld immers heeft hij
-op een parkeerplaats aan de Stationsstraat te Haaksbergen,
-terwijl op die parkeerplaats een grote hoeveelheid publiek aanwezig was
-in de uitoefening van het beroep van stuntman met zijn zogenaamde
'monstertruck' over een aantal autowrakken gereden,
-in de richting van publiek,
-terwijl de ruimte voor hem om zijn voor een veilige afwikkeling van zijn voorgenomen manoeuvre zeer beperkt was,
-met een snelheid van tussen de 20 en 30 kilometer per uur;
-zonder zijn voertuig eerst geheel tot stilstand te brengen,
-na gas te geven,
-getracht een bocht naar links te maken om voor het publiek langs te rijden
met nagenoeg onverminderde vaart,
-en zijn voertuig niet volledig onder controle gehad en gekregen en gehouden
-en is hij er niet in geslaagd de bocht voor het publiek af te maken
-en heeft hij niet (maximaal) geremd,
-waardoor hij op het publiek is ingereden,
waardoor het aan zijn schuld te wijten is geweest dat
- [slachtoffer 4] (gebroken ribben, een klaplong en een gescheurde milt)
- [slachtoffer 5] (een meervoudige scheenbeenbreuk en een gescheurde
knieschijf)
- [slachtoffer 6] (een schedelbasisfractuur, een klaplong, een gebroken rib, een
gebroken kuitbeen en een hersenkneuzing)
- [slachtoffer 7] (een gebroken sleutelbeen)
- [slachtoffer 8] (een gebroken sleutelbeen, een gebroken bovenbeen, gebroken ribben, verdraaid bekken en klaplongen)
- [slachtoffer 9] (een gekneusde linkerenkel en littekens rond de linkervoet)
- [slachtoffer 10] (een verrekte nek, een gekneusde nek, verrekte enkelbanden)
- [slachtoffer 11] (een gescheurde lever, gebroken nekwervel, gebroken schouder,
klaplongen en gebroken ribben)
- [slachtoffer 12] (gebroken bekken)
- [slachtoffer 13] (gebroken ribben, gebroken rugwervels en een gescheurde lever)
- [slachtoffer 15] (gebroken pols)
- [slachtoffer 16] (gebroken ribben en een hersenschudding)
- [slachtoffer 17] (meerdere breuken, onder andere ribben)
- [slachtoffer 18] (gebroken ribben, gebroken heup, gebroken arm)
- [slachtoffer 19] (hersenletsel en inwendige kneuzingen)
- [slachtoffer 20] (kneuzingen aan de borstkast en onderrug)
- [slachtoffer 21] (een gebroken been)
- [slachtoffer 22] (een blijvende verminking in het gezicht, een gebroken kaak
en een verbrijzelde oogkas)
- [slachtoffer 23] (deuken in benen)
- [slachtoffer 24] (gekneusde ribben, scheurtje in schouderblad)
- [slachtoffer 25] (gebroken middenvoetsbeentjes)
- [slachtoffer 26] (een gebroken rug en een klaplong)
- [slachtoffer 27] (gebroken/verbrijzeld bekken)
zwaar lichamelijk letsel hebben bekomen en/of zodanig lichamelijk letsel
dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van de
ambts- of beroepsbezigheden is ontstaan;
De hiervoor genoemde letsels van de slachtoffers [slachtoffer 7] en [slachtoffer 23] beschouwt de rechtbank als zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte en/of verhindering in de uitoefening van hun school- en/of beroepsbezigheden is ontstaan. Ten tijde van het ongeval en de periode daarna zaten de slachtoffers op school en volgden een (beroeps)opleiding. Ten gevolge van het ongeval heeft [slachtoffer 7] school gemist en zijn stageverplichtingen moeten uitstellen, terwijl [slachtoffer 23] alleen in staat was/is tot het volgen van lessen gedurende de ochtend. De rechtbank acht schoolgaan onder dergelijke omstandigheden een duurzame investering in de toekomst van jongeren, daaronder begrepen hun toekomstige arbeidzame leven en zij beschouwt de (beroeps)opleiding van de slachtoffers als een bezigheid in de zin van artikel 308 Sr.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 307, 308 en 309 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn, terwijl het feit wordt gepleegd in de uitoefening van een beroep, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: aan zijn schuld te wijten zijn dat een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van zijn ambts- of beroepsbezigheden ontstaat, terwijl het feit wordt gepleegd in de uitoefening van een beroep, meermalen gepleegd.
Door de raadsman is als kwalificatieverweer gevoerd dat ten aanzien van boven vermelde strafbare feiten sprake is van een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 Sr., als gevolg waarvan slechts één strafbepaling worden toegepast, waarbij het voor de hand ligt dat alleen de strafbepaling voor het overtreden van artikel 307 Sr wordt toegepast.
De rechtbank volgt de raadsman niet in zijn betoog. Ingevolge bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad dient bij het veroorzaken van het in de wet omschreven gevolg, te weten de dood (artikel 307 Sr) van meer personen respectievelijk zwaar lichamelijk letsel (artikel 308 Sr) bij meer personen, meerdaadse samenloop te worden aangenomen. (vgl. HR 25 november 1980, NJ 1981/170).

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft een bedrijf dat zich blijkens het zich bij de stukken bevinden uittreksel Kamer van Koophandel toelegt op het optreden bij evenementen en kermissen met monstertrucks. Dit optreden bestond er onder meer in dat met een zogenoemd voertuig met een gewicht van ruim vierduizend kilo en een motorvermogen van 1500 pk over in rij opgestelde autowrakken werd gereden. Wat de rechtbank verdachte verwijt is dat hij zich er bij de uitvoering van deze gevaarlijke manoeuvres onvoldoende rekenschap van heeft gegeven dat hij toeschouwers in aanraking bracht met risico’s van voor hen min of meer onbekende vormen van gemotoriseerde sport. Bij het evenement Auto en Motor Sportief op 28 september 2014 in Haaksbergen zijn deze risico’s helaas bewaarheid. Bij de uitvoering van de hiervoor beschreven stunt heeft zich een zwaar ongeval voorgedaan met zeer ernstige gevolgen. Er zijn levens verloren gegaan, mensen hebben al dan niet zwaar lichamelijk letsel opgelopen en/of zijn psychisch beschadigd. Voor de nabestaanden van de dodelijke slachtoffers zijn de gevolgen van dit ongeval onomkeerbaar. Zij zullen met dat gemis moeten omgaan. Of hen dat, gelet op de vermijdbaarheid van wat er die bewuste dag is gebeurd en de omvang van het verlies, zal lukken, zal naar verwachting pas op een termijn van jaren zijn te bezien.
De vergelding van door verdachte veroorzaakt leed en de normbevestiging - verdachte heeft zich immers zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam gedragen - vormen de grondslag voor de strafoplegging in deze zaak.
Daartegenover staat dat het ongeval ook voor verdachte grote gevolgen heeft en dat de - in het bijzonder financiële - gevolgen van het ongeval ook aanzienlijk zijn.
Door de raadsman is mede in dit verband verzocht aan verdachte geen gevangenisstraf op te leggen zoals door de officier van justitie is gevorderd, maar te volstaan met oplegging van een werkstraf voor de maximale duur. De rechtbank volgt de raadsman niet in zijn verzoek. Zij zal bij het bepalen van de strafmaat weliswaar rekening houden met het feit dat verdachte door het ongeval en de gevolgen daarvan al in behoorlijke mate is gestraft, maar de rechtbank is ook van oordeel dat de ernst van het aan verdachte te maken verwijt en het door zijn gedrag aan derden toegebrachte leed - zoals dat ook naar voren komt uit de zich bij de stukken bevindende en deels ter zitting voorgelezen slachtofferverklaringen - een strafoplegging als hierna te melden rechtvaardigen. De rechtbank is van oordeel dat duidelijk moet zijn dat stuntrijden zoals dat door verdachte werd gepraktiseerd, een zware verantwoordelijkheid met zich meebrengt en dat bij het veronachtzamen van die verantwoordelijkheid ook een passende sanctie volgt. Daarmee beoogt de rechtbank in de richting van verdachte tot uitdrukking te brengen dat zij zwaar tilt aan de ernstige nalatigheden waarvan hier sprake is geweest, terwijl ook beroepsgenoten van verdachte duidelijk moet worden gemaakt dat voortdurende oplettendheid is geboden om ongevallen zoals deze te voorkomen.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, ook het feit dat verdachte blijkens het hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie niet eerder ter zake soortgelijke delicten met politie en/of justitie in aanraking is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden onvoorwaardelijk passend en geboden is. Eveneens zal aan verdachte het verbod worden opgelegd het beroep van stuntman uit te oefenen voor de duur van vijf jaar.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen personenauto, merk Dodge (“monstertruck King on wheels”), een paar schoenen en een helm, vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, nu met betrekking tot deze aan verdachte toebehorende voorwerpen de hiervoor bewezen verklaarde feiten zijn begaan.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27, 33, 33a en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- ontzet verdachte van de uitoefening van het beroep van stuntman voor de duur van vijf
jaren;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de inbeslaggenomen personenauto, merk Dodge (“monstertruck King of wheels”), een paar schoenen en een helm.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. ter Haar, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 april 2016.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer 2014097869. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Een proces-verbaal Algemeen Dossier gekenmerkt 05DR114042 Merel, van 29 mei 2015, voor zover inhoudende het relaas van de verbalisant A.J. Bonke, zakelijk weergegeven:
Op zondag 28 september 2014 is onder leiding van de officier van justitie mr. E. Agelink en mr. A. van Veen door de districtsrecherche 1 van het district Twente en eenheid Oost Nederland, een strafrechtelijk onderzoek gestart onder de naam 05DR114042 Merel. Zondag 28 september 2014, omstreeks 15.59uur, kwamen bij de Regionale meldkamer te Hengelo meerdere meldingen binnen dat er een zeer ernstig ongeval had plaatsgevonden op de Stationsstraat te Haaksbergen. Er zou een “Monstertruck” over minimaal 10 mensen zijn gereden. Op het parkeerterrein van de Stationsstraat vond een evenement plaats waarbij o.a. een monstertruck over een aantal autowrakken zou gaan rijden. De monstertruck reed vervolgens omstreeks 15.55 uur over een aantal autowrakken, waarna de bestuurder door onbekende oorzaak in de richting van het publiek reed en kort daarna tot stilstand kwam. Hierbij vielen meerdere slachtoffers. Voor en tijdens het ongeval stond er veel publiek te kijken naar de show en veel mensen hebben film en/of foto opnamen gemaakt van de monstertruck. Op het beeldmateriaal is o.a. te zien dat de bestuurder van de monstertruck zijn voertuig start, vervolgens twee opwarmrondjes maakt, op ongeveer 2 tot 3 meter langs het publiek rijdt en dan start met de stunt. Hij gaat met de monstertruck over 6 autowrakken en komt dan half schuin van de wrakken af. Op het moment dat de bestuurder met alle wielen op de grond staat, lijkt het alsof de bestuurder een bocht naar links maakt. De achterwielen lijken vervolgens niet in te sturen, waarna de bestuurder het publiek in rijdt. Ten gevolge hiervan zijn drie personen overleden en meerdere personen al dan niet ernstig gewond geraakt. Als bestuurder van de monstertruck kon worden aangemerkt [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1964, wonende te [woonplaats] , [adres] .
