ECLI:NL:RBOVE:2016:5060

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
7 december 2016
Publicatiedatum
21 december 2016
Zaaknummer
C/08/193610 / KG ZA 16-373
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging samenwerkingsovereenkomst en overdracht aandelen Novéflex B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een kort geding dat is ingeleid door [eiseres 1], [eiseres 2] en [eiseres 3] tegen [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. De kern van het geschil betreft de beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst en de overdracht van aandelen in Novéflex B.V. De eiseressen stellen dat er een overeenkomst tot stand is gekomen over de beëindiging van de samenwerking en de voorwaarden voor de overdracht van aandelen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende bewijs is dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de essentialia van de overeenkomst. De rechter wijst de vorderingen van de eiseressen toe, waarbij [gedaagde 3] wordt veroordeeld om mee te werken aan de overdracht van de aandelen en de rechten en plichten uit hoofde van een subsidieovereenkomst over te dragen aan de eiseressen. Tevens wordt [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de schriftelijke vastlegging van overeenkomsten en de noodzaak om gemaakte afspraken na te komen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/193610 / KG ZA 16-373
Vonnis in kort geding van 7 december 2016
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 3],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
eiseressen,
advocaat mr. C.P.B. Kroep te Enschede,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
[gedaagde 3] verschenen in persoon en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] vertegenwoordigd door [gedaagde 3] .
Partijen zullen hierna [eiseres 1] (in vrouwelijk enkelvoud) en [gedaagde 3] (in vrouwelijk enkelvoud) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties;
  • de aanvullende producties van [eiseres 1] ;
  • de producties van [gedaagde 3] ;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van [eiseres 1]
  • de pleitnota van [gedaagde 3]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De heer [A] is de geestelijk bedenker van een systeem genaamd “OpTie’.
2.2.
Op 23 juli 2013 hebben [A] en [gedaagde 3] afgesproken om te gaan samenwerken, waarbij [gedaagde 3] het product in de markt zal gaan zetten.
2.3.
Op 1 april 2014 is Novéflex B.V. (hierna: Novéflex) opgericht, van waaruit de verkoop van OpTie zal moeten gaan plaatsvinden. [A] houdt 51% van de aandelen in Novéflex via [eiseres 2] , waarvan hij statutair bestuurder is. [gedaagde 3] houdt 49% van de aandelen in Novéflex via [gedaagde 2] , waarvan hij 100 % aandeelhouder is.
2.4.
[eiseres 3] raakt nadien eveneens betrokken bij het OpTie project. Afgesproken is dat [eiseres 3] de productie(ontwikkeling) op zich gaat nemen.
2.5.
Op 17 november 2015 sluiten [eiseres 1] , [gedaagde 1] en [eiseres 3] een samenwerkingsovereenkomst, inhoudende dat zij wensen samen te werken op het gebied van de ontwikkeling van OpTie tot een prototype.
2.6.
Op 18 april 2016 heeft [eiseres 1] een zogenoemde EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) subsidieaanvraag ingediend voor de verdere uitvoering van het project OpTie. Bij beschikking van 31 augustus 2016 is de subsidie verleend.
2.7.
De samenwerking komt onvoldoende van de grond. Partijen zijn in onderhandeling getreden over de beëindiging van de samenwerking. De drie betrokken partijen hebben daarover veelvuldig (email)contact gehad met elkaar. [gedaagde 3] heeft zich daarbij laten vertegenwoordigen door de heer [B] .
2.8.
[B] heeft, namens [gedaagde 3] , bij email van 26 september 2016 om 10:09 uur het volgende bericht aan [A] :
“ [A] ,
Ik heb bericht van [gedaagde 3] ontvangen en uitvoerig met hem overlegd.
Hierbij zijn voorstel:
• [gedaagde 3] levert jou een lijst aan met alle “leads” en contactpersonen die hij in het verleden heeft benaderd
inzake Optie en Petje
• Indien hieruit omzet (en ontvangsten) voortvloeien, krijgt [gedaagde 3] daar 4.75% provisie over
• Controle van de administratie om bovengenoemde omzet te checken moet mogelijk zijn en wel indirect via
mij of een andere door [gedaagde 3] aan te wijzen accountant.
