Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de producties 1 tot en met 8 aan de zijde van de vader
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de vader.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die op 17 augustus 2016 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, vorderde de dochter in kort geding een contact- en locatieverbod tegen haar vader. De dochter, die inmiddels meerderjarig is, had een relatie die haar vader als onwenselijk beschouwde vanwege het criminele verleden van haar vriend. De vader had geprobeerd zijn dochter te overtuigen de relatie te beëindigen, wat leidde tot spanningen tussen hen. De dochter vorderde dat haar vader verboden werd contact met haar op te nemen en zich in de nabijheid van haar woon- en schoollocaties te bevinden, met een dwangsom als sanctie voor overtreding.
De vader betwistte de spoedeisendheid van de vordering, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de angst van de dochter voor herhaald contact en incidenten voldoende spoedeisend belang rechtvaardigde. De rechter overwoog dat een straat- en contactverbod een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de vader vormt, maar dat de feiten en omstandigheden die door de dochter waren gepresenteerd, deze inbreuk rechtvaardigden. De voorzieningenrechter wees het gevorderde straatverbod toe, maar wees het contactverbod met het netwerk van de dochter af, omdat dit tot uitvoeringsproblemen zou leiden.
De voorzieningenrechter compenseerde de proceskosten, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vader werd verboden zich gedurende zes maanden in de nabijheid van de dochter te bevinden of contact met haar op te nemen, behalve via zijn advocaat. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.K.F. Hangelbroek.