ECLI:NL:RBOVE:2016:2981

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 juli 2016
Publicatiedatum
28 juli 2016
Zaaknummer
08/760061-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afpersing en diefstal door twee of meer verenigde personen met gebruik van geweld en bedreiging

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 5 juli 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met zijn broer meerdere strafbare feiten heeft gepleegd. De verdachte is beschuldigd van afpersing, verduistering van een auto, diefstal van benzine, kentekenplaten en inbraak in een tankstation. De feiten vonden plaats in een kort tijdsbestek, waarbij de verdachte en zijn medeverdachte zich vermomden en gewapend met een mes en een stroomstootwapen een supermarkt in Wierden overvallen. Tijdens de overval bedreigden zij medewerkers en eisten geld uit de kluis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een poging tot overval, wat meegewogen is in de strafmaat. De rechtbank oordeelde dat de gepleegde feiten ernstig zijn en dat de verdachte geen blijk heeft gegeven van inzicht in zijn daden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die schade heeft geleden door de overval.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760061-16
Datum vonnis: 5 juli 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1994 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] ,
nu verblijvende in nu verblijvende in PI Overijssel, HvB Karelskamp, in Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 juni 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Leusink en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman
mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander dan wel alleen:
feit 1:zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal met (bedreiging met) geweld;
feit 2:zich heeft schuldig gemaakt aan verduistering van een auto;
feit 3:zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal van benzine dan wel verduistering van die benzine;
feit 4:zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal van kentekenplaten dan wel heling van kentekenplaten;
feit 5:zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal door middel van braak/verbreking van sigaretten en shag.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 3 maart 2016,
in de gemeente Wierden,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (tijdens zijn
werkzaamheden van/als [functie] bij de [supermarkt] ) heeft
gedwongen tot de afgifte van (een) (hoeveelheid) geld(bedrag), in elk geval
van enig goed, geheel, of ten dele toebehorende aan de [supermarkt] en/of
de [supermarkt] (gelegen aan de [adres 1] ), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s):
- ( geheel) in het donker/zwart gekleed en/of voorzien van een geheel of
gedeeltelijk over/voor zijn/hun hoofd/gezicht getrokken
sjaal /doek/(bivak)muts, althans (in ieder geval) voorzien van een geheel of
gedeeltelijk bedekt gezicht - zich naar/in voornoemde supermarkt heeft/hebben
begeven en/of
- ( vervolgens) (daarbij) (aan) die [slachtoffer 1] een mes, althans een scherp en/of
puntig voorwerp en/of een (zogenaamd) stroomstootwapen heeft/hebben
getoond/voorgehouden en/of
- ( vervolgens) voornoemd mes, althans dat scherpe en/of puntige voorwerp
en/of dat stroomstootwapen op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht (gehouden)
(waarbij voornoemd stroomstootwapen (telkens) door verdachte(n) werd
geactiveerd) en/of
- ( vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer 1] (op dwingende/gebiedende toon)
heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer 1] de kluis moest
openmaken en dat verdachte(n) alles wilde(n) hebben en/of
- ( vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer 1] en/of een personeelslid, genaamd [slachtoffer 2]
naar het (zogenaamde) kashok (waar de kluis stond) heeft/hebben
gedirigeerd en/of
- ( vervolgens) (daarbij) — terwijl ze zich in het kashok bevonden - die [slachtoffer 2]
(op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven
— dat zij op een stoel moest gaan zitten en/of (zich) niet moest bewegen en/of
- ( vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer 2] (voortdurend) met een mes heeft/hebben
bedreigd en/of
- ( vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer 1] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben
meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer 1] de kluis voor hen moest
openmaken en/of
- ( vervolgens) (daarbij) (toen bleek dat het nog een aantal minuten zou gaan
duren voordat die [slachtoffer 1] - in verband met een tijdvertraging - de kluis kon
openen) die [slachtoffer 1] (tevens) (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben
meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat hij/zij de beveiligingsbeelden van de
[supermarkt] wilde(n) en/of
- ( vervolgens) (daarbij/daarna) (wederom) die [slachtoffer 1] (op dwingende/gebiedende
toon) heeft/hebben meegedeeld — zakelijk weergegeven - dat de kluis open moest
en/of
- ( vervolgens) (daarbij/daarna) (wederom) die [slachtoffer 1] (op dwingende/gebiedende
toon) heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat hij/zij het geld
uit de kluis wilde(n) hebben en/of
- ( vervolgens) (daarbij) - toen die [slachtoffer 1] (uiteindelijk) de kluis kon
openen/had geopend - die [slachtoffer 1] de opdracht heeft/hebben gegeven om de inhoud
van de kluis (zijnde een (grote) hoeveelheid geld) in een (sport)tas over te
pakken en/of
- ( vervolgens) voornoemde (gevulde) (sport)tas heeft/hebben meegenomen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 22 februari 2016 tot en met 3 maart 2016,
te Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf en/of de gemeente Wierden,
althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een (personen) auto (merk Toyota AYGO), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan (de firma) [autoverhuurbedrijf] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke (personen)auto verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door
misdrijf, te weten krachtens een (schriftelijke) huurovereenkomst - onder (de)
gehoudenheid om voornoemde (gehuurde) (personen)auto op tijd/binnen de in de
huurovereenkomst afgesproken termijn (weer) terug te brengen - onder zich
had (den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 3 maart 2016,
te Vriezenveen, gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
(een hoeveelheid) benzine, althans enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan (tankstation) [tankstation 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn mededader(s);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 3 maart 2016,
te Vriezenveen, gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk (een hoeveelheid) benzine , in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan (tankstation) [tankstation 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), welke (hoeveelheid) benzine verdachte en/of zijn
mededader(s) anders dan door misdrijf,
te weten onder (de) gehoudenheid om voor die (hoeveelheid) benzine te betalen,
onder zich had (den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
4.
