OVERWEGINGEN
Vordering verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in artikel 38d van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De maatregel van terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De vordering is op 29 augustus 2016 en derhalve tijdig ingediend.
De rechtbank overweegt op grond van voornoemde (advies)rapportages en het verhandelde in raadkamer, waaronder de door getuige-deskundige Leyder Havenstroom gegeven toelichting, het volgende.
Uit het door L.P. Heinsman, psychiater, d.d. 8 augustus 2016 uitgebrachte rapport blijkt onder meer dat bij betrokkene sprake is van de doorwerking op de persoonlijkheidsontwikkeling van hechtingsproblematiek, ervaren traumata in de jeugd en een ongunstige opvoedingssituatie. Betrokkene functioneert op zwakbegaafd niveau. Betrokkene voldoet aan de algemene criteria voor een persoonlijkheidsstoornis, maar in onvoldoende mate aan de criteria voor een specifieke persoonlijkheidsstoornis. De symptomen lijken aanzienlijk in ernst te zijn afgenomen, er is de nodige winst geboekt. In het huidige toestandsbeeld heeft betrokkene greep gekregen op zijn persoonlijkheidsstoornis. Het misbruik van alcohol en andere middelen is in remissie in een situatie van (langdurig) toezicht. Gedurende de huidige TBS-behandeling is de preoccupatie met seksualiteit niet meer waargenomen. Momenteel lijkt betrokkene volgens de psychiater met de aanwezigheid van externe structuur en (aanzienlijke) spanningsreductie overzicht en zelfcontrole te ervaren. De vroegere verbinding tussen seksualiteit en agressie wordt al geruime tijd niet meer waargenomen. Voor reguleren van spanningen en emoties weet betrokkene alternatieve vaardigheden in te zetten. De neiging naar vermijding is nog aanwezig.
Betrokkene woont sinds februari 2016 naar tevredenheid in zijn huidige woning en kan hier ook na beëindiging van de TBS-maatregel blijven wonen. Hij werkt op vrijwillige basis bij een vervoers- en verhuurbedrijf met garage en heeft een bijstandsuitkering. Betrokkene heeft een beperkt sociaal netwerk, hij ziet een aantal familieleden regelmatig. Wat betreft de toekomst wil betrokkene dat het leven doorgaat zoals het nu is, in hetzelfde dorp.
Betrokkene werkt mee aan behandeling, houdt zich aan gestelde voorwaarden en heeft (onder toezicht) controle over zijn alcohol en middelengebruik. De invulling van de vrije tijd blijft een aandachtspunt, maar binnen de huidige omstandigheden valt volgens de psychiater geen direct risico te verwachten op destabilisering vanuit stresserende situaties.
Betrokkene heeft momenteel alleen nog gesprekken met begeleiders van Talant en de reclassering. Van overige behandelcontacten is al langer dan een jaar geen sprake.
Bij voortzetting van de huidige begeleiding schat de psychiater de kans op recidive van gewelddadig gedrag in als laag. In een situatie zonder begeleiding wordt de kans op recidive voor de korte termijn als laag tot matig ingeschat en voor de langere termijn als tenminste matig. Als belangrijkste risicofactoren komen naar voren: de gevoeligheid voor afwijzing, spanningsregulatie, emotieregulatie, gevoeligheid voor overprikkeling en impulsiviteit. Vanuit zijn cognitieve beperkingen heeft betrokkene moeite met het bewaken van het overzicht in complexe sociaal-maatschappelijke situaties. In zijn niveau van functioneren is betrokkene in belangrijke mate afhankelijk van zijn omgeving. Het risico op gevaar lijkt zich met name voor te doen in situaties van ervaren afwijzing of bij langdurige overbelasting door tegenslag en/of overprikkeling. Risicofactoren kunnen zijn de beperkte invulling van vrije tijd, de neiging naar vermijding en neiging naar een passieve coping. Belangrijk lijkt te zijn de aanwezigheid van betrouwbare hechtingsfiguren in de directe omgeving van betrokkene, structuur, overzicht en acceptatie. De psychiater adviseert dan ook tot voortzetting van de huidige maatregel.