• Voor alle gemaakte kosten e.d. wil [gedaagde 3] een Iumpsum bedrag ontvangen van € 6.000
• [gedaagde 3] verleent alle medewerking inzake de subsidies op de door jou gewenste methode (brief waarin hij
rechten en verplichtingen overhevelt naar [A] / [eiseres 3] ).
• [gedaagde 3] werkt mee aan overdracht aandelen en treedt af als bestuurder van Novéflex
• [A] en [eiseres 3] verlenen [gedaagde 3] / [gedaagde 1] vrijwaring voor aansprakelijkheden vanuit de
overheid, het bedrijfsleven (produkt-aansprakelijkheid) en vanuit de subsidieverstrekker.
• Over en weer verlenen [gedaagde 3] enerzijds en [eiseres 3] / [A] anderzijds elkaar over en weer finale
kwijting, wanneer met het bovenstaande wordt ingestemd.
[A] , ik zet dit bewust eerst op de mail voordat ik jou bel, zodat je er in alle rust over na kunt denken.
[gedaagde 3] zit er nog steeds met emotie in en stelde in eerste instantie “eisen” die ik niet redelijk vind. Ik heb hem weten te overtuigen deze eisen te laten varen en tot bovenstaand voorstel te komen
Gezien de eerdere correspondentie tussen [gedaagde 3] en jou lijkt mij dit een alleszins redelijk voorstel, waarmee de zaak ook definitief is afgedaan.
Groet
[B]
(…).”
2.9.
[A] heeft daarop op 26 september 2016 om 16:02 uur als volgt gereageerd:
“ Dag [B] ,
Dank voor je voorzet. Goede basis om de zaak correct op te lossen. Ik heb de punten iets anders geordend zodat de zaken van de BV en van de samenwerking niet door elkaar lopen. Daarbij heb ik ook enkele aanvullingen/correcties in geel opgenomen.
BV
• [gedaagde 3] draagt de aandelen over, voor 1 oktober 2016
werkt mee aan overdrachten treedt af als bestuurder
van NovéFlex [gedaagde 3] geeft per omgaande de notaris volmacht om de zaken aldus af te wikkelen.
• Voor alle gemaakte kosten e.d. wil [gedaagde 3] een lumpsum bedrag ontvangen van € 2.000. Over en weer
verlenen [gedaagde 3] enerzijds en
[eiseres 3] /[A] anderzijds elkaar
over en weerfinale kwijting,
wanneer met het bovenstaande wordt ingestemd.
Samenwerking
• [gedaagde 3] verleent alle medewerking inzake de subsidies op de door [A] / [eiseres 3] gewenste methode
(brief waarin hij rechten en verplichtingen overhevelt naar [A] / [eiseres 3] ). [A] en [eiseres 3]
verlenen [gedaagde 3] / [gedaagde 1] medewerking en aanvaarden beëindiging van de samenwerking
vrijwaring voor aansprakelijkheden vanuit de overheid, het bedrijfsleven (produkt aansprakelijkheid) en
vanuitmits dit geen negatief effect heeft op de omvang of het voortbestaan van de verkregen subsidie.
• [gedaagde 3] levert [A] / [eiseres 3] een lijst aan met alle “( [gedaagde 3] )leads” en contactpersonen die hij in het
verleden heeft benaderd inzake Optie en Petje. Indien hieruit omzet (en ontvangsten) voortvloeien vóór
1 april 2017, krijgt [gedaagde 3] daar 4.75% provisie over. Controle van de administratie om bovengenoemde
omzet te checken moet mogelijk zijn en wel indirect via mij of een andere
door [gedaagde 3] aan te wijzen
accountant.Betaling vindt plaats nadat de factuur door de betreffende klant is voldaan.
Voor alle gemaakte kosten wil [gedaagde 3] een lumpsum bedrag ontvangen van €4.000. Over en weer verlenen [gedaagde 3]
enerzijds en [eiseres 3] / [A] anderzijds elkaar
over en weerfinale kwijting, wanneer met het bovenstaande
wordt ingestemd.
Als je het met het bovenstaande eens kunt zijn (laat me dat even weten) zal ik het morgenvroeg zo met [C]
overleggen en kunnen we er een punt achter zetten en ons op de toekomst richten. De notaris kan wat mij betreft
e.e.a. verder afhandelen en invullen waar welke (rechts)persoon moet staan.