hij in of omstreeks de periode van (de nacht van) 2 februari 2016 tot en met
(op) 3 februari 2016, in de gemeente Almelo,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een of meer kentekenpla(a)t(en) ( [kenteken 1] ), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 2 februari 2016 tot en met 3 maart 2016,
in de gemeente Almelo en/of de gemeente Wierden,
althans (in ieder geval) (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een goed, te weten een of meer kentekenpla(a)t(en) ( [kenteken 1] ) heeft/hebben
verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen);
5.
hij op of omstreeks 3 februari 2016,
te Geesteren, gemeente Tubbergen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een tankstation
( [tankstation 2] ), gelegen aan de [adres 2] ,
heeft/hebben weggenomen een (zeer) grote hoeveelheid sigaretten en/of shag,
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan tankstation [tankstation 2] en/of [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar met aftrek van de tijd die verdachte in preventieve hechtenis heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts geconcludeerd tot (hoofdelijke) toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 1.105,--. Tevens heeft de officier van justitie de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs [1]
5.1.De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie acht het onder 1, 2, 3 primair, 4 primair en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Volgens de officier van justitie kan op basis van het dossier wettig en overtuigend bewezen worden verklaard dat verdachte samen met de medeverdachte
[medeverdachte] , een overval heeft gepleegd op de [supermarkt] , zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering van een auto, merk Toyota Aygo, benzine heeft getankt zonder te betalen en kentekenplaten ( [kenteken 1] ) heeft gestolen.
De verdediging heeft zich ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de feiten 4 en 5 heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat er vrijspraak moet volgen, nu het bewijs ontbreekt voor de diefstal van de kentekenplaten en voor de inbraak op het tankstation [tankstation 2] , waarbij sigaretten en shag zijn meegenomen.
5.1.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Door aangever [slachtoffer 1] is als volgt verklaard:
Ik doe aangifte van een gewapende overval. De overval is hedenavond, 3 maart 2016,
tussen 19:58 en 20:05 uur plaatsgevonden. Bij deze overval ben ik onder bedreiging
van wapens bewogen tot de afgifte van de inhoud van de kluis van de [supermarkt] ,
gelegen aan de [adres 1] te Wierden. Hedenavond bevond ik mij rond sluitingstijd in het kantoor van de [supermarkt] . In dit kantoor bevindt zich onder andere het camera uitleesstation. Zoals gezegd was het rond de sluitingstijd van de supermarkt, de [supermarkt] sluit om 20:00 uur. Het was omstreeks 19:58 uur toen ik een hoog gegil hoorde van uit de winkel. Omdat ik naast het beeldscherm voor de camera’s zat, heb ik op de beelden gekeken. Ik zag op de camera van de ingang 2 personen naar binnen komen. Ik zag dat de mannen in het donker gekleed waren en hun hoofd en gezicht bedekt hadden. Ik zag dat mijn collega [slachtoffer 2] ook bij de ingang stond en dat zij ogenschijnlijk door de mannen gedwongen werd de winkel in te lopen. Ik wist op dat moment direct dat er een overval gaande was. In de kantine zit tevens een knop voor het overvalalarm. Ik ben hier naar toe gelopen ten einde deze in te drukken. Op het moment dat ik bij de knop stond hoorde ik een bult rumoer van uit de winkel. Ik hoorde verder het knetteren van naar wat mijn mening een stroomstoot wapen betrof. Ik heb vervolgens het alarm in werking gesteld en ben doorgelopen de winkel in. In de winkel ben ik richting de kassa’s gelopen. Bij de kassa’s werd ik aangesproken door een van de overvallers, dit betrof de kleinste van de twee. Deze persoon was gekleed in een donker kleurige jas, daaronder een lichter kleur broek en zwarte schoenen. De persoon droeg verder een sjaal althans bedekking voor de mond. Ik weet nog dat hij deze tijdens de overval meermaals terug omhoog trok, kennelijk ten einde zijn identiteit verborgen te houden. De persoon droeg verder handschoenen. Ik zag dat hij verder een mes in zijn hand had. De tweede persoon was zichtbaar groter dan de eerste persoon en geheel in het zwart gekleed. Ook deze persoon droeg gezichtsbedekking en handschoenen. Ik zag dat deze persoon een stroom stootwapen in zijn hand had. Ik zag en hoorde dat hij deze voortdurend aan deed, ik hoorde onder andere het knetteren van het wapen. De kleinste overvaller riep tegen mij ‘kluis open, ik wil alles hebben’ althans woorden van gelijkende strekking en de inhoud. Ik zag dat hij hierbij het mes nog steeds in zijn hand had, met het lemmet op een bepaald moment richting mij. Ik ben toen met beide overvallers meegelopen het kashok in, alwaar de kluis staat. Mijn collega [slachtoffer 2] moest van de overvallers ook mee het kashok in. In deze ruimte hoorde ik dat de kleinste van de twee overvallers tegen [slachtoffer 2] zei dat zij op een aldaar aanwezige stoel moest gaan zitten. De overvallers wilden dat ik de kluis voor
hen zou openen. Ik heb op dat moment gezegd dat de kluis voorzien is van een slot met
tijdvertraging en dat het nog twee minuten duurde voordat ik de kluis voor hen kon
openen. De kleinste overvaller zei toen tegen mij dat hij dan de beveiligingsbeelden van de