Uit bovengenoemd reclasseringsrapport, opgesteld door Leyder Havenstroom, blijkt dat bij betrokkene sprake is van affectieve en pedagogische verwaarlozing waardoor betrokkene geen basisveiligheid heeft kunnen ontwikkelen en van kinds af aan heeft geleerd om fouten te vermijden. Ook leerde betrokkene dat het niet goed was om gevoelens te uiten, waardoor hij zijn spanning reguleerde via exhibitioneren, al dan niet in combinatie met agressie. Binnen de huidige structuur van begeleid wonen en werk functioneert betrokkene goed. Betrokkene accepteert hulp en begeleiding. Ook heeft betrokkene goed contact met zijn familie, al is dit contact niet altijd ondersteunend.
In de huidige context schat de reclassering het recidiverisico als laag in. De kans op gewelds- en seksuele recidive hangt sterkt samen met het gebruik van alcohol. Dit alcoholgebruik is al gedurende de gehele TBS-periode onder controle. Bij het eventueel beëindigen van de maatregel schat de reclassering het recidiverisico op korte termijn als matig in en op middellange en lange termijn als hoog.
Er is onvoldoende zicht op hoe betrokkene omgaat met spanningsvolle situaties. Enerzijds omdat hij deze vermijdt en anderzijds omdat hij situaties zelf anders inschat. De vrees bestaat dat, indien de door de maatregel geboden structuur zou wegvallen, betrokkene de structuur zelf niet kan vasthouden. Het is dan tevens de vraag of betrokkene om hulp zal gaan vragen. De reclassering adviseert dan ook de maatregel te verlengen, omdat er, in het geval de structuur weg zou vallen, met name op langere termijn recidiverisico’s zijn. Het ontbreken van inzicht en het vermijden van spanningen leveren een groot risico op een mogelijke terugval.
In raadkamer van 25 oktober 2016 heeft Leyder Havenstroom als getuige-deskundige een toelichting gegeven op voornoemd advies en aanvullende informatie verstrekt. Hij heeft onder meer verklaard dat de reclassering het idee heeft dat betrokkene bewust geen alcohol nuttigt om te vermijden dat hij in de problemen komt. Het vermijdingsgedrag van betrokkene maakt dat de reclassering niet weet hoe betrokkene zich gaat gedragen als de structuur minder wordt, maar de reclassering heeft wel het vertrouwen dat betrokkene in dat geval de goede keuzes gaat maken. De bedoeling is om de frequentie van de gesprekken langzaam af te bouwen en dan te kijken hoe het zich gaat ontwikkelen. Daarnaast heeft Leyder Havenstroom verklaard dat momenteel wordt gekeken of betrokkene in aanmerking komt voor een Wajong-uitkering.
In raadkamer heeft betrokkene onder meer naar voren gebracht dat het momenteel goed gaat, dat hij zes dagen per week een gesprek heeft met een begeleider van Talant en eens in de veertien dagen met een reclasseringswerker. Betrokkene heeft verklaard dat hij sinds 6 mei van dit jaar geen alcohol meer heeft gedronken en in de toekomst hulp zal vragen indien nodig.
De rechtbank is met de raadsvrouw van betrokkene en de officier van justitie, van oordeel dat de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar dient te worden verlengd. Ten eerste eisen de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen onverkort dat de maatregel van terbeschikkingstelling dient te worden verlengd en ten tweede is, gelet op de rapportages en het verhandelde in raadkamer, betrokkene nog niet klaar voor een definitieve beëindiging van de terbeschikkingstelling. Betrokkene moet het komende jaar, binnen de huidige structuur, onder meer werken aan versteviging van de externe factoren.
De rechtbank zal, gelet hierop, de maatregel van terbeschikkingstelling verlengen met één jaar.
Vordering wijziging van de voorwaarden
De rechtbank stelt vast dat in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege thans als voorwaarden betreffende het gedrag van betrokkene gelden:
1. betrokkene zal zich houden aan de aanwijzingen gegeven door of namens de reclassering. Betrokkene heeft een ‘inspanningsverplichting’. Hij zal initiatieven moeten tonen om de aanwijzingen en afspraken die hij maakt met de reclassering uit te voeren;
2. betrokkene houdt frequent contact met een reclasseringsbegeleider, waarbij de frequentie door de reclassering wordt bepaald en waarbij betrokkene de reclassering informeert over diverse leefgebieden die de reclassering wenselijk acht;
3. betrokkene verblijft in de huidige woonvoorziening van Talant, of een vergelijkbare instelling. Hij houdt zich aan de adviezen en afspraken door de behandelaars gegeven, accepteert de behandeling/begeleiding en eventuele consequenties;
4. betrokkene houdt frequent contact met de begeleiders/behandelaars van Talant of een vergelijkbare instelling waarbij de frequentie door de begeleiders/behandelaars wordt bepaald;
5. betrokkene geeft inzicht in zijn vrienden – en kennissenkring. Hij geeft openheid van zaken over een eventuele nieuwe partnerrelatie en verleent de reclassering toestemming ook zonder zijn aanwezigheid met haar te spreken. Wanneer geïndiceerd zal betrokkene meewerken aan relatiegesprekken;
6. betrokkene gebruikt geen soft- en of harddrugs. Betrokkene werkt indien gewenst mee aan controles die het doel hebben om soft- en/of harddruggebruik op te sporen.