Vriendelijke groet,
[A] ”.
2.10.
[B] heeft, namens [A] , daarop op 26 september 2016 om 22.14 uur het volgende bericht aan [A] :
“ [A] ,
Ik constateer dat jij de € 6.000 lumpsum hebt gesplitst in € 2.000 en € 4.000. Ik weet niet wat daartoe de aanleiding is, maar als het in totaal € 6.000 is, is het m.i. akkoord,
De datum van 1 april 2017 voor de verkopen aan de “ [gedaagde 3] -leads” lijkt mij in alle redelijkheid te kort, temeer daar de produktie en verkoop nog echt moet starten.
Een datum van 1 april 2018 lijkt mij redelijker !!!
Verder zou ik voor willen stellen dat we geen “gezever” krijgen over de lijst met leads van [gedaagde 3] . De lijst die [gedaagde 3] aanlevert is leidend tenzij uitdrukkelijk kan worden aangetoond dat er namen op de lijst staan waar [gedaagde 3] noch persoonlijk, noch per E-mail contact heeft gehad.
Ik hoor graag van je
[B] ”.
2.11.
[A] heeft vervolgens op 27 september 2016 om 9.11 uur het volgende emailbericht gestuurd aan [B] :
“Dag [B] ,
a. a) De lumpsum is gesplitst omdat het twee zaken betreft:
1) de NovéFlex BV (aandelen bij [gedaagde 2])
2) de samenwerking: [gedaagde 1] , [eiseres 3] , [eiseres 1]
b) Dat de verkoop nog echt moet starten is een pertinente misvatting. Het is/was de afgelopen jaren de primaire verantwoordelijkheid van [gedaagde 3] , al 3 jaar geleden is hij gestart met de verkoop, marketing en fondswerving De verkoop is daarbij door ons naar vermogen gefaciliteerd en gefinancierd (voor de goede orde in een veelvoud van de € 6.000,- die [gedaagde 3] nu voor zichzelf claimt). Omdat de verkoopresultaten uitbleven, is in overleg met [gedaagde 3] besloten dat [C] en ik het commercieel beleid zullen gaan vorm geven. Tot nu toe zijn de “ [gedaagde 3] leads” niet door ons benaderd ook omdat [gedaagde 3] zelf heeft aangegeven daar gewoon mee door te zullen gaan. Zover ons bekend opnieuw zonder resultaat. In dat licht gezien is de datum van 1 april 2017 zeer redelijk maar willen wij deze verlengen tot 1 oktober 2017 dat is voor ons de uiterste termijn.
c) [C] en ik hebben beiden contacten die [gedaagde 3] ook kent; deze worden niet aangemerkt als “ [gedaagde 3] leads”. De lijst die [gedaagde 3] aanlevert, zuilen wij in alle redelijkheid doornemen. [gedaagde 3] leads zijn wat ons betreft contacten die wij eerder niet hadden en waar [gedaagde 3] daadwerkelijk en aantoonbaar tijd in heeft geïnvesteerd ten behoeve van
de verkoop van opTie.
Tot slot wil ik benadrukken dat wij uit coulance meegaan in dit voorstel. Het aanbod is uiterlijk geldig tot en met 28 september 2016.
Vriendelijk groet,
[C] en [A] ”.
2.12.
[B] heeft daarop bij emailbericht van 27 september 2016 om 10.29 uur als volgt gereageerd:
“ [A] ,
Akkoord.
[gedaagde 3] levert vandaag of uiterlijk morgen de lijst aan.
Maak jij een opzetje voor de brief inzake (overdracht) subsidies
[B]
(…)”.
2.13.
Op 27 september 2016 om 11:47 uur heeft [gedaagde 3] het volgende emailbericht aan [B] verzonden:
“Zie bijlage.
Ik heb mijn huiswerk gedaan.
Dus de deadline ligt nu aan de andere kant.
De € 6.000,- wil ik voor 1 oktober overgemaakt hebben op
(…)
Hij kan dit bijvoorbeeld al deponeren bij de derdenrekening van de notaris, zodat deze het kan overboeken bij het tekenen.
