Op 19 juli 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 70-jarige man uit Rijssen, die schuldig werd bevonden aan seksueel misbruik van zijn 9-jarige buurmeisje. De rechtbank oordeelde dat de man in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 handelingen heeft gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden. Daarnaast werd de man veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 2.617,24 aan het slachtoffer.
De zaak kwam aan het licht na een verklaring van het slachtoffer, die aangaf dat de verdachte haar had gevingerd en gelikt. De rechtbank achtte de verklaring van het slachtoffer betrouwbaar en ondersteund door andere bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van haar vader. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet alleen het vertrouwen van het slachtoffer, maar ook dat van haar ouders op grove wijze had beschaamd. De rechtbank hield bij de strafoplegging rekening met de ernst van de feiten en de impact die deze op het slachtoffer hebben gehad.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was voor het onder primair bewezenverklaarde feit, dat hij zich gedurende een aantal maanden schuldig had gemaakt aan seksueel misbruik van het slachtoffer. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op aan het voorwaardelijke deel van de straf, waaronder meldplicht bij de reclassering en deelname aan diagnostisch onderzoek en behandeling. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, die deels werd toegewezen.