ECLI:NL:RBOVE:2016:2005
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- G.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Opheffing van dwangsom in omgangszaak tussen minderjarige en vader
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 20 mei 2016 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de vrouw, eiser in conventie en gedaagde in reconventie, verzocht om opheffing van een in 2005 opgelegde dwangsom die was bedoeld om de omgang tussen haar minderjarige kind en de vader te waarborgen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, met name de leeftijd van de minderjarige, die inmiddels vijftien jaar oud is. De minderjarige heeft zelf aangegeven geen behoefte te hebben aan contact met de vader, en de voorzieningenrechter oordeelt dat dit de vrouw niet valt aan te rekenen. De voorzieningenrechter verwijst naar eerdere uitspraken van de kinderrechter, die in februari 2016 heeft besloten dat de vader geen recht op omgang meer heeft.
De voorzieningenrechter concludeert dat de dwangsom, die destijds was opgelegd om de omgang te waarborgen, niet meer effectief is gezien de huidige situatie. De vrouw heeft geen invloed op de wens van de minderjarige om geen omgang te hebben met de vader. Daarom wordt de vordering van de vrouw tot opheffing van de dwangsom toegewezen. Daarnaast wordt het door de man gelegde beslag op roerende zaken opgeheven. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De voorzieningenrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de uitspraak onmiddellijk effect heeft, ook al kan de man mogelijk in hoger beroep gaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in Almelo, waarbij de griffier aanwezig was om de aantekeningen te maken.