ECLI:NL:RBOVE:2016:1414
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning in het kader van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 22 april 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van Hengelo, en het college van burgemeester en wethouders van Hengelo. Eiseres had een indicatie voor huishoudelijke hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en ontving een persoonsgebonden budget (pgb) van € 366,- per vier weken. Na de inwerkingtreding van de Wmo 2015 werd dit budget herzien en verlaagd naar € 136,- per vier weken, wat eiseres onvoldoende vond om in haar ondersteuningsbehoefte te voorzien. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek dat door het college is verricht naar de ondersteuningsbehoefte van eiseres onvoldoende was. Eiseres heeft betoogd dat zij door haar medische aandoeningen, waaronder COPD en artrose, meer ondersteuning nodig heeft dan het college heeft vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat het college niet voldoende rekening heeft gehouden met de specifieke behoeften van eiseres en dat het besluit om het pgb te verlagen niet in stand kon blijven. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het college opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitkomsten van het nader onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van eiseres.
De rechtbank heeft ook bepaald dat het griffierecht aan eiseres moet worden vergoed en dat er geen proceskosten zijn gemaakt. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldig onderzoek naar de individuele behoeften van cliënten in het kader van de Wmo 2015.