Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1] ,
2.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
nummer 852770376,
26 oktober 2016.
- verzoeker sub 1 een vordering van € 4.623,97,
- verzoeker sub 2 een vordering van € 7.587,43.
Rechtbank Overijssel
Op 2 november 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een faillissementszaak betreffende de besloten vennootschap Trap en Constructie Werken Twente B.V. Het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend door twee verzoekers, die vorderingen hadden op de gerekwestreerde vennootschap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gerekwestreerde vennootschap op 23 juni 2016 is ontbonden en op 4 juli 2016 uit het handelsregister is geschrapt. De verzoekers stelden dat er nog baten aanwezig waren, ondanks de ontbinding, en hebben bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van hun stelling. Tijdens de zittingen op 12 en 26 oktober 2016 is de situatie verder besproken. De rechtbank overwoog dat, hoewel de gerekwestreerde vennootschap ontbonden was, er voldoende aanwijzingen waren dat er nog vorderingen bestonden die mogelijk tot baten konden leiden. De rechtbank heeft daarbij ook gekeken naar de oprichting van een nieuwe B.V. door de bestuurder van de gerekwestreerde vennootschap, die dezelfde activiteiten voortzette. Dit leidde tot de conclusie dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat er nog baten aanwezig waren, en dat het faillissement kon worden uitgesproken. De rechtbank verklaarde de gerekwestreerde vennootschap in staat van faillissement, benoemde een rechter-commissaris en een curator, en gaf de curator de opdracht om aan de gefailleerde gerichte brieven te openen.