In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een huurgeschil tussen Pavast Beheer B.V. en Maxeda DIY Group B.V. De procedure is gestart door Pavast, die als eigenaar van een winkelpand in Deventer, Maxeda aansprakelijk stelt voor huurbetalingen die voortvloeien uit een huurovereenkomst met V&D. De zaak draait om de vraag of Maxeda, die als hoofdelijk schuldenaar is aangemerkt, ook na de opzegging van de huurovereenkomst door de curatoren van V&D, gehouden is tot huurbetalingen tot en met 31 december 2018.
In het incident heeft Maxeda een vordering ingesteld op basis van artikel 843a Rv, waarin zij verzoekt om afgifte van bepaalde documenten die relevant zijn voor de beoordeling van haar betalingsverplichtingen. Pavast heeft zich verzet tegen deze vordering en betoogd dat Maxeda geen rechtmatig belang heeft bij de gevraagde stukken, en dat de vordering een 'fishing expedition' is. De kantonrechter heeft overwogen dat Maxeda geen belang meer heeft bij haar incident, omdat er voldoende informatie beschikbaar is om tot een beslissing te komen in de hoofdzaak.
De kantonrechter heeft in zijn vonnis de vordering van Maxeda in het incident afgewezen en de proceskosten gecompenseerd. Tevens heeft hij Pavast bevolen om bepaalde stukken over te leggen die relevant zijn voor de vaststelling van de feiten in de hoofdzaak. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij Maxeda de gelegenheid krijgt om haar standpunt aan te vullen na de overgelegde stukken van Pavast.