Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gedaagde,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
dit laatste
subsidiairop straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,= per dag dat de man na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijft om zijn medewerking aan de overeengekomen overdracht van de woning te verlenen,
en meer subsidiairvordert de vrouw om haar ex artikel 3:299 lid 1 BW te machtigen om zelf datgene te bewerken waartoe nakoming van het op 20 mei 2011 tussen partijen overeengekomene zou hebben geleid,
en in het verlengde daarvante bepalen dat de kosten ten laste van de man komen,
en de man te veroordelen om met de vrouw over te gaan tot scheiding en deling van de ontbonden gemeenschap bestaande tussen partijen, in dier voege dat het uitsluitend eigendom en gebruik van de woning bij de vrouw komt te liggen,
onder veroordeling van de man in de kosten van de procedure.