Het onderzoek is er onder meer op gericht informatie te verkrijgen over het handelen van de bestuurder, de organisator van het evenement Stichting Sterevenementen Haaksbergen en de verlener van de vergunning die nodig was voor het evenement.
Bij navraag bij de Kamer van Koophandel blijkt dat de activiteiten van de Stichting Sterevenementen Haaksbergen onder andere bestaan in het bevorderen van het organiseren van evenementen. De Stichting Sterevenementen Haaksbergen heeft het Auto Motor Sportief 2014 (AMS 2014) op zondag 28 september 2014 georganiseerd. Bij de organisatie waren met name betrokken de bestuurders [bestuurder stichting 1] en [bestuurder stichting 2] . [bestuurder stichting 1] heeft de aanvraag vergunning opgemaakt en de verdere afhandeling met betrekking de vergunning en de gemeente Haaksbergen geregeld, terwijl [bestuurder stichting 2] met name alles heeft geregeld met betrekking tot het organiseren van het AMS 2014 en de contacten met [stuntbedrijf] ( [verdachte] ).
Het ongeval vond plaats op een parkeerterrein gelegen aan de Stationsstraat te Haaksbergen. De parkeerplaats heeft een enigszins driehoekige vorm met één “afgesneden hoek”. Uit onderzoek bleek dat de lengte van het met dranghekken afgezette deel van de parkeerplaats 43,78 meter bedroeg en dat de grootste breedte van de parkeerplaats 51,33 meter bedroeg.
Op 17 september 2014 heeft [bestuurder stichting 1] de aanvraag voor de vergunning voor het evenement op 28 september 2014 bij de gemeente Haaksbergen ingeleverd, waarna op 24 september 2014 de vergunning door [medewerker gemeente] van de gemeente Haaksbergen is verstrekt en op de post is gedaan naar het postbusadres van [bestuurder stichting 1] . Op zondag 28 september 2014 heeft [bestuurder stichting 1] op verzoek van de politie de envelop met de vergunning uit de postbus gehaald.
[medewerker gemeente] heeft verklaard dat hij in de veronderstelling was geweest dat het evenement 2014 hetzelfde zou zijn als het evenement in 2013 en dat hij niet wist en niet had gezien dat er een monstertruck met 1500 pk zou komen. Dat hij in 2013 in de vergunning had laten zetten dat er een bufferzone van 10 meter moest komen tussen het publiek en de stunt en dat de stunt niet in de rijrichting van het publiek mocht zijn.
[bestuurder stichting 1] heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij voorzitter is van de Stichting Sterevenementen en dat dit jaar de monstertruck de afsluiter van het AMS 2014 was. Hij niet op de hoogte was van de internationale voorschriften met betrekking tot de monstertruck. Door de gemeente Haaksbergen was bepaald dat er 10 meter tussen het publiek en de stunt moest zijn. Hij de vergunning wel had ontvangen, maar dat deze nog ongeopend in de postbus lag.
De bestuurder [bestuurder stichting 2] heeft verklaard dat hij het stuntteam had gevraagd om het parkeerterrein te bekijken en dat hij via de e-mail een platte grond van het parkeerterrein had gestuurd met de vraag of de stunt uitgevoerd kon worden op het terrein. Dat hij niet op de hoogte was van de veiligheidsvoorschriften voor een dergelijk voertuig en dat er niet gesproken was over afstanden of andere eisen. Hij niet op de hoogte was van de vergunning en de afstand van 10 meter. Hij ’s morgens overleg had gehad met het stuntteam en dat hier verder niet gesproken was over afstanden of de veiligheid.
[bestuurder stichting 2] en [bestuurder stichting 1] hebben aangegeven dat zij niet op de hoogte waren hoe de stunt uitgevoerd zou worden. Door de opstelling van de autowrakken was de rijrichting al wel bekend. De bestuurder van de monstertruck gebruikte de 2 autowrakken met wielen die in de rijrichting waren geplaatst, als oprijlaantje.
Bij onderzoek van datagegevens in de computer van [verdachte] zijn diverse mails en stukken binnengehaald met betrekking tot stuntshows die [stuntbedrijf] in het verleden in diverse plaatsen heeft georganiseerd of wilde organiseren. In de computer werden onder meer gegevens aangetroffen met betrekking tot:
- Weigering van de show in Deventer, naar aanleiding van een melding van een politieman buiten dienst die aangeeft dat de stuntshow nogal veel te wensen overliet qua veiligheid voor het publiek. Door de gemeenteambtenaar wordt hierop aangegeven dat de maatregelen zodanig veranderd moeten worden wil men de show willen zien.
- Weigering van de show in Almelo: De aanvraag wordt afgewezen omdat het evenement op voorhand behoort tot de zwaarste categorie evenementenvergunningen en men niet weet of Almelo wel een geschikt terrein heeft.
- Een vergunning met voorwaarden in Lelystad: hierbij wordt specifiek voorgesteld dat er niet in de richting van het publiek gereden mag worden en dat er een bufferzone gecreëerd wordt tussen het publiek en stunts en wordt er ook gevraagd om de veiligheid te waarborgen.
In de onderhavige zaak betreft het een zogenaamde monstertruck, zijnde een voertuig bestaande uit een onderstel met grote ballonbanden waarop een frame met daarin een zware 8-cilinder Ford motor is gebouwd. Daarboven is een bestuurderscabine gebouwd. Alle vier wielen worden aangedreven en voor- en achteras kunnen onafhankelijk van elkaar bestuurd worden. De monstertruck is ongeveer 5.50 meter lang en ongeveer 3.60 meter breed. Het gewicht van de monstertruck bleek bij weging 4.240 kilogram te zijn. De motor heeft een 1500 pk vermogen. Het voertuig verkeerde na een eerste technisch onderzoek, voor zover mogelijk kon worden nagegaan, in voldoende technische staat van onderhoud en vertoonde geen gebreken die eventueel de oorzaak van, dan wel van invloed zouden kunnen zijn geweest op het ontstaan van het ongeval. Door medewerkers van de Dienst INFRA is een onderzoek ingesteld naar de reminrichting, de stuurinrichting, de wijze van toerentalregeling van de motor (het gas geven) om vast te stellen of deze zaken ten tijde van het ongeval naar behoren hebben kunnen werken. Het voertuig werd in rollende beweging gebracht waarbij werd gezien en gevoeld door de medewerkers dat het voertuig afremde en tot stilstand kwam. Bij het krachtig ingedrukt houden van het rempedaal remde het voertuig en blokkeerden alle vier wielen. Tijdens het testen van de stuurinrichting is het voertuig op contact gezet, waarbij bleek dat als de schakelaar naar links bewoog, de achterwielen naar rechts uitstuurden. Bij het vooruit rijden zal het voertuig linksaf gaan. Bij het bewegen van de schakelaar naar rechts bewogen de achterwielen naar de stand linksaf. Bij het vooruitrijden van het voertuig zal het rechtsaf gaan. Voor zover kon worden nagegaan bij dit onderzoek heeft de stuurinrichting naar behoren kunnen functioneren.
Aan de zogenaamde vierwielaandrijving werden, voor zover na te gaan, geen gebreken aangetroffen. Bij het testen bleek voorts dat bij het bedienen van het gaspedaal dit normaal werkte. Verder werden geen belemmeringen in de verbinding tussen gaspedaal en gaskleppen gevoeld. De conclusie van het technisch onderzoek is dat tijdens het technisch onderzoek aan de werking van diverse onderdelen door de medewerkers van de Dienst Infra geen gebreken zijn gevonden die van invloed of mede van invloed kunnen zijn geweest op het ontstaan van het ongeval.
In overleg met de officier van justitie mr. E. Agelink en het onderzoeksteam Merel werd besloten tot het instellen van een nader onderzoek aan de monstertruck en een onderzoek aan de monstertruck in relatie tot de plaats van het ongeval. Het doel van dit onderzoek was om middels rijtesten, rijgegevens vast te stellen zoals remvertraging, draaicirkel en rijgedrag, alsmede om vast te stellen of het voertuig bepaalde gebreken had die zich bij het rijden zouden openbaren. Daarnaast is het doel van dit onderzoek om vast te stellen of de benodigde rijbewegingen van de monstertruck pasten op de ter beschikking gestelde ruimte van de plaats van het ongeval. Het nader onderzoek aan de monstertruck werd uitgevoerd en begeleid door de politie Verkeersspecialist Ongevalsanalyse [verbalisant 1] van de Landelijke Eenheid Politie.
Bij de in het kader van dit onderzoek verrichte remproeven werd gezien dat de monstertruck het laatste stukje met blokkerende wielen tot stilstand kwam en dat de voorzijde van de monstertruck sterk naar beneden bewoog. Onderzoek naar de noodknop binnen in de cabine van de monstertruck gaf aan dat deze naar behoren functioneerde. Uit onderzoek van NFI is gebleken dat de voorwielen tussen het moment dat de monstertruck van de autowrakken is afgereden en het moment dat de monstertruck zich in het publiek bevond, naar links zijn ingestuurde en dat de achterwielen niet zijn ingestuurd. Verder bleek uit bevindingen van het dynamische onderzoek van de monstertruck in relatie tot de plaats delict dat als het voertuig vanaf het moment van “voertuigcontrole” op de afstand van 13,5 meter (betreft het gereden traject) tot de dranghekken en het publiek, alleen met de voorwielen naar links werd gestuurd om de minimale draaicirkel van 24,3 meter aan de buitenzijde van het voertuig te krijgen, de monstertruck op een afstand van 20 cm langs de dranghekken zou rijden. Als het voertuig vanaf het moment van “voertuigcontrole” met alle wielen zou hebben ingestuurd, zou er 3,3 meter ruimte zijn geweest tussen truckband en publiek. Volgens literatuuronderzoek heeft een chauffeur een gemiddelde reactietijd van 1 seconde om te reageren op een gebeurtenis.