Nogmaals, alles over en weer tegen FINAKE KWIJTING niets meer v an elkaar te vorderen hebbend
Ik hoor graag
Gr. [gedaagde 3] ”.
2.14.
[B] heeft voornoemd emailbericht op 27 september 2015 om 13.13 uur doorgestuurd naar [A] .
2.15.
Op 27 september 2016 om 22:17 uur heeft [A] per email het volgende aan [B] bericht:
“Dag [B] ,
1) Ter verdere afwikkeling bijgesloten de brief betreffende de subsidie.
2) Wat betreft de leads verwachten wij een zorgvuldig opgestelde lijst met serieuze contacten. Een
opsomming van plaatsnamen voldoet niet. In de lijst van [gedaagde 3] staan voor ons ook nogal wat nieuwe
namen, die in ons periodieke werkoverleg, niet aan de orde zijn geweest. Ook zijn plaatsnamen dubbel
opgenomen. Niet gespecificeerde Leads zonder naam, telefoon of emailadres, bezoekdatum en/of die niet
gemeld/toegelicht zijn in het wekelijks werk overleg worden door ons niet als (serieuze) lead erkend. Een
verslag of serieuze aantekening per lead met enige inhoudelijk informatie is zeer gewenst. Leads naar
wederzijdse contacten zijn niet op voorhand toe te schrijven aan de inspanningen van [gedaagde 3] en zullen we
per geval in redelijkheid bekijken.
Gr [A] en [C] ”.
2.16.
[A] heeft op 28 september 2016 een bedrag van € 6.000,00 in depot gestort bij de notaris.
2.17.
Op 29 september 2016 heeft notaris mr. M.W.L. van Rozen een conceptakte aandelenoverdracht opgesteld en aan partijen gezonden. In die akte is onder meer het volgende opgenomen:
“Partijen verklaarden dat zij overeenstemming hebben bereikt over het uittreden van
verkoper uit de Vennootschap waartoe zij in emails hebben vastgelegd:
“Overdracht aandelen NovéFlex

[gedaagde 3] draagt over alle aandelen, voor 1 oktober 2016 en treedt af als bestuurder
van NovéFlex, [gedaagde 3] geeft per omgaande de notaris volmacht om de zaken aldus af
te wikkelen.

Voor alle gemaakte kosten e.d. ontvang [gedaagde 3] een lumpsum bedrag van € 2.000,-
Over en weer verlenen [gedaagde 3] enerzijds en [A] anderzijds elkaar finale kwijting.
• De lumpsum van € 2.000,-, is door [A] , conform wens van [gedaagde 3] , ter verdere
afwikkeling in depot gesteld bij Notaris en advocatenkantoor Kienhuis/Hoving.
Beëindiging samenwerking

[gedaagde 3] verleent alle medewerking inzake de subsidies conform de door
[A] / [eiseres 3] verstrekte brief waarin aangegeven hoe hij rechten en
verplichtingen overhevelt naar [A] / [eiseres 3] . [A] en Vennegoor verlenen
(…)

[gedaagde 3] levert [A] / [eiseres 3] een lijst aan met alle “( [gedaagde 3] )leads” en
contactpersonen die hij in het verleden heeft benaderd inzake Optie en Petje. Indien
hieruit omzet (en ontvangsten) voortvloeien vóór 1 oktober 2017, krijgt [gedaagde 3] daar
4.75% provisie over. Controle van de administratie om bovengenoemde omzet te
checken moet mogelijk zijn en wel indirect via [B] (accountant). Betaling vindt
plaats nadat de factuur door de betreffende klant is voldaan.
• Voor alle gemaakte kosten ontvangt [gedaagde 3] een lumpsum bedrag van €4.000,- Over
en weer verlenen [gedaagde 3] enerzijds en [eiseres 3] / [A] anderzijds elkaar finale
kwijting.
• De lumpsum van €4.000,-, is door [A] / [eiseres 3] , conform wens van [gedaagde 3] , ter
verdere afwikkeling in depot gesteld bij Notaris en advocatenkantoor
Kienhuis/Hoving.”
Daarop verklaarden partijen:
VERKOOP EN LEVERING.
(…)
KOOPPRIJS/KOSTEN.