[supermarkt] ’ wilde hebben. Ik heb hem toen meegenomen naar het kantoor. [slachtoffer 2] is opdat moment samen met de grotere overvaller achtergebleven bij de kluis. In het kantoor heb ik de kleinste overvaller camerabeelden laten zien. Toen ik de eerste beelden liet zien hoorde ik dat de grotere overvaller schreeuwen, wat hij schreeuwde weet ik niet meer. De kleinere overvaller liep wel direct terug naar [slachtoffer 2] en zijn partner, bij de kluis. Ik ben er instinctief ook achteraan gelopen. De kluis zat opdat moment nog op het tijdslot. De kleinste overvaller schreeuwde wederom dat de kluis open moest. Hij had hierbij nog steeds het mes in zijn hand. Ik heb toen op mijn telefoon laten zien dat hij nog 1 minuut en 20 seconden moest wachten. Ik had namelijk op mijn telefoon een timer meelopen, zodat ik na sluitingstijd wist wanneer ik de kluis kon openen. De grotere overvaller liep toen het kashok uit en liep de winkel in. Ik hoorde hem zeggen ‘We moeten wegwezen, dit duurt te lang,’ althans woorden van gelijkende strekking en inhoud. De kleinere overvaller bleef echter bij [slachtoffer 2] en mij bij de kluis. Hierbij herhaalde hij dat hij het geld uit de kluis wilde hebben. Hij had hierbij nog steeds zijn mes vast. Nadat 1 minuut en 20 seconden verstreken was kon ik de kluis openen. Dit heb ik ook gedaan. Ik had voor mij gevoel ook geen andere keus. De kleinste van de twee
overvallers is de gehele tijd bij [slachtoffer 2] en mij gebleven. Nadat ik de kluis geopend had, moest ik de inhoud van de kluis overpakken in een zwarte sporttas. Na de kluis geleegd te hebben en de inhoud onder dreiging in de zwarte sporttas had gedaan, pakte de kleinste overvaller de door mij gevulde tas en vertrok. Ik ben opdat moment met [slachtoffer 2] achtergebleven bij de kluis. Kort hierop kreeg ik een berichtje van een collega genaamd [collega] . Deze bleek zich met twee andere collega’s buiten te bevinden. Ik hoorde van hem dat de overvallers, althans een van de overvallers, waren vertrokken in een witte Toyota Aygo. [2]
Door aangeefster [slachtoffer 2] is als volgt verklaard:
Vanavond, donderdag 3 maart 2016, was ik aan het werk bij genoemde supermarkt. Ongeveer om 19.58 uur wilde ik één van de twee rolluiken van de hoofdingang van de supermarkt vast naar beneden doen. Toen ik het rolluik tot ongeveer op heuphoogte dicht had zag ik plotseling een man onder het rolluik door komen. Ik zag dat de man een bivakmuts op had en dat hij een mes in zijn hand had. Hij richtte het mes op mij. Het leek op een soort van vleesmes. Het was wel een redelijk groot mes. Toen ik de man met het mes zag schrok ik enorm en ik heb in paniek heel hard ‘help’ door de winkel gegild. Ik ben direct van de hoofdingang en de man weg gerend, de winkel in maar de man met het mes kwam meteen achter me aan en kort hierop zag ik ook een tweede man. Ik zag dat deze tweede man ook een bivakmuts op had en dat hij een taser in zijn hand had. Ik heb de spreeksleutel van de portofoon die ik bij mij droeg ingedrukt en ik heb [slachtoffer 1] , die die avond de leiding had, door de portofoon geroepen. Ik heb geroepen dat hij direct moest komen. Ik denk dat [slachtoffer 1] door had dat er iets aan de hand was en dat hij toen het overval alarm in heeft geschakeld. De man met het mes zei tegen mij dat ik de kassa open moest maken maar omdat ik zo geschrokken was wist ik niet meer hoe ik dit moest doen. Ik heb tegen de man gezegd dat ik de kassa niet kon openen en dat in de kluis meer geld lag. [slachtoffer 1] kwam er
toen aan vanuit het kantoor en [slachtoffer 1] en ik moesten met de overvallers mee naar de
ruimte waar de kluis staat. De eerste overvaller, met het mes, zei tegen [slachtoffer 1] dat hij de camerabeelden wilde en [slachtoffer 1] moest met hem mee naar het kantoor. Op dat moment was ik met de tweede overvaller, met de taser, in de ruimte waar de kluis staat. De kluis heeft een vertraging van een kwartier. Wanneer de [supermarkt] ingetoetst wordt duurt het dus nog een kwartier voordat de kluis open gaat. De overvallers moesten nog een paar minuten wachten tot de kluis open ging. In die tijd is de overvaller met de taser op de uitkijk gaan staan en de overvaller met het mes kwam bij mij in de ruimte waar de kluis staat. De tweede overvaller, met de taser, leek heel bang. Hij leep steeds heen en weer van en naar de ruimte waar ik met
de eerste overvaller was en hij riep dat ze weg moesten omdat er mensen aan kwamen.
Ik moest van de overvaller met het mes op een stoel in de kluisruimte gaan zitten. Ik moest van hem stil op de stoel blijven zitten. Ik mocht niet bewegen van hem. De man hield het mes vlak voor mij ter hoogte van mijn hals en gezicht. Ik was bang dat hij me iets aan zou doen als ik niet zou gehoorzamen. Omdat ik niet goed op de stoel zat en langzaam van de stoel afgleed ging ik ver zitten. De man riep toen weer tegen me dat ik niet mocht bewegen en hij hield het mes echt vlak voor me. Ik was zo ontzettend bang en raakte in paniek. (…)Toen de kluis open ging deed de man het geld uit de kluis in een donkere tas. Het was een donkere sporttas. Daarna zijn de mannen weg gegaan. [3]
Door [medeverdachte] , de medeverdachte, is als volgt verklaard:
V: Vertel nu eens wat er is voorgevallen. Je wordt verdacht die overval te hebben gepleegd en met die auto, witte Toyota is donderdagmiddag nog getankt bij een tankstation te Vriezenveen zonder dat de benzine is betaald.
A: Ik wil wel een verklaring afleggen maar ik vind het moeilijk. Ik ben echt wel bereid een verklaring af te leggen. Ik beken dat ik samen met mijn broertje [verdachte] die overval heb gepleegd en ben bereid een verklaring hierover af te leggen. Ook hebben wij die middag getankt zonder te betalen in Vriezenveen. Die auto is gehuurd voor twee dagen. Daarna heb ik deze niet meer betaald. De auto had terug gebracht moeten worden. De aangetroffen kentekenplaten [kenteken 2] zijn te Almelo gestolen. Ik weet de datum niet meer maar ik denk een week eerder dan de huur van de auto. Deze platen wilden wij gaan gebruiken om een overval te plegen.
V: Dat was al een poos terug?