7. betrokkene houdt zich wat betreft zijn alcoholgebruik aan de afspraken die hij maakt met de reclassering en werkt, indien gewenst, mee aan controles die het doel hebben om alcoholgebruik op te sporen. Indien de reclassering dit noodzakelijk acht, zal betrokkene medewerking verlenen aan verslavingsbehandeling;
8. betrokkene geeft toestemming aan alle betrokken hulpverleners en begeleiders om informatie over hem uit te wisselen en is bereid om in overleg tot nadere afspraken te komen;
9. betrokkene meldt zich voor een time-outopname in Trajectum Hoeve Boschoord, of een vergelijkbare instelling wanneer de reclassering dit noodzakelijk acht. Deze time-outplaatsing duurt zolang als de reclassering dat nodig acht, om betrokkene op een verantwoorde wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaand aan de time-out;
10. betrokkene onthoudt zich van het plegen van strafbare feiten.
De officier van justitie heeft in raadkamer (mondeling) gevorderd om de voorwaarden als volgt te wijzigen:
1. betrokkene zal zich houden aan de aanwijzingen gegeven door of namens de reclassering;
2. betrokkene houdt frequent contact met een reclasseringsbegeleider, waarbij de frequentie door de reclassering wordt bepaald en waarbij betrokkene de reclassering informeert over diverse leefgebieden die de reclassering wenselijk acht;
3. betrokkene verblijft in de huidige woonvoorziening van Talant, of een vergelijkbare instelling. Hij houdt zich aan de adviezen en afspraken door de behandelaars gegeven, accepteert de behandeling/begeleiding en eventuele consequenties;
4. betrokkene geeft inzicht in zijn vrienden – en kennissenkring. Hij geeft openheid van zaken over een eventuele nieuwe partnerrelatie en verleent de reclassering toestemming ook zonder zijn aanwezigheid met haar te spreken. Wanneer geïndiceerd zal betrokkene meewerken aan relatiegesprekken;
5. betrokkene gebruikt geen soft- en of harddrugs. Betrokkene werkt indien gewenst mee aan controles die het doel hebben om soft- en/of harddruggebruik op te sporen.
6. betrokkene houdt zich wat betreft zijn alcoholgebruik aan de afspraken die hij maakt met de reclassering en werkt, indien gewenst, mee aan controles die het doel hebben om alcoholgebruik op te sporen. Indien de reclassering dit noodzakelijk acht, zal betrokkene medewerking verlenen aan verslavingsbehandeling;
7. betrokkene geeft toestemming aan alle betrokken hulpverleners en begeleiders om informatie over hem uit te wisselen en is bereid om in overleg tot nadere afspraken te komen;
8. betrokkene meldt zich voor een time-outopname in Trajectum Hoeve Boschoord, of een vergelijkbare instelling wanneer de reclassering dit noodzakelijk acht. Deze time-outplaatsing duurt zolang als de reclassering dat nodig acht, om betrokkene op een verantwoorde wijze terug te laten keren naar de omstandigheden voorafgaand aan de time-out;
9. betrokkene onthoudt zich van het plegen van strafbare feiten.
Gelet op hetgeen tijdens het onderzoek in raadkamer naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat bovenstaande wijzigingen van de voorwaarden noodzakelijk zijn met het oog op een zo goed mogelijke voortzetting van de maatregel. Betrokkene heeft zich in raadkamer bereid verklaard tot naleving van de gevorderde wijzigingen van de voorwaarden.
De rechtbank zal de door de officier van justitie (mondeling) gevorderde wijzigingen van de voorwaarden toewijzen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38, 38a, 38b, 38d, 38e en 38j Sr, alsmede de artikelen 509j, 509o, 509p, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering.