Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.de procedure
- het tussenvonnis van 1 juni 2016;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen d.d. 23 september 2016.
2.de feiten
3.de vordering
4.de standpunten van partijen.
5.de beoordeling
alhet werk voor niets is geweest, omdat hij zijn doel, namelijk het vragen voor aandacht voor seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke kerk, niet heeft kunnen bereiken. Alle door [eiser] opgegeven kosten zijn daarom volgens hem voor niks gemaakt. De rechtbank overweegt echter dat het doel van een redelijke begunstigingstermijn niet is dat de overtreder het ten onrechte opgerichte bouwwerk gedurende enige tijd kan exposeren, maar, zoals hiervoor overwogen, dat hij een redelijke gelegenheid heeft om het illegaal gebouwde af te breken.
geleverde houtis kapot en kan niet opnieuw gebruikt worden. De
kosten van plaatsenzouden echter ook bij een langere begunstigingstermijn zijn gemaakt en moeten hoe dan ook opnieuw worden gemaakt bij verplaatsing van het bouwwerk. De rechtbank zal de kosten voor het hout ex aequo et bono schatten op ongeveer twee-derde van het factuurbedrag, en een bedrag van € 6.000,00 rekenen voor materiaal dat is vernietigd.