Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[belanghebbende] ,
onbekende (onder)huurders,
Rechtbank Overijssel
In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 21 oktober 2016, is het verzoek van Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. om het huurbeding in te roepen en om bezichtigingen van de onroerende zaak te kunnen laten plaatsvinden, behandeld. De verzoekster heeft een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 3:264 lid 5 en artikel 3:267a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De belanghebbenden, onbekende huurders, hebben niet gereageerd op de oproep van de griffier om bezwaar te maken tegen het verzoek.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke vereisten voor het inroepen van het huurbeding zijn voldaan, en heeft het verzoek tot ontruiming van de huurders toegewezen. De huurders zijn veroordeeld tot ontruiming van de onroerende zaak binnen 30 dagen na betekening van de beschikking. Echter, het verzoek om de onroerende zaak te laten bezichtigen is afgewezen, omdat artikel 3:267a BW geen zelfstandige rechtsingang biedt. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot het inroepen van het bezichtigingsbeding, en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de voorzieningenrechter heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor hypotheekhouders om de juiste juridische procedures te volgen bij het inroepen van rechten op onroerend goed.