A: Klopt, wij hadden toen nog geen auto [4]
Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in:
De tweede verdachte zou zijn achtergebleven in de omgeving van de supermarkt. Wij verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn op 3 maart 2016 omstreeks 20:15 uur in een onopvallend voertuig vanuit de Hexelseweg op de Nijverdalsestraat in de richting van de Rijksweg N35 gereden. Ongeveer 200 meter voor de kruising N35/Nijverdalsestraat zagen wij een voor ons onbekende manspersoon lopen, komende uit de richting van de kruising N35/Nijverdalsestraat in de richting van de rotonde Nijverdalsestraat/3e Esweg/Looweg. Wij zagen dat hij naar alle aan zekerheid grenzende waarschijnlijk leek op het eerder doorgegeven signalement. Wij hebben deze man staande gehouden, ons gelegitimeerd en gevraagd waarom hij hier liep. Hij zei “niks, ik ben een beetje aan het lopen. Dat is goed voor mijn gezondheid”. Naar zijn naam gevraagd, vertelde hij [verdachte] te heten. [5]
Een proces-verbaal van bevindingen houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in:
Op 3 maart 2015 vond ik verbalisant [verbalisant 3] in de bosschages op de parkeerplaats gelegen tussen de Hexelseweg en de Doornstukke een zwarte sporttas met daarin een mes en geld. [6]
De rechtbank acht op basis van de bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met medeverdachte
[medeverdachte] het onder 1 tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
5.1.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 2
Door aangever [aangever 1] is, zakelijk weergegeven, als volgt verklaard:
Op zaterdag 20 februari 2016 reserveerde mevrouw [getuige 1] een voertuig bij firma [autoverhuurbedrijf] . Op 22 februari 2016 kwam zij de huurauto, een witte Toyota Aygo, voorzien van het kenteken [kenteken 2] ophalen. Zij heeft hiervoor een huurovereenkomst ondertekend. De verwachte retourdatum was 24 februari 2016. Op die dag kwam zij echter met een jongeman naar ons bedrijf. Deze jongeman had opvallende tatoeages in zijn gezicht en hals/nek. Er is mij een foto getoond. Ik herken op deze foto voor 100% de jongeman die samen met mevrouw [getuige 1] bij ons bedrijf is geweest op die dag. Mevrouw [getuige 1] heeft op die dag de huur van de auto verlengd tot 25 februari 2016. (…) Vervolgens werd de Toyota Aygo op de afgesproken tijdstip, te weten vrijdag 26 februari 2016, niet ingeleverd. [7]
De bijlage bij bovengenoemde aangifte van [aangever 1] (blz. 189/190):
Deze foto betreft de beeltenis van [verdachte] .
Door getuige [getuige 1] is, zakelijk weergegeven, als volgt verklaard:
In februari 2016 heb ik een witte Toyota Aygo gehuurd bij autoverhuur [autoverhuurbedrijf] in [plaats] . Ik heb deze auto gehuurd omdat [medeverdachte] dat aan mij vroeg. Deze auto zou ik voor één dag huren, maar [medeverdachte] wilde de auto langer huren. [verdachte] wilde bij autoverhuur [autoverhuurbedrijf] nog een andere auto huren. Ik ben toen met hem naar autoverhuur [autoverhuurbedrijf] geweest. Ze zeiden dat ze geen andere auto hadden. [8]
Door [medeverdachte] , de medeverdachte, is als volgt verklaard:
V: Vertel nu eens wat er is voorgevallen. Je wordt verdacht die overval te hebben gepleegd en met die auto, witte Toyota is donderdagmiddag nog getankt bij een tankstation te Vriezenveen zonder dat de benzine is betaald.
A: Ik wil wel een verklaring afleggen maar ik vind het moeilijk. Ik ben echt wel bereid een verklaring af te leggen. Ik beken dat ik samen met mijn broertje [verdachte] die overval heb gepleegd en ben bereid een verklaring hierover af te leggen. Ook hebben wij die middag getankt zonder te betalen in Vriezenveen. Die auto is gehuurd voor twee dagen. Daarna heb ik deze niet meer betaald. De auto had terug gebracht moeten worden. De aangetroffen kentekenplaten [kenteken 2] zijn te Almelo gestolen. Ik weet de datum niet meer maar ik denk een week eerder dan de huur van de auto. Deze platen wilden wij gaan gebruiken om een overval te plegen.
V: Dat was al een poos terug?
A: Klopt, wij hadden toen nog geen auto [9]
De rechtbank acht op de bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met medeverdachte
[medeverdachte] het onder 2 tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
5.1.4
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 3
Door aangever [aangever 2] is, zakelijk weergegeven, als volgt verklaard:
Ik ben bedrijfsleider van het [tankstation 1] gevestigd te Vriezenveen. Ik heb van medewerkster [medewerkster tankstation 1] gehoord dat op 3 maart 2016 omstreeks 16.15 uur benzine is getankt zonder dat er betaald is. Op de camerabeelden zag ik dat er over de Handelsweg een witte personenauto van het merk Toyota Aygo met het kenteken [kenteken 1] kwam aanrijden. De bijrijder stapt uit de auto en gaat tanken. Nadat er getankt is, stapt de bijrijder in en rijdt de auto met een behoorlijke snelheid weg. Er is niemand binnen geweest om af te rekenen. [10]
Door [medeverdachte] , de medeverdachte, is als volgt verklaard:
V: Vertel nu eens wat er is voorgevallen. Je wordt verdacht die overval te hebben gepleegd en met die auto, witte Toyota is donderdagmiddag nog getankt bij een tankstation te Vriezenveen zonder dat de benzine is betaald.
A: Ik wil wel een verklaring afleggen maar ik vind het moeilijk. Ik ben echt wel bereid een verklaring af te leggen. Ik beken dat ik samen met mijn broertje [verdachte] die overval heb gepleegd en ben bereid een verklaring hierover af te leggen. Ook hebben wij die middag getankt zonder te betalen in Vriezenveen. Die auto is gehuurd voor twee dagen. Daarna heb ik deze niet meer betaald. De auto had terug gebracht moeten worden. De aangetroffen kentekenplaten [kenteken 2] zijn te Almelo gestolen. Ik weet de datum niet meer maar ik denk een week eerder dan de huur van de auto. Deze platen wilden wij gaan gebruiken om een overval te plegen.
