Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelden
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 4 het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- stelt als
- stelt als
- stelt als
- stelt als
- stelt als
- draagt de reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
ontzeggingvan de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van
maatregelop dat veroordeelde verplicht is tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 850,--ten behoeve van de benadeelde
[slachtoffer 1](ter zake van het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde feit),
een bedrag van € 800,--ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer 2] (ter zake van de onder 1 subsidiair en onder 3 bewezen verklaarde feiten) en
een bedrag van € 550,--ten behoeve van de benadeelde [slachtoffer 3] (ter zake van het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde feit), telkens te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 10 maart 2016, en telkens met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van de verschuldigde bedragen volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van respectievelijk
17, 16 en 11 dagenzal worden toegepast;