In deze beschikking van de kinderrechter in de Rechtbank Overijssel, gedateerd 22 april 2016, is het verzoek van de vrouw om vast te stellen dat de man de vader is van hun minderjarige kind, [minderjarige], behandeld. De vrouw, die alleen het gezag over het kind uitoefent, heeft verzocht om een omgangsregeling en een financiële bijdrage van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. De man heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter met betrekking tot de erkenning van het vaderschap, maar heeft het verzoek tot omgang en financiële bijdrage afgewezen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vrouw tijdig het verzoek heeft ingediend en dat de man de verwekker van het kind is. De bijzondere curator heeft aangegeven dat het in het belang van het kind is dat hij twee ouders heeft, zowel biologisch als juridisch. De kinderrechter heeft echter de omgangsregeling afgewezen, omdat de man geen contact met het kind wenst en dit een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind kan hebben.
Wat betreft de financiële bijdrage heeft de vrouw gesteld dat de behoefte van het kind € 960 per maand bedraagt, maar de rechtbank heeft deze behoefte vastgesteld op € 668 per maand, rekening houdend met de draagkracht van beide ouders. De man is verplicht om een bijdrage van € 305 per maand te betalen. De rechtbank heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere ouder zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, behoudens voor zover het de vaststelling van het vaderschap betreft.