1. De koopprijs voor de Aandelen bedraagt tweeduizend euro (€ 2.000,00).
2. Tevens zijn koper en verkoper overeengekomen dat koper aan verkoper een bedrag
groot vierduizend euro (€4.000,00) zal betalen als “all-in” vergoeding wegens het
uittreden van verkoper en voor door verkoper terzake de Vennootschap gemaakte
kosten. Eventuele belastingen worden geacht in dit bedrag begrepen te zijn.
3. Koper heeft de bedragen in dit artikel overgemaakt naar de kwaliteitsrekening van
de notaris voor wie deze akte wordt verleden, met de onherroepelijke instructie aan
de notaris dit bedrag zo spoedig mogelijk na het verlijden van deze akte ter betaling
van de koopprijs over te maken naar de daartoe door verkoper opgegeven
bankrekening.
(…)
2.18.
Op 1 oktober 2016 heeft [B] het volgende emailbericht aan [A] verzonden:
“Beste [A] ,
Jouw reactie op de door [gedaagde 3] aangeleverde lijst met leads, is bij [gedaagde 3] totaal in het verkeerde keelgat geschoten en ook de bijgevoegde brief inzake de subsidie roept bij hem heel veel vragen op. Een en ander heeft [gedaagde 3] doen besluiten zich juridisch te laten bijstaan. In dat kader stuur ik je onderstaand bericht.
• Anders door gesuggereerd wordt, is van een vaststellingsovereenkomst nog geen sprake;
(…)
A.s. maandag kan er dus geen akte gepasseerd worden.
In het vertrouwen dat er de wil bestaat om conform de eerder uitgesproken intenties deze kwestie
af te wikkelen, en in afwachting van uw voorstel,
met vriendelijke groet
[B] ”.
2.19.
[B] heeft op 17 oktober 2016 nog een opvolgende mail gestuurd aan [A] . Daarin schrijft hij onder meer:
“ Heren,
De point is dat [gedaagde 3] 49% aandeelhouder is en dag en nacht met Petje/OpTie/Novéflex bezig is geweest. Een arbeidsinvestering van € 76.842.- heeft hij meer dan ingebracht.
(…)
Het is reëel en niet meer dan billijk dat de reeds door [gedaagde 3] gedane investeringen (gekapitaliseerde arbeid) aan hem vergoed wordt, wanneer [gedaagde 3] zijn aandelen afstaat. (…)
(…)
2.20.
Bij brief van 25 oktober 2016 heeft de raadsman van [eiseres 1] [gedaagde 3] gesommeerd om mee te werken aan de uitvoering van de door hem gestelde gemaakte afspraken.
2.21.
[eiseres 1] heeft vervolgens op 16 november 2016 onderhavig kort geding ingeleid.
2.22.
Op 17 november 2016 heeft [gedaagde 3] [gedaagde 2] als bestuurder van Novéflex uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

3.De vordering

3.1.
[eiseres 1] vordert - zakelijk weergegeven - dat de voorzieningenrechter:
- [gedaagde 3] veroordeelt om mee te werken aan de overdracht van de aandelen
van [gedaagde 2] in het kapitaal van Novéflex aan [eiseres 2] conform de concept notariële leveringsakte, zoals overgelegd als productie 14 bij dagvaarding, met bepaling dat, indien [gedaagde 3] hier niet aan voldoet, een vertegenwoordiger aan te wijzen die de benodigde (rechts)handelingen zal verrichten, op verbeurte van een dwangsom in het geval [gedaagde 3] de veroordeling niet nakomt;
- [gedaagde 1] veroordeelt om haar rechten en plichten uit hoofde van de subsidie die bij beschikking van 31 augustus 2013 aan [gedaagde 1] is verleend, over te dragen aan [eiseres 1] en/of [eiseres 3] , met bepaling dat, indien [gedaagde 1] hier niet aan voldoet, een vertegenwoordiger aan te wijzen die de vereiste (rechts)handelingen zal verrichten, op verbeurte van een dwangsom in het geval
[gedaagde 1] de veroordeling niet nakomt;
- [gedaagde 3] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten.

4.De standpunten van partijen en de beoordeling

4.1.
Er is sprake van een spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen.
