Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
2 [gedaagde 2] ,
3 [gedaagde 3] ,
1.De procedure
2.De feiten
: EUR 40.000,00 zijnde het premier risque bedrag op de
€ 40.000,00 waarna de verzekeraar (coulancehalve) een bedrag van € 41.784,42
heeft uitgekeerd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
de handelsvoorraad.
Sectie 1a en 1f naar EUR 55.000,00 Sectie 1b naar EUR 80.000,00 Overigens ongewijzigd Jaarpremie EUR 2.975,00
Sectie 1a en 1f naar EUR 75.000,00 sectie 1b naar EUR 100.000,00 Overigens ongewijzigd Jaarpremie EUR 3.575,00
[gedaagde 3] van [gedaagde 1] , was dus duidelijk hoe de polis er uit zou kunnen zien. Deze informatie was reeds op 30 januari 2014 bekend bij [gedaagde 1] en het is dan ook onbegrijpelijk waarom [gedaagde 3] tijdens die bespreking bij [eiser] in de winkel die duidelijkheid niet heeft gegeven, zodat op dat moment ook reeds opdracht voor verhoging van rubriek 1f gegeven had kunnen worden. Zoals immers reeds overwogen moet voor [gedaagde 1] duidelijk zijn geweest dat de aanpassing van de polis op de andere punten (rubrieken 1a, 1b en 1f) niet tegemoet kwam aan de wens van [eiser] na de eerste overval.
kan de rechtbank vaststellen dat het totale schadebedrag van de tweede overval
€ 111.634,00 bedroeg:
6 februari 2014 zouden zijn gerealiseerd.