In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], eigenaar van een agrarisch bedrijf, en de gemeente Wierden. [eiser] had een bouwvergunning aangevraagd voor het herbouwen van een bedrijfswoning, maar deze vergunning werd later door de gemeente ingetrokken na bezwaren van derden. De rechtbank oordeelde dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld door de bouwvergunning te verlenen en vervolgens te weigeren zonder [eiser] als belanghebbende uit te nodigen voor de hoorzitting. De rechtbank stelde vast dat de gemeente niet had voldaan aan de wettelijke verplichtingen en dat dit onrechtmatig was. De rechtbank oordeelde dat de gemeente Wierden aansprakelijk was voor een deel van de schade die [eiser] had geleden door de nodeloos gemaakte bouwkosten. De rechtbank wees de vordering van [eiser] toe en veroordeelde de gemeente tot vergoeding van 1/3e deel van de schade, alsook tot betaling van de proceskosten.