V: Dat was al een poos terug?
A: Klopt, wij hadden toen nog geen auto [11]
De rechtbank acht op basis van de bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met medeverdachte
[medeverdachte] op 3 maart 2016 benzine heeft gestolen bij het tankstation [tankstation 1] .
5.1.5
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 4
Door [medeverdachte] , de medeverdachte, is als volgt verklaard:
V: Vertel nu eens wat er is voorgevallen. Je wordt verdacht die overval te hebben gepleegd en met die auto, witte Toyota is donderdagmiddag nog getankt bij een tankstation te Vriezenveen zonder dat de benzine is betaald.
A: Ik wil wel een verklaring afleggen maar ik vind het moeilijk. Ik ben echt wel bereid een verklaring af te leggen. Ik beken dat ik samen met mijn broertje [verdachte] die overval heb gepleegd en ben bereid een verklaring hierover af te leggen. Ook hebben wij die middag getankt zonder te betalen in Vriezenveen. Die auto is gehuurd voor twee dagen. Daarna heb ik deze niet meer betaald. De auto had terug gebracht moeten worden. De aangetroffen kentekenplaten [kenteken 2] zijn te Almelo gestolen. Ik weet de datum niet meer maar ik denk een week eerder dan de huur van de auto. Deze platen wilden wij gaan gebruiken om een overval te plegen.
V: Dat was al een poos terug?
A: Klopt, wij hadden toen nog geen auto. [12]
V: Vertel eens hoe en wanneer het is ontstaan om een overval te gaan plegen en wanneer
en waarom je deze hebt gepleegd bij een filiaal van [supermarkt] te Wierden?
A: Door financiële problemen wist ik niet meer hoe ik er uit moest komen. De overval
en de tijd dat ik daarvoor vast heb gezeten ben ik nog niet te boven gekomen.
V: Heb jij, al dan niet samen met je broer, je ook schuldig gemaakt aan andere misdrijven dan het ten laste gelegde feit? Zoals aangegeven waren jullie van plan een overval te gaan plegen en hebben daartoe een aantal kentekenplaten gestolen. Dit is toch al een poos geleden. Wat is er in die tussentijd voorgevallen. Je hebt al aangegeven dat je veel schulden hebt dus al langer in financiële problemen zit. Wat voor feiten heb jij, al dan niet samen met je broer of met een ander, nog meer schuldig aan gemaakt?
A: (…)
Doordat de rekeningen bleven komen, en deurwaarders aan de deur en rekeningen niet meer
konden betalen, bracht mij en mijn broer tot het overgaan van een overval. Dit was voor een paar weken terug. De juiste dag en datum weet ik niet meer. Jullie kunnen dat uitmaken op de dag dat de kentekenplaten gestolen zijn. Wij hebben deze gestolen omdat wij deze zouden gaan gebruiken voor het plegen van een overval. Wij hebben dit samen bedacht. Toen wij de kentekenplaten hadden gestolen moesten wij nog een auto hebben. Wij bedachten ons om een auto te gaan huren. Omdat wij geen van beiden een rijbewijs hadden kwamen wij uit bij een vriendin van mij die in Friesland woont. Via haar hebben wij de witte Toyota Aygo gehuurd. [13]
Door aangeefster [slachtoffer 3] is als volgt verklaard:
(…) tussen dinsdag 2 februari 2016 te 17:00 uur en woensdag 3 februari 2016 te 07:30 uur:
Ik heb gisteren mijn nieuwe auto opgehaald en wilde vanmorgen weggaan toen zag ik
dat beide kentekenplaten van de auto af waren gehaald. Hierbij werd het goed, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.(…)
V: Waar stond de auto toen de kentekenplaten werden weggenomen?
A: Zoals ik heb verklaard, had ik een nieuwe auto en deze had ik op 2 februari 2016
opgehaald bij de garage. Een kennis van mij is toen met mij meegegaan. We hebben de
auto vervolgens opgehaald en ik ben met die kennis mee gegaan naar zijn huis. Ik heb de auto, een grijze Fiat Panda voorzien van het kenteken [kenteken 1] toen geparkeerd op een parkeervak aan de [straat] te Almelo. Het betroffen hier meerdere parkeervakken naast elkaar en ik stond zo’n beetje in het midden tussen andere geparkeerde auto’s in. De straat [straat] bevindt zich in de wijk de Schelfhorst van Almelo.
Zoals ik al in mijn aangifte heb vermeld, heb ik de auto daar rond 17.00 uur neergezet. Ik ben niet terug gegaan naar mijn huis. Ik ben daar blijven slapen. De volgende dag wilde ik omstreeks 07.30 uur weer weggaan met mijn auto. Toen ik bij mijn auto kwam, zag ik dat zowel aan de voor als aan de achterzijde de kentekenplaten waren weggenomen. [14]
De rechtbank oordeelt dat op grond van vorenstaande bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte samen met de medeverdachte [medeverdachte] , zijn broer, kentekenplaten heeft gestolen.