Door het onderzoeksteam Merel werd ook onderzoek gedaan naar mogelijke filmpjes op het internet van eerdere optredens van [verdachte] met de monstertruck om te kijken hoe de opstelling bij andere shows was en welk rijgedrag kon worden waargenomen. Kort en zakelijk weergegeven zijn op het internet de volgende beelden te zien:
- Op het eerste filmpje genaamd Hilversum Alive 2009 is te zien dat het publiek rondom achter lage dranghekken stond met daartussen een rood lint gespannen. Te zien is dat de truck recht op het publiek afreed en vervolgens vlakbij het publiek tot stilstand kwam en mensen een stap achteruit maakten.
- Op een filmpje genaamd King on Wheels-Monstertruck freestyle is te zien dat het publiek enkel aan de zijkanten was gestationeerd achter lage dranghekken. Te zien is ook dat de monstertruck recht op het publiek af gaat en dat mensen een paar stappen opzij gaan.
- Op de filmpjes genaamd Monster Mania Uithoorn 1 en 2 is te zien dat het publiek gestationeerd was aan één zijde van het terrein en dat het een smal terrein was waarbij de truck dicht langs het publiek reed.
- Op het filmpje genaamd Monstertruck winkelcentrum Leidschenhage 27-7-14 is te zien dat het publiek rondom achter lage dranghekken gestationeerd was en dat de show op een parkeerplaats gehouden werd. Ook is te zien dat de truck na de sprong over auto’s met de linker bovenkant tegen een lantaarnpaal aan komt en vervolgens aan de rechter zijde bijna een boom raakt.
- Op het filmpje genaamd Kingonwheels is te zien dat de monstertruck linksom zijn as draaide en vervolgens aan de rechter zijde kantelt en op zij valt.
Uit het onderzoek naar de technische staat van de monstertruck is naar voren gekomen dat er verschillende onderdelen van de monstertruck niet in goede staat waren, dan wel tijdens de stunt mogelijk niet meer hebben gewerkt. Door het niet meer goed functioneren van de monstertruck heeft de bestuurder het voertuig niet meer onder controle kunnen krijgen.
2.
Een proces-verbaal tactisch onderzoek naar beeldmateriaal Team merel 05DR114042 BVH2014097869, voor zover betreffende de daarbij op pagina’s 104 tot en met 184 weergegeven foto en videobeelden gemaakt van de show met de monstertruck op 28 september 2014 op het parkeerterrein te Haaksbergen.
3.
Een zich op pagina 214 van het dossier bevindend Evenementen Overeenkomst, voor zover, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Monstertruck- en & Jetcar-overeenkomst tussen:
[bestuurder stichting 2] , [bedrijf 1] , [adres] , [plaats] en [stuntbedrijf] , dhr. [verdachte] , [adres] , [plaats] .
De opdrachtnemer is een eenmanszaak met in dienst stuntdrivers en monteurs, die hebben bewezen kennis en deskundigheid te hebben op het gebied van showmanship. De heer [verdachte] heeft jarenlange ervaring op verschillende gebieden van de Dragracing en Stunt shows. Dit garandeert dat hij in staat is om de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen en een perfecte show kan geven om het publiek op een correcte wijze te amuseren.
Op 28/9/2014 zal de opdrachtnemer [stuntbedrijf] aanwezig zijn met de Monstertruck om zijn voorstelling te geven en het publiek te amuseren. Opdrachtgever verbindt zich om binnen 10 dagen na ondertekening van deze overeenkomst een bedrag van € 2950,00 exclusief BTW aan opdrachtnemer te betalen op rekeningnummer [bankrekeningnummer] ten name van [stuntbedrijf] .
De opdrachtnemer behoudt zich het recht voor om te allen tijde de voorstelling te staken indien de opdrachtgever geen en/of onvoldoende maatregelen heeft genomen voor de veiligheid van de toeschouwers. De opdrachtnemer zal er zorg voor dragen dat het publiek geen gevaar loopt en gaat er vanuit dat de opdrachtgever ook zijnerzijds de juiste veiligheidsmaatregelen zal nemen om de veiligheid van het publiek en/of de voertuigen en/of de bestuurders en monteurs van de opdrachtnemer te waarborgen.
De opdrachtgever stelt zich – behoudens grove nalatigheid van de opdrachtnemer – persoonlijk aansprakelijk voor schade die het publiek ten gevolge van een handeling c.q. uitvoering van een stunt van de opdrachtnemer tijdens de show mocht lijden. Dus [stuntbedrijf] is niet aansprakelijk als er wat gebeurt met de toeschouwers.
4.
Een door de gemeente Haaksbergen op 18 september 2014 ontvangen Aanvraag evenementenvergunning, gedateerd 16 september 2014 en ondertekend door [bestuurder stichting 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Gegevens aanvrager: [bestuurder stichting 1] .
Naam bedrijf/instelling/stichting/vereniging namens wie de vergunning wordt aangevraagd: St. Sterevenementen Haaksbergen.
Contactpersonen [bestuurder stichting 2] en [bestuurder stichting 1] .
Naam en korte omschrijving evenement: Auto- Motorsportief. Sportieve auto’s en motoren.
Data en tijdstippen waarop evenement plaatsvindt: 28/09/14 van 11.00 uur tot 17.00 uur.
Locatie evenement: Stationsstraat.
Opmerkingen en eventuele toelichting: Tijdens het evenement worden demonstraties gedaan door en/of met 1500 pk Monstertruck.
5.
Een door [verbalisant 2] , operationeel specialist C van de Dienst regionale recherche, Eenheid Oost-Nederland opgemaakte rapportage betreffende het deelonderzoek vergunningen, gedateerd 23 april 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van rapporteur:
Namens de burgemeester en het college van burgemeesters en wethouders (B&W) van Haaksbergen is een evenementenvergunning verleend voor het evenement Auto Motor Sportief (AMS) op 28 september 2014. De vergunning is afgegeven d.d. 24 september 2014 aan de Stichting Sterevenementen Haaksbergen (SSH), gericht aan de heer [bestuurder stichting 1] , organisator. Op 25 september heeft de heer [bestuurder stichting 1] een plattegrond van het evenemententerrein op de parkeerplaats bij de Jumbo te Haaksbergen aan gemeenteambtenaar [medewerker gemeente] gemaild. Het betreft een zeer globale plattegrond en een kaart van het centrum van Haaksbergen waar verder geen specifieke afmetingen of informatie over de demonstratie met de monstertruck op staat. Na het indienen van de aanvraag is er op 22 september 2014 telefonisch contact geweest tussen [medewerker gemeente] en [bestuurder stichting 1] over de aanvraag, daarbij is volgens [medewerker gemeente] en [bestuurder stichting 1] inhoudelijk alleen over wegafsluitingen en bereikbaarheid voor hulpdiensten gesproken. De vergunning is uiteindelijk op 24 september 2014 aan aanvrager [bestuurder stichting 1] per post verzonden. De voorwaarden die daarin aan het evenement worden gesteld zijn exact hetzelfde als de voorwaarden uit de vergunning voor AMS 2013. In de verleende vergunning staat ten aanzien van de veiligheid:
“Er dienen voldoende maatregelen te worden getroffen ter bevordering van de veiligheid van de bezoekers van de stuntshow; hiertoe dient een deugdelijke voorziening te zijn getroffen (dranghekken). Deze dranghekken dienen te zorgen dat het publiek op een afstand komt te staan van tenminste 10 meter”.
De 10 meter afstand de in de vergunning staat opgenomen is door de beoordelend ambtenaar [medewerker gemeente] naar eigen zeggen zelf “bedacht” in 2013 toen er, voor het eerste een andere stunt (cranedrop) op het betreffende terrein werd gehouden. Daarop is voor de aanvraag van 2014 voortgeborduurd. Op de aanvraag voor Auto Motor Sportief 2013 stond ook dat er geen stunts richting publiek zouden plaatsvinden. Deze opmerking is volgens dhr. [bestuurder stichting 2] in die aanvraag opgenomen op aanwijzing van het in 2013 betrokken stuntteam. In 2014 heeft [stuntbedrijf] daarover in de voorbesprekingen niets richting SSH gezegd, zo blijkt uit de verklaring van dhr. [bestuurder stichting 1] . Hierdoor is er bij de aanvraag van AMS 2014 over de rijrichting dan ook niets opgenomen.
Volgens dhr. [bestuurder stichting 2] zijn de wrakken op aanwijzing van [stuntbedrijf] geplaatst. Hij zegt zelf niet exact op de hoogte te zijn geweest hoe de stunt zou gaan. Dat geldt ook voor [bestuurder stichting 1] . [bestuurder stichting 2] heeft wel verklaard dat hij altijd in de veronderstelling was dat de rijrichting van de truck van te voren bekend was omdat er twee wrakken als “oprijlaantje” zonder wielen waren geplaatst. Dat was in de richting van de ABN-AMRO, waar later het ongeval heeft plaatsgevonden
De Monster Truck Racing Association (MTRA) heeft internationale veiligheidsvoorschriften opgesteld, welke voorafgaand aan 28 september 2014 ook op interne gepubliceerd/kenbaar waren en daarin staat onder andere te lezen dat er zich geen toeschouwers mogen bevinden in de rijrichting van stunts, tenzij zij zich bevinden achter een gebouwde (structural) wand en zich minimaal 14 feet (circa 4,25 meter) boven het evenemententerrein bevinden. Verder staat ook vermeld dat voertuigen niet in de rijrichting van het publiek mogen rijden met een verhoogd toerental. Dit zijn richtlijnen en betreft dan ook vooral een advies aan de leden van MTRA en andere organisatoren van Monstertruck shows. De gemeente Haaksbergen noch Sterevenemeneten noch de chauffeur van de truck van [stuntbedrijf] waren naar eigen zeggen bekend met het bestaan van deze richtlijnen.
