Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser] ,wonende te [woonplaats 1] ,
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 14 december 2016, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. P. Buursen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. D.F. Briedé, vanwege een huurachterstand en de wens tot ontruiming van een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst, die op 1 oktober 2015 inging, betrof een bedrijfsruimte met een maandelijkse huurprijs van € 4.000,00. Gedaagde had tot en met maart 2016 vrijstelling van huurbetalingen gekregen, maar heeft sindsdien een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd van € 43.000,00, wat bijna elf maandelijkse huurtermijnen vertegenwoordigt. Eisers vorderden ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van de achterstallige huur, evenals buitengerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is voor de eisers, aangezien gedaagde haar huurverplichtingen niet nakomt. De rechter heeft overwogen dat het niet tijdig betalen van huurpenningen een wanprestatie van gedaagde oplevert, wat in beginsel kan leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft geoordeeld dat de bodemrechter waarschijnlijk de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het pand zou toewijzen, en heeft daarom de ontruiming bij wijze van ordemaatregel toegestaan, maar met een termijn van twee weken in plaats van de gevorderde twee dagen.
De rechter heeft de vordering tot betaling van de huurachterstand gedeeltelijk toegewezen, tot een bedrag van € 10.750,00, en de buitengerechtelijke kosten tot € 1.067,83. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.