5.1.6
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 5
Door aangever [slachtoffer 4] is, als volgt verklaard:
Ik doe aangifte van diefstal door middel van braak. Ik ben huurder van het tankstation [tankstation 2] , aan de [adres 2] te Geesteren. Op woensdag 3 februari 2016, om 01:49 uur werd [medewerker tankstation 2] gebeld door onze eigen alarmcentrale. Deze gaf alarmmelding door in zone 1 van het tankstation. [medewerker tankstation 2] was binnen 6 minuten bij het tankstation. [medewerker tankstation 2] zag dat de ruit van de rechter toegangsdeur vernield was. [medewerker tankstation 2] hoorde dat het luide alarm van het tankstation afging. Achter de toegangsdeur, ter hoogte van de vernielde ruit lag een plastic plantenbak omver. Deze stond nog rechtop toen het tankstation afgesloten werd. Er lag allemaal glas aan de binnen en buitenkant van de toegangsdeur. Links naast de toegangsdeur, gezien vanaf de [straat], lag een stuk ruit, wat afkomstig was uit de toegangsdeur. De kassa van het tankstation bevindt zich rechts achterin de shop, gezien vanaf de toegangsdeur. Achter de kassa bevindt zich een wand waar de sigaretten in staan. Deze wand bestaat uit vijf houten planken waarop sigaretten en shag staan. Er lagen allemaal pakjes sigaretten en shag op de grond, tussen de kassa en de wand. Dit was niet zo toen de shop afgesloten werd. Onder de sigarettenwand zitten kastjes, hiervan waren de deuren geopend. Hierbij werd het goed, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
(…)
Graag wil ik een aanvullende verklaring afleggen in verband met de eerdere aangifte die ik gedaan heb. Ik doe aangifte van diefstal. De volgende goederen zijn weggenomen:
(…)
POS-systeem: Dit betreft een opbergsysteem voor tabakswaren (sigaretten). Het is een stelling van plastic houders met veertjes. De sigaretten worden in een sleuf geschoven en schuiven onder invloed van een veer naar voren op het moment dat er één pakje uit wordt
gepakt. Dit POS-systeem is vernield en er missen enkele stukken plastic en enkele
veertjes die mogelijk door de dader(s) zijn meegenomen. [15]
Een proces-verbaal van bevindingen houdt het volgende in:
Op woensdag 3 februari 2016, omstreeks 16.00 uur, was ik verbalisant, [verbalisant 4] , belast met een zogeheten verdachten afhandel team dienst aan de [adres 3] te Borne. Ik, verbalisant, was verzocht de camerabeelden behorende bij bovengenoemde zaak uit te kijken. Op de beelden zag ik, verbalisant, het volgende:
Omstreeks 01.41 uur komt er een personenauto aanrijden. Het voertuig komt een paar
meter voorbij de toegangsdeur tot stilstand. Het voertuig is blauw-grijs-paars kleurig en gelijkend op een Mitsubishi Galant bouwjaar 1996 en voorzien van een trekhaak. Het kenteken is op de beelden niet goed leesbaar. Het lijkt of er 2 ingebouwde geluidsboxen op de hoedenplank in het voertuig zitten. De bijrijder stapt uit en heeft een grote moker met een lange steel in zijn hand. De bijrijder loopt gelijk naar de toegangsdeur van het tankstation en begint gelijk met de moker op de toegangsdeur te slaan. In totaal slaat de bijrijder 18 keer met de moker tegen de onderzijde van de toegangsdeur. De bestuurder zit nog op de bestuurdersstoel en pakt een kleed of deken van de achterbank en houdt deze vast. Het portier van de bestuurderskant is geopend. De bestuurder loopt vervolgens met het kleed naar de bijrijder bij de toegangsdeur. De bestuurder trapt vervolgens twee keer tegen de onderste ruit van de toegangsdeur. Vervolgens trekken zij samen met de handen de glaslatten met het overige glas van de toegangsdeur eruit, waarna een groot gat ontstaat en men de toegang kan verschaffen via het onderste gedeelte van de toegangsdeur. De bestuurder kruipt als eerste door het gat en heeft hierbij het kleed in zijn handen. Hierna kruipt de bijrijder door het gat en heeft hierbij de moker in zijn hand. De bijrijder zet direct na binnenkomst de moker gelijk rechts naast de deur neer. Omstreeks 01.42 komen zij achter de toonbank. De bestuurder legt het kleed op de grond achter de toonbank. Beiden halen een grote hoeveelheid pakjes sigaretten uit de schappen achter de toonbank. Deze pakjes sigaretten vallen op de het laken op de grond. Hierna pakken zij samen het kleed op met daarin een grote hoeveelheid sigaretten. Het kleed is gelijkend op een dekbedovertrek en is zwart met wit van kleur. Omstreeks 01.43 uur kruipen zij door het gat van de toegangsdeur naar buiten. Zij hebben samen het kleed vast en leggen het kleed met daarin de sigaretten samen met de moker achterin de kofferbak van de auto. Omstreeks 01.44 uur rijden zij weg in de richting van het dorp.
Signalement bestuurder:
- zwarte jas
- zwarte handschoenen
- zwarte schoenen met witte veters met witte zool, de witte zool is aan de zijkant
van de schoenen zichtbaar.
- zwarte bivakmuts
- donkere broek (vermoedelijk zwart) smal model.
- aan beide zijkanten van de broek hangen bretels.
- onder de zwarte jas steekt een wit / lichtblauw shirt uit onder de zwarte jas.
Signalement bijrijder:
- zwarte trui met capuchon op met witte koordjes
- iets zwarts voor zijn gezicht om gezicht te bedekken
- zwarte handschoenen
- donkergrijze joggingbroek, boven de jogging broek steekt een zwarte broek uit,
vermoedelijk droeg de dader een zwarte broek of onderbroek onder de grijze
joggingbroek.
- grijs shirt steekt onder de trui uit, onder grijze shirt steekt aan de rechter
achterkant iets rood / oranjes uit.
- schoenen met een zwarte neus en een blauwe zijkant. [16]
Een proces-verbaal van bevindingen houdt, zakelijk weergegeven, het volgende in:
Op woensdag 3 februari 2016 omstreeks 01.49 uur ging een alarm van het tankstation af. Nadien bleek dat een ruit was ingeslagen en dat meerdere tabaksartikelen waren weggenomen. Uit de beelden van beveiligingscamera’s bleek dat een grijze Mitsubishi Galant, met kenteken [onvolledig kenteken] was aan komen rijden en dat twee personen uit de auto kwamen. [17]
Door getuige [getuige 2] is als volgt verklaard:
Ik heb van u vernomen dat u graag informatie wilde met betrekking tot een grijze Mitsubishi Galant die ik tijdelijk op naam heb gehad. Ik kan u vertellen dat het kenteken van deze auto [kenteken 3] was. Er zat een trekhaak op de auto.