6.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [medewerker gemeente] van 9 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven,:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat er bij u als vergunningverlener/beoordelaar iets bekend over een demonstratie met een monstertruck.
- als antwoord van de getuige:
Niets.
- als vraagstelling van verbalisanten:
U was niet op de hoogte van een monstertruck.
- als antwoord van de getuige:
- Ik wist dat er op het terrein bij de Jumbo activiteiten zouden plaatsvinden die verband hielden met een stuntshow. Verder niets.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Stel u had gezien “1500 pk monstertruck”. Was er dan iets gaan rinkelen.
- als antwoord van de getuige:
De verantwoordelijkheid voor de activiteiten op de afgesloten parkeerplaats bij de Jumbo ligt bij de stichting Sterevenementen. Ik refereer ook aan de afspraken die we bij AMS 2013 hebben gemaakt. Toen was er een soort kraandrop (laten vallen van auto’s van grote hoogte). De heer [bestuurder stichting 1] heeft toen al aangegeven dat alle stunts zouden worden uitgevoerd op een manier die voor het publiek veilig is. Op de aanvraag van 2013 stond aangegeven dat alle stunts op een dusdanige manier werden uitgevoerd dat het veilig voor het publiek zou zijn. Daarbij stond tevens aangegeven dat alle stunts niet richting publiek zouden worden uitgevoerd.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Is het een verantwoordelijkheid van de gemeente om meer informatie in te winnen over wat het evenement inhoudt.
- als antwoord van de getuige:
We hebben in 2013, toen er voor het eerst stunts werden toegepast, al aangegeven dat er een veilige bufferzone van 10 meter tussen het publiek en de stunts moest worden gehanteerd. In 2013 heb ik met de heer [bestuurder stichting 1] al gesproken over veiligheidswaarborgen. Daarbij heeft de heer [bestuurder stichting 1] aangegeven dat er geen stunts worden uitgevoerd in de rijrichting van het publiek. Ik heb daarbij aangegeven dat er tevens een bufferzone van 10 meter gehanteerd moest worden. Deze 10 meter is bedoeld als veiligheidszone voor het publiek. Zeg maar een denkbeeldige gracht.
7.
Een proces-verbaal verhoor getuige [bestuurder stichting 1] van 30 september 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven:
- als vraagstelling van verbalisanten:
In welke hoedanigheid bent u betrokken bij het evenement Auto en Mortorsportief.
- als antwoord van de getuige:
Dat evenement wordt georganiseerd door de Stichting Sterevenementen Haaksbergen en daar ben ik voorzitter van.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Wie waren er allemaal betrokken vanuit Stichting Sterevenement Haaksbergen.
- Binnen het bestuur hebben bestuursleden hun eigen evenement. Dit evenement werd georganiseerd door [bestuurder stichting 2] .
- als vraagstelling van verbalisanten:
Bent u bekend met de regels die gelden bij de inzet van een monstertruck.
- als antwoord van de getuige:
Ik was überhaupt niet op de hoogte of er specifieke regels golden voor zo’n monstertruck. Alleen de algemene veiligheidsregels en dat natuurlijk ook in overleg met de personen die de stunts uitvoeren.
8.
Een proces-verbaal verhoor getuige [bestuurder stichting 1] van 21 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe kan het dat de poststukken met betrekking tot de vergunning AMS 2014 ongeopend waren en nog in de postbus lagen van [bedrijf 2] .
- als antwoord van de getuige:
Omdat ik ze nog niet had opgehaald. Dat verdient geen schoonheidsprijs. Ik ging er daarnaast ook van uit dat de vergunning hetzelfde zou zijn als andere jaren.
- als vaagstelling van verbalisanten:
Hoe wist u dan dat er daadwerkelijk vergunning is verleend voor het evenement AMS op 28 september 2014 en wat de inhoud van de vergunning was.
- als antwoord van de getuige:
Ik heb begrepen dat die hetzelfde zou zijn als andere jaren.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe weet u dat er nu voor dit evenement AMS 2014 ook een afstand van 10 meter gold.
- als antwoord van de getuige:
Ik ging ervan uit dat de eisen hetzelfde waren als in 2013.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Op de vergunningaanvraag AMS van 2013 heeft u zelf geschreven dat er geen stunts zouden worden uitgevoerd in de rijrichting van het publiek. Waar heeft u dat op gebaseerd.
- als antwoord van de getuige:
Het stuntteam van vorig jaar gaf aan dat het doorrollen van auto’s nogal ongecontroleerd kan gaan en dat er daarom geen publiek mocht staan in de rijrichting van de stunts. Daarom is dat ook in de aanvraag gezet. Dit jaar heeft het stuntteam aangegeven dat ze het veilig doen en dat ze het alleen maar doen als het veilig kan en dat ze het anders ook niet doen. Verder heeft het stuntteam niets aangegeven over bijvoorbeeld de rijrichting. Vandaar dat daarover dit jaar niets in de aanvraag is opgenomen.
9.
Een Aanvraag evenementenvergunning, gedateerd 20 september 2013, ondertekend door [bestuurder stichting 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Gegevens aanvrager vergunning: Stichting Sterevenementen Haaksbergen.
Naam en korte omschrijving evenement: Auto Motor Sportief. Allerhande activiteiten met auto’s en motoren. Alle stunts worden uitgevoerd in de richting waar geen publiek staat zodat, als er iets mis gaat geen mensen kunnen worden geraakt.
10.
Een proces-verbaal verhoor van de getuige [bestuurder stichting 1] van 3 december 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe zijn de afstanden bepaald, van waar tot waar.
- als antwoord van de getuige:
Goede vraag, er staat 10 meter, maar ik heb geen idee hoe dat bedoeld is. Daar is ook nooit over gesproken.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Is rekening gehouden met de afstand tot het publiek bij de draaicirkel na het springen.
- als antwoord van de getuige:
Ik heb geen idee wat de bedoeling was. Volgens mij had de truck gewoon rechtdoor moeten gaan. Met de draaicirkel van de truck is volgens mij geen rekening mee gehouden. Ik heb ook geen contact gehad met het stuntteam.
- als vraagstelling van verbalisanten:
Wat weet u van de rijrichting die de monstertruck zou nemen.
- als antwoord van de getuige:
Dat wist ik niet. We hebben wel contact van tevoren gehad, maar dat ging niet over de rijrichting.
11.
Een proces-verbaal verhoor van de getuige [bestuurder stichting 2] van 1 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- In welke hoedanigheid bent u betrokken bij het evenement Auto en Motorsportief.
- als antwoord van de getuige:
Ik zit in het bestuur van Stichting Ster Evenementen. Het evenement AMS is een evenement waar ik aan meewerk qua organisatie.
- Hoe is het idee voor het evenement met de monstertruck ontstaan.
- Als antwoord van de getuige:
In maart van dit jaar zaten we bij elkaar. We hebben al eens eerder over een monstertruck gesproken, maar we hebben daar toen van afgezien. In maart werd de monstertruck weer geopperd en ik ben toen op internet gaan zoeken naar een bedrijf dat zo’n truck had. Ik heb toen dat bedrijf gebeld. Vervolgens hebben we dit in het bestuur besproken en we besloten om met dat bedrijf verder te gaan. Ik heb toen een mail gestuurd naar [vrouw verdachte] , degene met wie ik steeds contact had over de monstertruck. Ik stuurde haar ook een afbeelding van Google Earth van de parkeerplaats waar we het evenement wilden houden en ik vroeg of het mogelijk was daarop de voorstelling met de monstertruck te doen. Ik weet niet meer of ik daar ook antwoord op heb gekregen. Ik weet nog wel dat ik later een mail heb gestuurd met het voorstel of zij ook in Haakbergen wilden kijken of het allemaal mogelijk was. Rond 20 september 2014 heb ik gebeld met [vrouw verdachte] met de vraag wat wij nog voor het evenement moesten regelen. [vrouw verdachte] gaf toen aan dat we het terrein met dranghekken moesten afzetten.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Gaf ze details over de dranghekken en waar ze geplaatst moesten worden.
- Als antwoord van de getuige:
Nee, daar is niet over gesproken.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Bent u vaker betrokken geweest bij evenementen waarbij een monstertruck aanwezig was.
- Als antwoord van de getuige:
Nee. Ik heb er alleen iets over gezien op televisie.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Heeft de chauffeur of iemand van het team voor zondag het parkeerterrein bekeken.
- Als antwoord van de getuige:
Nee. Ik heb dat dus wel aangeboden aan [vrouw verdachte] , maar ze zijn niet geweest.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Wat stond er in de overeenkomst.
- Als antwoord van de getuige:
Onder meer dat zij voor de veiligheid van het publiek garant stonden en dat wij er verantwoordelijk voor waren dat het publiek achter de dranghekken zou blijven. Volgens mij stond er niets in over de afstand die we in acht moesten nemen. Met de wetenschap die we nu hebben is dat vreemd, maar op dat moment misten we het niet. Ik had de stellige indruk dat we met een professioneel en gerenommeerd team te maken hadden en dat ze wel wisten hoe dit georganiseerd moest worden. Ik had ze de platte grond en andere informatie toegestuurd, dus ik ging ervan uit dat zij met hun kennis en ervaring wel een goede inschatting konden maken.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Bent u bekend met de regels die gelden voor de inzet van een dergelijke monstertruck.
- Als antwoord van de getuige:
Nee. Ik heb bij hen informatie ingewonnen en zij hebben ons laten weten dat ze het zouden kunnen doen.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Was u vooraf op de hoogte van deze regels.
- Als antwoord van de getuige:
Nee. Ik ken ze nu ook nog niet.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Op welke afstand stonden de dranghekken.
- Als antwoord van de getuige:
Ik weet niet op welke afstand. Dat heb ik niet opgemeten.
- Was er sprake van een bepaalde marge of afstand die er zou moeten zijn.
- Als antwoord van de getuige:
Dat weet ik niet.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
In de vergunning staat dat een ruimte van 10 meter aangehouden moet worden. Weet je op grond waarvan deze afstand bepaald is.
- Als antwoord van de getuige:
Nee, ik ken de inhoud van de vergunning niet.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe zou de stunt er uit gaan zien.
