In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 14 oktober 2016, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M.G.J. Smit, een kort geding aangespannen tegen Marpi B.V., vertegenwoordigd door mr. J.A. van Emden. Eiser vorderde een verbod op de ontruiming van zijn woning, totdat er in de bodemprocedure een beslissing zou zijn genomen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor eiser. De rechter heeft geoordeeld dat het gevorderde verbod tot ontruiming toewijsbaar is, en heeft Marpi B.V. verboden om op 14 oktober 2016 over te gaan tot ontruiming van de woning. Tevens is Marpi opgedragen om de ontruiming vooraf te laten gaan door een nieuw exploot, waarbij de termijn van drie dagen in acht moet worden genomen, zoals voorgeschreven in artikel 555 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De overige vorderingen van eiser zijn afgewezen, en de beslissing over de proceskosten is aangehouden. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F. Koster.