Omdat ik verliefd was heb ik in oktober 2015 een auto gekocht via Markplaats. Ik heb de aanbieder, [aanbieder auto] genaamd, benaderd en vervolgens zijn te koop aangeboden Mitsubishi Galant met het kenteken [kenteken 3] gekocht.
[medeverdachte] was erg vaak weg. Hij gebruikte de Mitsubishi Galant vaak. Ik heb geen enkel idee wat hij allemaal deed, als hij met zijn broer [verdachte] met deze auto op pad ging. De Mitsubishi Galant is vanaf zondag 10 januari 2016 tot 13 februari in Almelo geweest. [medeverdachte] en [verdachte] hebben de auto gebruikt. [18]
Door [medeverdachte] , medeverdachte is, zakelijk weergegeven, als volgt verklaard:
V: Op 6 januari 2016 om 01.45 uur zijn jullie, jij en je broertje [verdachte] , nog gecontroleerd in de grijze Mitsubishi Galant, gekentekend [kenteken 3] in Almelo. Hiervan is een mutatie opgemaakt onder BVH nummer 2016009087. [verdachte] kreeg een proces-verbaal ter zake rijden zonder rijbewijs. Hieruit blijkt wel dat jullie gebruik maakten van deze auto. Opvallend is het tijdstip. Zo laat nog. Waar zijn jullie toen geweest en hebben jullie gedaan?
A: We zijn toen bij een tankstation geweest om te tanken. Dit was het tankstation aan de linkerkant, net voordat je de snelweg opgaat in Almelo. [19]
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte met zijn medeverdachte [medeverdachte] heeft ingebroken bij het tankstation [tankstation 2] en sigaretten en shag heeft gestolen. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Zoals blijkt uit de bewijsoverwegingen van de rechtbank onder 5.1.5 acht zij wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] in de periode van 2 februari 2016 tot en met 3 februari 2016 de kentekenplaten met het nummer [kenteken 1] heeft gestolen. Op de camerabeelden van de inbraak op het tankstation op 3 februari 2016 is te zien dat de bestuurder en de bijrijder van een personenauto, door de politie beschreven als blauw-grijs-paars van kleur en gelijkend op een Mitsubishi Galant, de inbraak plegen en dat deze personenauto is voorzien van een trekhaak. Uit deze camerabeelden blijkt verder dat deze personenauto het kenteken “ [onvolledig kenteken] ” heeft. Dit kentekennummer vertoont een zeer grote overeenkomst met de kentekenplaten met het nummer [kenteken 1] die door verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] tussen 2 februari 2016 ’s-middags en 3 februari 2016 ’s-ochtends zijn gestolen, terwijl op laatstgenoemde datum tevens de inbraak in het tankstation heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat uit de verklaring van getuige [getuige 1] volgt dat verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] in de periode van 10 januari 2016 tot 13 februari 2016 haar personenauto hebben gebruikt, een grijze Mitsubishi Galant met trekhaak. Hoewel medeverdachte [medeverdachte] ontkent deze auto van [getuige 1] te hebben gebruikt, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van getuige [getuige 1] , te meer daar verdachte en medeverdachte [medeverdachte] door de politie in deze personenauto zijn gecontroleerd op 6 januari 2016. Op basis van al deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met medeverdachte [verdachte] in het tankstation heeft ingebroken.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het ten laste gelegde onder feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4 primair en feit 5 heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 3 maart 2016, in de gemeente Wierden, tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] (tijdens zijn werkzaamheden als [functie] bij de [supermarkt] ) heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan de [supermarkt] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader:
- ( geheel) in het donker/zwart gekleed en/of voorzien van een geheel of
gedeeltelijk voor zijnhoofd/gezicht getrokken sjaal /doek/(bivak)muts, zich naar/in voornoemde supermarkt heeft/hebben begeven en
- vervolgens daarbij aan die [slachtoffer 1] een mes, en/of een (zogenaamd) stroomstootwapen heeft/hebben getoond en
- vervolgens voornoemd mes, en/of dat stroomstootwapen op die [slachtoffer 1] heeft/hebben gericht (gehouden) (waarbij voornoemd stroomstootwapen door verdachte werd
geactiveerd) en
-(vervolgens daarbij die [slachtoffer 1] (op dwingende toon) heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer 1] de kluis moest openmaken en dat verdachte alles wilde hebben en
- vervolgens daarbij die [slachtoffer 1] en/of een personeelslid, genaamd [slachtoffer 2]
naar het (zogenaamde) kashok (waar de kluis stond) heeft/hebben
gedirigeerd en
- vervolgens daarbij - terwijl ze zich in het kashok bevonden - die [slachtoffer 2]
(op dwingende toon) heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven -
dat zij op een stoel moest gaan zitten en/of (zich) niet moest bewegen en/of
- vervolgens daarbij die [slachtoffer 2] (voortdurend) met een mes heeft
bedreigd en
- vervolgens daarbij die [slachtoffer 1] (op dwingende toon) heeft/hebben
meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer 1] de kluis voor hen moest
openmaken en
- vervolgens daarbij (toen bleek dat het nog een aantal minuten zou gaan duren voordat die [slachtoffer 1] - in verband met een tijdvertraging - de kluis kon openen) die [slachtoffer 1] (tevens) (op dwingende toon) heeft meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat hij de beveiligingsbeelden van de [supermarkt] wilde en
- vervolgens(daarbij (wederom) die [slachtoffer 1] (op dwingende toon) heeft meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat de kluis open moest en
- vervolgens (daarbij/daarna) (wederom) die [slachtoffer 1] (op dwingende toon) heeft meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat hij het geld uit de kluis wilde hebben en
-vervolgens daarbij - toen die [slachtoffer 1] (uiteindelijk) de kluis kon openen - die [slachtoffer 1] de opdracht heeft gegeven om de inhoud van de kluis zijnde geld in een (sport)tas over te pakken en
- vervolgens voornoemde gevulde (sport)tas heeft meegenomen;
2.