- Als antwoord van de getuige:
Daar hebben we niet lang over gesproken. De chauffeur [verdachte] zou vanaf de kant van de ABN-AMRO bank de wrakken oprijden. Hij zei ook dat hij er wel een paar keer overheen zou rijden. Ik zag dat de monstertruck tegen de twee in de lengterichting staande wrakken reed, een beetje tegen de beide motorkappen opreed en daarna weer achteruit ging. Vrijwel tegelijkertijd zag ik dat [verdachte] weer opreed en tegen de wrakken opreed. Dat verwonderde mij omdat was afgesproken dat hij vanaf de andere kant op zou rijden. Een paar seconden later kwam de truck ook alweer van de wrakken af en reed in de richting van de ABNAMRO, waar ik ook stond. Tot mijn schrik kwam de truck recht op mij en het publiek af.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Nu ik de kaart zo zie, lijkt het mij logischer om in de richting van de ABN AMRO te rijden omdat de truck dan een grotere draaimogelijkheid heeft.
- Als antwoord van de getuige:
Ja, als je dat zo zegt. Maar ik was niet exact op de hoogte hoe de stunt van minuut tot minuut er uit zou zien.
12.
Een proces-verbaal verhoor van de getuige [bestuurder stichting 2] voornoemd van 23 oktober 2014, voor zover
inhoudende, zakelijk weergegeven:
- Als vraagstelling van verbalisanten:
U heeft verklaard dat u als bestuurder van de Stichting altijd erg attent op veiligheid was. Heeft u zich in de voorbereiding van dit evenement AMS 2014 ook verdiept in veiligheidsaspecten rondom stunts met een monstertruck.
- Als antwoord van de getuige:
We hebben vaker stunts op dat plein en we weten dat er dranghekken moeten staan. In dit geval heb ik ’s morgens overleg gehad met [verdachte] over wat er allemaal was en hoe hij dat ging doen. Daarvoor is geen overleg geweest. Wel zijn er allerlei filmpjes te zien over de monstertruck, maar die heb eigenlijk pas na het incident voor het eerst gezien. Er is voor zondagochtend niet gesproken over veiligheidsaspecten van de stunt. We hebben het ook over de ruimte gehad. Hij zei dat het allemaal voldoende was. We stonden op dat moment op het terrein.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Wie was er verantwoordelijk voor de veiligheid rondom de stunts.
- Als antwoord van de getuige: twee partijen. Als organisatie hebben we daar een verantwoording. Ik kan me ook zo voorstellen dat je als stuntman daar ook een grote verantwoording in hebt. Daar is niet over gesproken. Maar in de overeenkomst staat wel dat hij de veiligheid van het publiek garandeert.
13.
Een Schouwverslag gedateerd 28 september 2014, opgesteld en ondertekend door de forensisch arts drs. R.C.A. Santing, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Cliënt; [slachtoffer 1]
Geboren op: [geboortedag] -2008
Datum/tijd schouw: 28-09-2014 17:00
Reden aanvraag: Aanwijzing voor niet natuurlijke dood
Plaats van overlijden: openbare weg Haaksbergen
Overlijdensdatum: 28-09-2014
Bijzonderheden/gebeurtenis: Het slachtoffer stond bij een evenement met onder meer monsterauto’s in Haaksbergen te kijken toen de bestuurder van een monsterauto het publiek inreed. Het slachtoffer is ter plaatse overleden.
Evaluatie: Ernstig schedelletsel, fractuur linker bovenbeen en meerdere kneuzingen na ongeval met monsterauto.
Conclusie: niet-natuurlijk overlijden.
14.
Een Schouwverslag gedateerd 28 september 2014, opgesteld en ondertekend door de forensisch arts drs. R.C.A. Santing, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Cliënt: [slachtoffer 2]
Geboren op: [geboortedag] -1963
Datum/tijd schouw: 28-09-2014 20:00
Reden aanvraag: Aanwijzing voor niet natuurlijke dood.
Plaats van overlijden: openbare weg Haaksbergen
Overlijdensdatum: 28-09-2014
Bijzonderheden/gebeurtenis: het slachtoffer stond bij een evenement met onder meer monsterauto’s in Haaksbergen te kijken toen de bestuurder van een monsterauto het publiek inreed. Het slachtoffer is ter plaatse overleden.
Evaluatie: Ongeval met een monsterauto tijdens een automanifestatie waarbij het slachtoffer is aangereden of overreden en daardoor ernstig schedelhersenletsel heeft opgelopen.
Conclusie: niet-natuurlijk overlijden.
15.
Een Schouwverslag gedateerd 28 september 2014, opgesteld en ondertekend door de forensisch arts drs. R.C.A. Santing, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Cliënt: [slachtoffer 3]
Geboren op: [geboortedag] -1941
Datum/tijd schouw: 28-09-2014 20:00
Reden aanvraag: Aanwijzing voor niet natuurlijke dood.
Plaats van overlijden: ziekenhuis Almelo
Overlijdensdatum: 28-09-2014
Bijzonderheden/gebeurtenis: het slachtoffer stond bij een evenement met onder meer monsterauto’s in Haaksbergen te kijken toen de bestuurder van een monsterauto het publiek inreed. Het slachtoffer is naar het ziekenhuis te Almelo overgebracht en daar kort na aankomst overleden.
16.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 6 november 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedag] 2006, die op 28 september 2014 betrokken is geweest bij een ongeval met een monstertruck te Haaksbergen, ingevulde omschrijving van het letsel door de chirurg dr. E.F.M. Veldhuis, te weten:
- borstkastletsel met ribfracturen
- klaplong en bloeding
- miltscheur en shock
- bekkenbreuk.
17.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 5] van 21 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Op zondag 28 september 2014 heb ik mij met mijn ouders begeven naar het terrein voor de Jumbo. Ik wist dat de monstertruck om 16.00 uur zou gaan rijden Ik zag toen dat de monstertruck op ons af kwam en ik ben toen naar rechts gerend/gesprongen. Ik weet niet meer wat er daarna gebeurd is. Ik kan mij nog herinneren dat ik op een gegeven moment in de ambulance zat. Ik weet nog dat ik naar het ziekenhuis in Almelo ben gebracht. Als letsel heb ik opgelopen: een scheurtje in mijn knieschijf, 3 breuken in mijn scheenbeen en een scheur in de omslagplooi van mijn mond.
18.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 6] van 21 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zondag 28 september 2014 ben ik met mijn vrouw en dochter [slachtoffer 5] naar een autoshow in het centrum van Haaksbergen gegaan. Ik wist dat er en show met een monstertruck zou plaatsvinden. Tot mijn schrik zag ik echter dat de monstertruck recht op ons af kwam rijden. Ik kreeg al heel snel de indruk dat de bestuurder zijn truck niet tot stilstand zou krijgen. Ik ben toen naar rechts gesprongen om de truck te ontwijken. Ik kan mij nog herinneren dat ik over een kinderwagen ben gestruikeld en op de grond ben gevallen. Vanaf dat moment kan ik mij niets meer herinneren. Op de vraag wat voor letsel ik heb opgelopen kan ik zeggen: schedelbasisfractuur, klaplong, een gebroken rib, meerdere gekneusde ribben, ontwrichte rechter schouder, een gebroken linker kuitbeen, twee gekneusde enkels, een hersenkneuzing en veel schaafwonden.
19.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 26 november 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 7] , geboren op [geboortedag] 1995, die op 28 september 2014 betrokken is geweest bij een ongeval met een monstertruck te Haaksbergen, ingevulde omschrijving van het letsel door de traumachirurg J. de Wit, te weten:
- deformatie sleutelbeen. Fractuur.
20.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 8] d.d. 21 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
We hadden een auto/motor sportief evenement. We gingen toen bij de monstertruck kijken die over auto’s moest rijden. Toen deze er af kwam ging het eigenlijk mis. Je ziet de truck dan recht op je af komen. Op het moment dat de truck je raakt gaat het lampje heel even uit. Ik dacht echt dat ik dood zou gaan op dat moment. Vanaf het moment dat ik de ambulance inging weet ik eigenlijk niks meer. Ik heb mijn sleutelbeen gebroken, ik had 4 ribben gebroken aan de rechter kant, een topje van mijn rib af aan de linker kant en 2 klaplongen. Mijn bekken zat nog een heel klein stukje vast aan mijn ruggenmerg en was naar achteren gedraaid. Ik heb ook mijn bovenbeen gebroken.
21.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 20 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 8] , geboren op [geboortedag] 1991, ingevulde omschrijving van het letsel door de arts Kokke (fonetisch), te weten: schouderbladbreuk, sleutelbeenbreuk, gebroken ribben. Bekkenbreuk, letsel urineleider.
22.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 13 april 2015, met daarin het verzoek om medische informatie over [slachtoffer 9] , geboren op [geboortedag] 1987, die op 28 september 2014 betrokken is geweest bij een ongeval met een monstertruck te Haaksbergen, ingevulde omschrijving van het letsel door de huisartsenpraktijk Engberink en Kleissen, te weten:
- meerdere schaafwonden L voet
- kneuzing L voet.
23.
Een proces-verbaal onderzoek letsel [slachtoffer 9] d.d. 26 mei 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- als vraagstelling van de verbalisant:
Is er sprake van zichtbaar ontsierende littekens of ander zichtbaar blijvend letsel.
Als antwoord van [slachtoffer 9] :
- ja. Om mijn linker voet zitten zichtbare rode littekens. Deze rode vlekken gaan ook niet meer weg.
- als vraagstelling van de verbalisant:
Is er (tijdelijk) sprake geweest van niet kunnen uitoefenen van beroepswerkzaamheden.
- als antwoord van [slachtoffer 9] :
Ik ben een week helemaal thuis geweest. Daarna enkele weken opbouwend 50% ziek en daarna nog voor 20%. In januari ben ik weer hele dagen gaan werken.
24.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 26 november 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over [slachtoffer 10] , geboren op [geboortedag] 1977, die op 28 september 2014 betrokken is geweest bij een ongeval met een monstertruck te Haaksbergen, ingevulde omschrijving van het letsel door de traumachirurg J. de Wit, te weten:
- kneuzing nek
- verrekking enkelband rechts.
25.
Een proces-verbaal van bevindingen letsel [slachtoffer 10] d.d. 21 mei 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- als vraagstelling van de verbalisant:
Hoe gaat het nu, zowel geestelijk als lichamelijk.
