ECLI:NL:RBOVE:2016:4510
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling op basis van onvoldoende goede trouw en onterecht gebruik van kinderalimentatie
Op 22 maart 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) door verzoeker, die in totaal € 27.089,45 aan schulden had. Tijdens de zitting op 15 maart 2016 was verzoeker aanwezig, samen met een vertegenwoordiger van Carint Reggeland. Verzoeker had een kinderalimentatieplicht van € 287,00 per maand, die hij sinds de scheiding maandelijks voldoet. Hij verklaarde dat zijn ex-partner in ruil voor deze alimentatie kleding en sportuitgaven voor hem betaalt, maar hij kon niet aangeven hoeveel dit precies bedraagt.
De rechtbank moest beoordelen of verzoeker te goeder trouw was ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. De rechtbank concludeerde dat verzoeker hierin niet was geslaagd. Uit de echtscheidingsbeschikking bleek dat verzoeker het krediet bij Interbank zou voortzetten en dat hij de alimentatie zou betalen. Ondanks het betalen van de kinderalimentatie, concludeerde de rechtbank dat dit geld feitelijk niet ten goede kwam aan de opvoeding van de kinderen, maar aan luxe goederen voor verzoeker zelf. Hierdoor was er minder geld beschikbaar voor het aflossen van zijn schulden.
De rechtbank oordeelde dat verzoeker onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij te goeder trouw was en wees het verzoek af op grond van artikel 288 lid 1 sub b van de Faillissementswet. De beslissing werd uitgesproken door mr. M.C. Bosch, lid van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, en vond plaats in tegenwoordigheid van de griffier.