hij in de periode van 22 februari 2016 tot en met 3 maart 2016, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een (personen) auto (merk Toyota AYGO), toebehorende aan (de firma) [autoverhuurbedrijf] , welke (personen)auto verdachte en zijn mededader anders dan door misdrijf, te weten krachtens een (schriftelijke) huurovereenkomst - onder (de) gehoudenheid om voornoemde (gehuurde) (personen)auto op binnen de in de huurovereenkomst afgesproken termijn weer terug te brengen - onder zich
hadden, wederrechtelijk zich hebben toegeëigend;
3. primair
hij op of omstreeks 3 maart 2016, te Vriezenveen, gemeente Twenterand, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een hoeveelheid) benzine, toebehorende aan (tankstation) [tankstation 1] ;
4. primair
hij in de periode van 2 februari 2016 tot en met 3 februari 2016, in de gemeente Almelo,
tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kentekenplaten [kenteken 1] , toebehorende aan [slachtoffer 3] ;
5.
hij op 3 februari 2016, te Geesteren, gemeente Tubbergen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een tankstation ( [tankstation 2] ), gelegen aan de [adres 2] , heeft/hebben weggenomen een grote hoeveelheid sigaretten en pakjes shag, toebehorende aan tankstation [tankstation 2] en/of [slachtoffer 4] , waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goed(eren) onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 47, 310, 311, 312, 317 en 321 Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van verduistering;
feit 3 primair en feit 4 primair
telkens het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 5
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft (en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht) door middel van braak.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich samen met een zijn broer in een kort tijdsbestek schuldig gemaakt aan afpersing, verduistering van een auto, diefstal van benzine, kentekenplaten en inbraak in een tankstation waar sigaretten en shag zijn weggenomen. Op de dag van de overval zijn verdachte en zijn medeverdachte vermomd met een bivakmuts en in het bezit van een mes en een stroomstootwapen met een gehuurde auto waarop zij gestolen kentekenplaten hadden gemonteerd, tegen sluitingstijd naar de [supermarkt] in Wierden gereden. Daar hebben zij medewerkers bedreigd met het mes en het stroomstootwapen en geld geëist. De rechtbank is van oordeel dat het hier gaat om een zeer ernstig feit. Een overval is voor degene die overvallen wordt een zeer ingrijpende, angstwekkende gebeurtenis. Dat blijkt ook uit de verklaringen van de aangevers. Aangevers zijn bedreigd met een mes en stroomstootwapen en wisten niet in hoeverre verdachte en zijn medeverdachte bereid waren om deze wapens daadwerkelijk te gebruiken. Hierbij heeft verdachte klaarblijkelijk in het geheel niet stilgestaan, hetgeen de rechtbank hem kwalijk neemt. Dergelijke feiten dragen bij aan gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. De rechtbank rekent verdachte dit aan.
Verdachte heeft daarnaast met het stelen van benzine, kentekenplaten en door het plegen van een inbraak op een tankstation waar sigaretten zijn weggenomen, schuldig gemaakt aan hinderlijke feiten, waarmee hij schade en overlast voor de gedupeerden heeft veroorzaakt. Verdachte heeft hierbij enkel uit financieel gewin gehandeld.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank voorts in aanmerking dat verdachte op 21 maart 2013 is veroordeeld voor een poging tot overval, welk feit hij gepleegd heeft met dezelfde medeverdachte. De rechtbank stelt vast dat er in verband met de proceshouding van verdachte - hij wil niets verklaren - geen advies is gegeven door de reclassering.
Gelet op de ernst van de gepleegde feiten alsmede het feit dat een eerdere veroordeling van verdachte voor een soortgelijk feit waarvoor hij tot een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf was veroordeeld, hem er niet van heeft weergehouden om dergelijke feiten opnieuw binnen een korte tijd te plegen, ziet de rechtbank geen andere mogelijkheid dan een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek van het voorarrest passend en geboden is.

9.De schade van benadeelden

9.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2] , wonende te [woonplaats] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.105,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
  • materiele schade van € 280,--;
  • immateriële schade van € 825,--.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in de vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van €1.105,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
9.2
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 is toegebracht.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 27 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4 primair en feit 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1het misdrijf: afpersing terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2het misdrijf
:medeplegen van verduistering;
feit 3 primair en feit 4 primairtelkens het misdrijf diefstal door twee of meer verenigde personen;
feit 5het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldigen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft (en het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht) door middel van braak;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4 primair en feit 5 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
  • veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte partij tot betaling van de kosten die de benadeelde heeft gemaakt voor rechtsbijstand met betrekking tot deze vordering. De rechtbank begroot die kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J.C. Hangx, voorzitter, mr. H. Bloebaum en mr. Y. Cenik, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Akfidan-Turan, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2016.
Mr. Hangx is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, District Twente 1 Regionaal Overvallen Team, met nummer BVH 2016108241 van 3 maart 2015. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 4 maart 2016, pag. 15 t/m 18.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 4 maart 2016, pag. 19 en 20.
4.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 5 maart 2016, pag. 125 t/m pag. 130.
5.Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte van 3 maart 2016, pag. 162 en 163.
6.Het proces-verbaal van bevindingen van 4 maart 2016, pag. 80.
7.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [autoverhuurbedrijf] van 3 maart 2016, pag. 184 t/m 188
8.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 10 maart 2016, pag. 192 en 193.
9.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 5 maart 2016, pag. 125 t/m pag. 130.
10.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [tankstation 1] .
11.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 5 maart 2016, pag. 125 t/m pag. 130.
12.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 5 maart 2016, pag. 125 t/m pag. 130.
13.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte van 5 maart 2016, pag. 131 t/m pag. 136.
14.Processen verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 16 en 21 maart 2016, pag. 196 t/m pag. 200.
15.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] namens [tankstation 2] van 3 februari 2016, pag. 210 en 211; Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 4] van 3 februari 2016, pag. 213 t/m 216.
16.Proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2016, pag. 223 t/m 224.
17.Proces-verbaal van bevindingen van 23 maart 2016, pag. 225 t/m 232.
18.Proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] van 21 maart 2016, pag. 238 t/m 240.
19.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] van 5 april 2016, pag. 146 t/m 149.