- als antwoord van [slachtoffer 10] :
Ik heb via de fysio traumatherapie. Ik heb veel last van hoofdpijn en pijn in mijn benen en rug. Vanaf het begin loop ik bij de fysio/haptonoom. In het begin was dat 2 keer per week 1,5 uur en nu nog 1 keer per week. Ik rak de spanning uit mijn hoofd en lichaam niet kwijt.
- als vraagstelling van de verbalisant:
Wel lichamelijk letsel was er vlak na het ongeval.
- als antwoord van [slachtoffer 10] :
Kneuzing nek, verrekking enkelband.
- als vraagstelling van de verbalisant:
welk lichamelijk letsel is er nu nog.
- als antwoord van [slachtoffer 10] :
Ik heb nog last van hoofdpijnen, van diverse kneuzingen en van mijn rug/been.
- als vraagstelling van de verbalisant:
Is er sprake van zichtbaar ontsierende littekens of ander zichtbaar blijvend letsel.
- als antwoord van [slachtoffer 10] :
Ik heb een zichtbaar litteken op mijn ellenboog
- als vraagstelling van de verbalisant:
Is er (tijdelijk) sprake geweest van niet kunnen uitoefenen van beroepswerkzaamheden. (Hoe lang, is dit nog zo en hoe is het vooruitzicht).-
- als antwoord van [slachtoffer 10] :
Vanaf september 2014 tot januari 2015 heb ik niet kunnen werken en zat ik in de Ziektewet. Vanaf januari 2015 ben ik weer begonnen met werken. Ik ben gestart met 3 dagen in de week 1 uur en dit is uitgebouwd door elke week een uur per dag er bij te doen. Eind februari was ik weer volledig aan het werk.
- als vraagstelling van de verbalisant:
is er nu nog sprake van therapie en/of medicijn gebruik.
- als antwoord van [slachtoffer 10] :
Ja, fysio/haptonoom/traumatherapie.
26.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 11] d.d. 22 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Zondag 28 september 2014 stonden we met een autoclub op de autoshow in Haaksbergen. Rond kwart voor vier zijn we naar het stuntterrein gelopen. Tijdens het proefrondje vond ik ook dat hij vrij dicht langs het publiek reed. Als ik mijn hand had uitgestoken kon ik hem praktisch bijna aanraken. Na het proefrondje is de truck over de autowrakken gereden. Toen de monstertruck neer kwam heeft hij, denk ik, nog een keer kort en krachtig gas gegeven. Op dat moment ging het zo snel en vlak daarna lig je eronder. De monstertruck kwam met een draai van de wrakken af en kwam toen recht op ons afrijden. Ik dacht wanneer ga je nu sturen of wanneer rem je? De monstertruck remde niet en we probeerden weg te komen. Het was een split second. Vluchten kon niet meer. Ik kwam tussen de wielen van de truck terecht. Toen is de truck over mij heen gekomen. Ik denk dat ik geraakt ben door een van de wielen. Ik had/heb twee ingeklapte longen, vier gebroken ribben, een gescheurde lever, een afgebroken nekwervel en een gebroken schouder.
27.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 12] d.d. 30 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Ik ben omstreeks 15.40 uur naar het evenement auto/motor sportief in het centrum van Haaksbergen gegaan. Over de afzetting van het evenement kan ik vertellen dat ik het terrein te klein vond voor de stunt met de monstertruck. Ik heb gehoord van de speaker dat eigenlijk te ruimte te klein was voor een monstertruck. Het viel mij op dat, nadat de monstertruck over de wrakken was gereden, de monstertruck weer accelereerde in plaats van dat hij remde. Ik heb geprobeerd weg te rennen toen ik door had dat de monstertruck niet ging stoppen voor de hekken. Ik ben toen achterover gevallen. Het wiel van de monstertruck ging over de linker zijde van mijn lichaam. Ik heb een scheurtje in mijn bekkenkom en verder heb ik een verwonding aan mijn schouder.
28.
Een medische verklaring van het Medisch Spectrum Twente gedateerd 28 september 2014, opgesteld door M. ter Horst, arts-assistent heelkunde, J.M. Klaase, chirurg en R.J. de Wit, chirurg-traumachirurg, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Betreft: mevr. [slachtoffer 12] [geboortedag] -1995. Op 28-09-2014 zagen wij genoemde patiënt op de afdeling spoedeisende hulp. De reden van komst betrof een 112-melding: betrokken bij ramp Monstertruck. Conclusie: traumascreening: acetabulumfractuur links.
29.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 13] d.d. 24 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Plotseling zag ik dat de monstertruck recht op mij af kwam. Ik dacht “dit kan niet”. Vanaf dat moment kan ik mij niet meer herinneren wat er gebeurde. Ik kwam eigenlijk weer bij mijn positieven toen iemand mij aansprak. Ik voelde op dat moment overal pijn en kon mij niet bewegen. Ik ben later met een ambulanceauto naar het ziekenhuis in Enschede gebracht. Ik heb bijna twee weken in het ziekenhuis gelegen. Daar werd mij verteld dat ik 4 gebroken ribben had opgelopen. Ook waren 4 of 5 uitsteeksels van mijn ruggenwervel gebroken en had ik een gescheurde lever.
30.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 26 november 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 13] , geboren op [geboortedag] 1979, ingevulde omschrijving van het letsel door de traumachirurg J. de Wit, te weten: gebroken ribben, wervelbeschadiging, leverscheuring.
31.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 15] , geboren op [geboortedag] 1963, ingevulde omschrijving van het letsel door de arts B.P. Berielink, te weten: polsfractuur links.
32.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 14] d.d. 14 oktober 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van die getuige:
Op 28 september 2014 zijn mijn man [naam 1] en ik naar Haaksbergen gegaan. Bij het terrein van de Jumbo zijn we iets voor 16.00 uur gaan staan op een plaats ter hoogte van een vrachtwagen. Daarna weet ik helemaal niets meer van wat er gebeurd is. Het eerste wat ik weer weet is dat ik wakker werd in het ziekenhuis in Almelo. Ik voelde over mijn hele lichaam pijn. Ik heb 7 dagen in het ziekenhuis gelegen. Ik heb 3 ribben gebroken. Daarnaast heb ik ook een hersenschudding.
33.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 7 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 17] , geboren op [geboortedag] 1942, ingevulde omschrijving van het letsel door de arts Vermeijden, te weten: fractuur van jukbeen multiple ribfracturen.
34.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 14 oktober 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van die getuige:
Ik ben de dochter van meneer en mevrouw [naam 2] . Mijn ouders liggen in het ziekenhuis en namens hen ben ik gemachtigd om een verklaring af te leggen. Mijn moeder heeft naar aanleiding van het ongeval met de monstertruck op 28 september 2014 te Haaksbergen bijna al haar ribben gebroken, haar heup gebroken en haar arm gebroken. Ook heeft zij overal kneuzingen/blauwe plekken en een longontsteking.
35.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 7 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 18] , geboren op [geboortedag] 1942, ingevulde omschrijving van het letsel door de arts Vermeijden, te weten: ernstige ribfracturen.
36.
Een proces-verbaal van bevindingen van 19 mei 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als relaas van de verbalisant:
In het onderzoek naar het ongeval met de Monstertruck is op verzoek van de officier van justitie A. van Veen een onderzoek ingesteld naar het letsel van slachtoffers. Vooraf zijn een aantal vragen opgesteld en zijn slachtoffers telefonisch benaderd door rechercheurs van het onderzoeksteam Merel. Op 19 mei 2015 heb ik telefonisch contact gehad met mevrouw [moeder slachtoffer 19] , de moeder van [slachtoffer 19] geboren op [geboortedag] -1993. De moeder van [slachtoffer 19] heeft de hieronder gestelde vragen beantwoord omdat het niet goed ging met [slachtoffer 19] .
- Als vraagstelling van verbalisant:
Hoe gaat het nu, zowel geestelijk als lichamelijk.
- Als antwoord van moeder:
Het gaat niet goed met [slachtoffer 19] . Hij heeft uitvalverschijnselen over zijn gehele lichaam. Hij heeft eerst 5 à 6 dagen in het ziekenhuis gelegen en is daarna overgeplaatst naar de PAAZ omdat het geestelijk niet goed ging met hem. Hij staat nu onder behandeling van een psychiater.
- Als vraagstelling van verbalisant:
Welk lichamelijk letsel was er vlak na het ongeval.
- Als antwoord van moeder:
Hij had een hersenschudding, hersenkneuzing en inwendige kneuzingen.
37.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 26 november 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 20] , geboren op [geboortedag] 1979, ingevulde omschrijving van het letsel door de trauma chirurg J. de Wit te weten: kneuzingen borstkas en onderrug.
38.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 7 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 21] geboren op [geboortedag] 1958 ingevulde omschrijving van het letsel door de trauma chirurg J. de Wit te weten: botbreuk linker knie.
39.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 20 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 22] geboren op [geboortedag] 1993 ingevulde omschrijving van het letsel door de arts drs. B.S. Muller, te weten: uitgebreid ernstig aangezichtsletsel waarvoor meerdere reconstructieve operaties gedaan zijn.
40.
Een proces-verbaal onderzoek letsel [slachtoffer 22] van 26 mei 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
In het onderzoek naar het ongeval met de Monstertruck is op verzoek van de officier van justitie A. van Veen een onderzoek ingesteld naar het letsel van slachtoffers. Vooraf is en aantal vragen opgesteld en zijn slachtoffers telefonisch benaderd door rechercheurs van het onderzoeksteam Merel. Op 26 mei 2015 heb ik, verbalisant, [slachtoffer 22] , geboren [geboortedag] -1993, gesproken.
- Als vraagstelling van verbalisant:
Hoe gaat het nu, zowel geestelijk als lichamelijk.
- Als antwoord van [slachtoffer 22] :
Zowel lichamelijk als geestelijk slecht. Mijn tong is voor 90% weg. Mondbodem is ook compleet weg. Onderkaak gebroken. Oogkas verbrijzeld. Blijvende verminking in het gezicht.
41.
Een op een Aanvraagformulier Medisch Informatie van de politie Oost-Nederland, gedateerd 13 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over [slachtoffer 23] , geboren op [geboortedag] 1999, die op 28 september 2014 betrokken is geweest bij een ongeval met een monstertruck te Haaksbergen, ingevulde omschrijving van het letsel door de arts van Loon, te weten:
- schaafwonden/haematomen benen.
42.
Een proces-verbaal bevinden letsel [slachtoffer 23] d.d. 13 mei 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- als verklaring/vraagstelling van de verbalisant:
Op 13 mei 2015 heb ik telefonisch contact gehad met de moeder van [slachtoffer 23] . Ik heb haar onderstaande vragen gesteld die de moeder zo goed mogelijk heeft beantwoord.
Welk lichamelijk letsel was er vlak na het ongeval.
- als antwoord van de moeder:
[slachtoffer 23] had het hekwerk op haar benen gekregen, daardoor had ze deuken in de bovenbenen en dagenlang geen gevoel in haar benen.
- als vraagstelling van de verbalisant:
Welk lichamelijk letsel is er nu nog. Is er sprake van zichtbaar ontsierende littekens of ander zichtbaar blijvend letsel.
- als antwoord van de moeder:
[slachtoffer 23] heeft deuken in haar benen en deze gaan niet meer weg.
- als vraagstelling van de verbalisant:
Is er (tijdelijk) sprake geweest van niet kunnen uitoefenen van beroepswerkzaamheden.
- als antwoord van de moeder:
[slachtoffer 23] is schoolgaand, maar kan nog maar tot de middag naar school. Daarna moet ze liggen.
- als vraagstelling van de verbalisant:
Is er sprake van geestelijk letsel.
- als antwoord van de moeder:
[slachtoffer 23] is zeer angstig. Ik moet ’s nachts geregeld naar haar toe omdat ze nog geregeld nachtmerries heeft.
43.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 24] d.d. 23 oktober 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van die getuige:
We waren die zondag 28 september 2014 met en groep in het centrum van Haaksbergen. Voor mijn gevoel ben ik door de linker voorband geraakt. De truck heeft mij tegen de grond aangedrukt. Ik had toen pijn aan mijn schouder, borstkas en nek. Ik heb mijn ribben gekneusd en ik heb een scheurtje in mijn schouderblad.
44.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 25] d.d. 10 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Op zondag 28 september kwam ik met een kameraad aan op parkeerterrein van de Jumbo. We stonden daar te wachten samen met al die andere mensen. We stonden vooraan Toen zagen mijn kameraad en ik dat ding op ons afkomen en toen kwamen we er onder. In het ziekenhuis hebben ze de wonden schoon gemaakt en toen kreeg ik gips en krukken. Mijn verwondingen waren drie gebroken middenvoetsbeentjes, overal schaafwonden, ribben gekneusd en een lichte hersenschudding.
45.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, gedateerd 10 oktober 2014, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 25] geboren op [geboortedag] 1997ingevulde omschrijving van het letsel door de trauma chirurg J. de Wit, te weten: voetwortel fractuur rechts.
46.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 26] d.d. 16 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Samen met mijn vrouw en zoon ben ik naar het evenement auto/motor sportief in het centrum van Haaksbergen gegaan. Wij stonden helemaal vooraan achter de dranghekken Toen de wielen pal voor mijn neus stonden dacht ik dat het niet goed was Ik heb toen een stap nar achteren gedaan. De wielen van de truck kwamen tegen de dranghekken. Hierdoor is een dranghek tegen mijn bovenbeen gevallen. Ik viel toen op de grond. Ik voelde pijn in mijn rug en kon ook moeilijk ademhalen. Ik zag toen dat de truck gestopt was tegen een vrachtwagen. Ik voelde door mijn hele lichaam pijn. Er zit een scheur in mijn 12e rugwervel. Ik draag op dit moment een rugbrace. Dit moet ik minimaal 6 weken dragen. Ook heb ik een klaplong. Ik heb van zondag t/m vrijdag in het ziekenhuis gelegen. Mijn vrouw heeft gehoord dat de speaker heeft gezegd: “We beginnen om 16.00 uur met de monstertruck. De ruimte is te klein maar ik heb geen andere ruimte dus wel laten het doorgaan”, of woorden van dergelijke strekking. Ik heb ook gehoord dat de ruimte te klein was, maar in welke context weet ik niet meer.
47.
Een op een Aanvraagformulier Medische Informatie van de politie Oost-Nederland, district Twente, met daarin het verzoek om medische informatie over: [slachtoffer 26] geboren op [geboortedag] 1972 ingevulde omschrijving van het letsel door de arts Van Loon, te weten: inzakking thoracale wervel, contusie thoraxwand links en randpneumothorax links.
48.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [slachtoffer 27] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Zondag 28 september 2014 ben ik samen met [slachtoffer 25] en mijn broer [naam 3] naar het terrein voor de Jumbo gegaan. Toen de monstertruck startte stond ik tegen een dranghek ter hoogte van de ABN AMRO bank Ik zag en hoorde dat de bestuurder meer gas gaf met zijn truck en daarna recht op mij af kwam rijden. Ik stond op dat moment als eerste in een rij voor een dranghek. Ik zag dat de truck het dranghek voor mij omver reed. Hierdoor kwam ik onder het dranghek terecht. Toen ik daar onder dat hek lag voelde ik al meteen pijn in mijn heup en mijn rechter bovenbeen. Door een ambulance ben ik naar het ziekenhuis in Winterswijk gebracht. Er werden foto’s en een CT-scan van mij gemaakt. Aan mijn vader werd toen verteld dat ik sowieso een gecompliceerde bekkenbreuk had opgelopen. Ik heb een week in het ziekenhuis in Winterswijk gelegen en daarna ben ik in een ambulance naar het UMC in Groningen gebracht. Daar ben ik geopereerd aan mijn bekken. Naar aanleiding van het ongeval heb ik een zeldzame bekkenbreuk opgelopen. De revalidatie van mijn bekkenbreuk zal volgens mijn arts dokter Nieboer uit Groningen ongeveer een jaar in beslag nemen.
49.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [getuige 2] , d.d. 1 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Op zondag 28 september 2014 ben ik samen met mijn vrouw en kinderen naar het centrum van Haaksbergen gefietst. Waar de supermarkt Jumbo en de ABN-Amro bank zijn gevestigd, zou een evenement plaatsvinden met motoren en een zogenaamde “Monstertruck’. Omstreeks 16.00 uur startte de show met de monstertruck. Ik zag dat het publiek schrok toen de monstertruck in het begin van de show/stunt een bocht maakte en dicht langs het publiek ging. Ik denk dat de afstand tussen de monstertruck en het publiek 2 à 3 meter was. Dit publiek stond achter dranghekken. Ik zag dat iedereen naar achteren deinsde toen de monstertruck de bocht nam. Ze schrokken enorm van de truck die wel erg dichtbij was. Nadat de monstertruck twee of drie rondjes had gereden, zag ik dat de chauffeur met zijn truck op de voorzijde van een van de sloopauto’s ging staan. De auto’s stonden in het midden/verlengde van het plein geparkeerd. Ik zag op een gegeven moment dat de truck een stukje achteruit reed en als het ware een aanloopje nam. Ik zag dat de truck op het eind van de autowrakken naar rechts kantelde. Eigenlijk gebeurde dit toen hij weer van de wrakken af kwam. Ik zag dat de truck met de voorzijde naar rechts hing, maar een scherpe bocht naar links nam. Na het nemen van de bocht zag ik dat de truck twee meter rechts van mij de dranghekken en dus het publiek inreed. Wat mij opviel was dat de truck helemaal geen “uitloop” had. Hiermee bedoel ik dat er geen ruimte voor het remmen was. Hij kon na het nemen van de bocht geen kant meer op. Het was allemaal te klein en te benauwd.
50.
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] d.d. 2 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die getuige:
Ik ben met mijn vriendin naar het evenement autoshow auto/motor sportief in het centrum van Haaksbergen gegaan. Ik stond eerst naast een truck. Ik ben daar weggegaan omdat ik voor mijn gevoel daar niet veilig stond. Later ben ik gaan staan tussen twee trucks. Over de afzetting kan ik zeggen dat er dranghekken stonden langs de parkeerplaats. Ik ben integrale veiligheidsdeskundige en ik vond dat de ruimte tussen de dranghekken en de truck te krap was. Toen de truck bezig was met een opwarmronde zei ik tegen mijn vriendin: “dit gaat niet goed’. Ik ben toen naar achteren gegaan. Ik heb voor het ongeval geen toezichthouders gezien. Ik heb, vlak voor de monstertruck begon te rijden, gehoord dat de speaker zei “dat het plein eigenlijk te krap is, maar we gaan het toch doen’. Ik vond dat de monstertruck tijdens de opwarmronde vrij agressief de eerste bocht in ging. Ik zag dat de chauffeur van de monstertruck over de wrakken reed en met zijn rechter voor- en achterband de grond raakte en op het moment dat hij met de linker voor- en achterband de grond raakte, hij heel kort veel gas gaf. Hij boog toen af naar links en daarna heeft hij geen handeling meer uitgevoerd. Hij remde niet, maar gaf ook geen gas meer. De monstertruck kwam vervolgens tegen de truck aan waar de speaker zich bevond.
51.
Een proces-verbaal verhoor van getuige [getuige 5] , d.d. 15 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik stond daar die zondag en ik dacht “waarom zoveel mensen”. Want een monstertruck kun je niet zo goed sturen. Ik zag dat de monstertruck over de auto’s ging maar niet 100%. Toen kwam hij terug in de achteruit en toen ging hij nog een keer. Hij ging vooruit, maar de twee wielen aan de rechter kant kwamen niet goed uit. de wielen aan de linker kant waren een halve meter van de grond. Hij gaf toen gas om te proberen om de wielen naar beneden te krijgen en om te sturen. Hij was toen heel dicht bij de mensen die recht voor de wrakken stonden. Voor mij was de hele show fout. Dus niet alleen de personen van de truck maar de hele organisatie was fout. Ze hadden strobalen moeten plaatsen en daarachter hekken met daarachter mensen. De standaard in alle landen waar ik ben geweest is, eerst de balen en dan tenminste 5 meter en dan de hekken waarachter de mensen staan. Dan hebben mensen tijd om te reageren en zich te verplaatsen als het mis gaat. Ik vroeg me af waar de veiligheidsmaatregelen waren. Ik dacht de mensen moeten verder weg. De grootste fout voor mij is dat er totaal niet gedacht was aan de veiligheid. Er was helemaal niet gekeken of het veilig was en er waren geen maatregelen getroffen.
52.
Een proces-verbaal verhoor verdachte van 29 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Wanneer heb jij gehoord dat je naar Haaksbergen kon komen om een demonstratie te geven met een monstertruck
- Als antwoord van verdachte:
Ongeveer een maand of drie geleden.
- Als vaagstelling van verbalisanten:
Hoe zat het met de afzetting en wie heeft het afgezet.
- Als antwoord van verdachte:
Alles was met hekken afgezet door de organisatie.
- Als vraagstelling van verbalisanten:
Wie bepaalde ruimte van de afzetting
- Als antwoord van verdachte:
Hoe groter een terrein is, hoe wilder je kan rijden. In Haaksbergen was het klein, dus je kan niet wild rijden.
53.
Een proces-verbaal verhoor verdachte, gedateerd 23 maart 2014 (De rechtbank begrijpt dat hier is bedoeld als datum 23 maart 2015), voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van verdachte:
Ik ga over die auto’s heen, je komt neer, ik kan de voorwielen en achterwielen sturen, ik gooi normaal achterwiel om en hup je rijdt weg. Ja, of ik nou met mijn poot naast de rem heb getrapt of dat het gas blijft hangen, ik weet het niet. Ik weet het echt niet. Ik sta in ene tussen de mensen. Mijn bedrijf heeft [stuntbedrijf] . Om 4 uur moest ik met de monstertruck in Haaksbergen rijden. Hoe groter een terrein is, hoe wilder je ken rijden. Je moet je aanpassen aan een terrein zeg maar. Dit terrein was gewoon klein. Ik ga altijd eerst minimaal 2 rondjes over het terrein rijden om te controleren of alles werkt. Dan ga ik voor die auto’s staan, je rijdt achteruit, je weet dat je recht ervoor staat, ja dan rij je er tegen aan. Dan neem je een aanloopje en dan ga je er over heen. Ik kwam gewoon normaal neer. Ik rij eraf, ik rij verder, je stuurt, en of mijn voet niet op de rem staat of dat mijn gas blijft hangen, ik weet het bij God niet. Nou en binnen 2 tellen sta ik tussen het publiek. Als ik op de wrakken terecht kom, geef ik gas, rij verder en bij een bocht rem ik. Als je op de wrakken landt, rij je gewoon vloeiend verder, je komt nooit stil te staan want dan blijf je vast zitten. Hier maakte ik een bocht linksaf. Van tevoren weet dat al. Je zet de auto’s schuin neer, want als je het recht zet heb je maar een heel korte draai. Dus je weet precies hoe je de auto’s neerzet. Ik zat binnen 2 tellen in het publiek.
54.
Een proces-verbaal verhoor verdachte van 1 oktober 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van verdachte:
Ik zou een stuk of 4 à 5 sprongen gaan maken. Na de sprong in Haaksbergen kwam ik neer met twee wielen op de auto’s/wrakken en met twee wielen op de straat. Op het moment dat ik met de truck de wrakken aanraak, geef ik ook meteen gas, want ik wilde niet vast komen te zitten in de wrakken. Tijdens het gas geven kom ik van de wrakken af, ik rem en ik wil insturen naar de Op het moment dat ik de bocht in wilde zetten merkte ik dat hij niet remde maar door wilde rijden. Ik wilde remmen, ik zag de mensen op mij afkomen en wilde remmen om tot stilstand te komen.
55.
De door diverse eenheden van de politie, al dan niet in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut verrichte deelonderzoeken met betrekking tot de monstertruck, voor zover van belang, in samengevatte vorm inhoudende:
Deelonderzoek monstertruck
Afmetingen terrein
Allereerst is het terrein waar de demonstratie met de monstertruck plaatsvond, na het ongeval opgemeten. Het afgezette gebied op de parkeerplaats had een enigszins driehoekige vorm met één afgesneden hoek. De lengte van de parkeerplaats, evenwijdig aan de gevel van de Jumbo, bedroeg zo’n 66 meter. De grootste breedte van de parkeerplaats evenwijdig aan het ABN/AMRO gebouw, bedroeg zo’, 51 meter. Aan de andere zijde van de parkeerplaats liep de breedte terug tot zo’n 26 meter.
De afstand van het laatste autowrak naar het publiek was 29,96 meter, rechtdoor gemeten. De afstand van het laatste autowrak naar het publiek aan de kant van de ABN/AMRO, daar waar de monstertruck is geëindigd, was 17,44 meter. Er zijn ook afstanden gemeten vanaf de voorkant van de monstertruck op het moment dat deze na de stunt weer met vier wielen op de grond stond. Dit moment wordt in het gehele onderzoek het moment van “voertuigcontrole” genoemd. De langste afstand vanaf de voorkant van de monstertruck op het moment van voertuigcontrole tot het publiek was 19,74 meter. Wanneer de Monstertruck rechtdoor was gereden, was de afstand tot aan het publiek 14,07 meter. De gemeten daadwerkelijk afgelegde afstand van de Monstertruck vanaf het moment van voertuigcontrole tot aan het dranghek bedroeg 13,5 meter.
Monstertruck
Er hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden naar de technischer staat van de Monstertruck. Tijdens het eerste statisch onderzoek werden aan de werking van diverse onderdelen geen gebreken aan het voertuig gevonden. Wel werden drie stukjes doorzichtig kunststof gevonden op de bodemplaat van het bestuurderscompartiment en werden er barsten waargenomen in de kunststofplaat achter het gas- en rempedaal.
Er is voorts nader onderzoek gedaan met als doel om, onder meer door middel van rijtesten, rijgegevens vast te stellen van de Monstertruck zoals de remvertraging, de draaicirkel en het rijgedrag, alsmede om vast te stellen of het voertuig bepaalde gebreken had die zich bij het rijden zouden openbaren. Daarnaast was het doel van dit onderzoek om vast te stellen of de benodigde rijbewegingen van de Monstertruck pasten op de parkeerplaats. Er is een 3D scan gemaakt van de Monstertruck en de chauffeur, er is een uitgebreide analyse gemaakt door het NFI van het verkregen beeldmateriaal en er heeft een geluidsanalyse plaatsgevonden.
Gebleken is dat verdachte wanneer hij als bestuurder in de niet bewegende monstertruck zat en over de motorkap recht voor zich uit keek, hij op een afstand van ruim 30 meter voor de Monstertruck het wegdek kon zien, het wegdek dichterbij kon hij niet zien.
Uit de onderzoeken zijn de volgende mogelijke scenario’s bekend geworden die afzonderlijk of gecombineerd een rol hebben kunnen spelen bij of kunnen hebben geleid tot het ongeval, namelijk:
- het niet functioneren achterwielbesturing
- het abusievelijk naast de rem trappen
- het gas dat blijft hangen.
De volgende bevindingen zijn hierbij van belang.
De Monstertruck wekte de indruk dat deze onvoldoende was onderhouden en voldeed niet aan de internationale veiligheidseisen zoals gesteld door de International Monstertruck Race Association (MTRA). (De Monstertruck kon worden gestart met ingeschakelde versnelling).
De noodstop in de cabine functioneerde volledig naar behoren. De noodstop op de achterzijde van de Monstertruck niet. Niet is gebleken van enig disfunctioneren van het gaspedaal. De stuurinrichting heeft naar behoren kunnen functioneren.
De totale tijd vanaf het moment dat de Monstertruck van de autowrakken is afgereden, het moment van voertuigcontrole, tot het moment dat het voertuig zich juist met zijn rechter voorwiel voor de dranghekken bevond, bedroeg: 1,88 seconden.
Scenario: het niet functioneren van de achterwielbesturing
Er zijn twee draaicirkels berekend van de Monstertruck. Met alleen ingestuurde voorwielen blijft er in het gunstigste geval een ruimte over van 20 centimeter tussen de truckband en het publiek. Met alle wielen ingestuurd bleef er circa 3,3 meter ruimte over tussen de truckband en het publiek.
Op één van de onderzoeksdagen bleek dat de achterwielbesturing het ene moment wel functioneerde en op het andere moment niet, vanwege een deels loszittende aansluiting van de stroomkabel. Deze loszittende aansluiting is pas op de tweede testdag geconstateerd. Het moment van het ontstaan van dit gebrek was niet vast te stellen.
Op de filmbeelden van de beide opwarmrondes is duidelijk waarneembaar dat regelmatig de achterwielbesturing door de bestuurder van de Monstertruck werd ingeschakeld. Op de filmbeelden is te zien dat na de stunt de achterwielen niet zijn ingestuurd.
Scenario: het gas dat blijft hangen
Bij het onderzoek is een stukje glas op het luchtfilter gevonden. Een mogelijk scenario zou kunnen zijn dat dit stukje glas tussen de gasklep is komen te zitten, waardoor de gasklep niet geheel kon sluiten. Hier is nader onderzoek naar gedaan. Gebleken is dat het onbelaste toerental van de motor circa 5500 omwentelingen moet zijn om de vastgestelde gasklepopening van 4.4 mm (grootte glas) te benaderen. Dit correspondeert met een snelheid van 45 km/u. vast staat dat de hoogst gemeten snelheid 28,5 km/u bedroeg. In het aanvullende onderzoek van het NFI va 29 februari 2016 wordt geconcludeerd dat het luchtfilter een beschadiging vertoonde, maar dat het niet aannemelijk is dat het stukje glas door die beschadiging naar binnen is gezogen. Meer voor de hand ligt dat het stukje glas door één van de kogelkranen is aangezogen, of na onderhoud is achtergebleven. Het feit dat het stukje glas op het rooster is aangetroffen wil niet zeggen dat het daadwerkelijk vast heeft gezeten tussen de gaskleppen. Hier is geen nader onderzoek naar gedaan, nu het klemraken van het stukje glas tussen gaskleppen een toevalligheid is en hierdoor niet te reproduceren. Het is volgens het NFI niet mogelijk dat het stukje glas via het luchtfilter in het inlaatkanaal is gekomen. Wel mogelijk via de kogelkraan. Het is echter niet uit te sluiten dat het glasdeeltje al op het rooster boven de compressor was (ruim) voorafgaande aan het evenement in Haaksbergen.
Uit de geluidsanalyse van het NFI valt op te maken dat er, voor zover hier relevant, twee keer kort gas werd gegeven: op de autowrakken en op het moment dat de monstertruck juist van de wrakken is afgereden.