[eiseres 1] heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de huidige situatie waarin partijen zich ten opzichte van elkaar bevinden, de uitvoering van het project OpTie belemmert. Zoals [gedaagde 3] nog aandeelhouder is, heeft hij zeggenschap, hetgeen de voortgang van de uitvoering van het project OpTie kan remmen. [eiseres 1] is ontvankelijk in haar vorderingen. Van [eiseres 1] kan niet worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
4.2.
Kern van het geschil is of partijen al dan niet een overeenkomst met elkaar hebben gesloten en zo ja, wat die overeenkomst dan inhoudt.
4.3.
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (artikel 6:217 lid 1 BW).
Een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst, gericht tot één of meer bepaalde personen vormt een aanbod, indien het voldoende bepaald is en daaruit blijkt van de wil van de aanbieder om in geval van aanvaarding gebonden te zijn.
De aanvaarding is een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring. De aanvaarding moet inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen. Of hiervan sprake is hangt af van wat partijen hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.
4.4.
Volgens [eiseres 1] is een overeenkomst tot stand gekomen. Er is op
27 september 2016 definitieve overeenstemming bereikt over de wijze waarop partijen hun samenwerking willen beëindigen. Bij email van 26 september 2016 om 10.09 uur heeft [B] een aanbod gedaan, welk aanbod met aanpassing op een aantal ondergeschikte punten, is geaccepteerd door [eiseres 1] [gedaagde 3] kan daar niet meer op terugkomen, aldus [eiseres 1]
4.5.
[gedaagde 3] ontkent dat er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen. Er is geen overeenstemming over de essentialia van een overeenkomst tot aandelenoverdracht, zodat deze ook niet in rechte kan worden afgedwongen. Het kan niet zo zijn dat een partij eenzijdig bepaalt wat de inhoud van een overeenkomst is, aldus
[gedaagde 3] Het bedrag van € 6.000,00 betreft slechts een vergoeding voor gemaakte kosten en is niet tevens een koopsom voor de aandelen. De aandelen vertegenwoordigen een aanzienlijke potentiele waarde. [gedaagde 3] stelt voorts dat zij zich niet verzet tegen het door [eiseres 1] onder 2 gevorderde.
4.6.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is er, gelet op de (inhoud van de) over en weer gevoerde emailcorrespondentie op 27 september 2016, een overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen. De correspondentie die tussen partijen heeft plaatsgevonden - door [eiseres 1] overgelegd bij de dagvaarding en zoals hiervoor onder 2.8. tot en met 2.15. is weergegeven - dient in onderlinge samenhang te worden beschouwd. Uit de correspondentie blijkt van een door [B] namens [gedaagde 3] aan [eiseres 1] gedaan aanbod, waarvan de voorwaarden nauwkeurig zijn bepaald en welk aanbod [eiseres 1] , zij het met een enkele aanpassing over en weer, heeft geaccepteerd.
4.7.
Er bestaat overeenstemming tussen partijen over de essentialia van de overeenkomst. Er is immers een prijs van de aandelen genoemd, er is genoemd welke aandelen worden overgedragen, er is genoemd dat een lijst met leads wordt opgemaakt en wat de inhoud van die lijst zou moeten behelzen en er is genoemd dat de rechten en plichten uit de subsidieovereenkomst worden overgedragen. Er is door of namens [gedaagde 3] geen enkel voorbehoud gemaakt. Daarmee is een (perfecte) overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen.
4.8.
Partijen zijn vervolgens ook gestart met de uitvoering van die gemaakte afspraken. [gedaagde 3] heeft een lijst met leads opgesteld, [eiseres 1] heeft een bedrag van
€ 6.000,00 gestort in depot bij de notaris, er is een conceptakte aandelenoverdracht opgesteld door notaris Van Rozen en verzonden aan partijen en [gedaagde 3] heeft [gedaagde 2] , als bestuurder van Novéflex, uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
4.9.
[gedaagde 3] heeft geenszins aannemelijk gemaakt dat er nog verdere afspraken moesten worden gemaakt over de prijs van de aandelen (wegens de al dan niet door [gedaagde 3] gedane arbeidsinvestering van € 76.842.-) en dat het bedrag van € 6.000,00 enkel ziet op een vergoeding van de gemaakte kosten. Integendeel, uit de overgelegde correspondentie tussen partijen volgt dat beide partijen hebben beoogd definitieve (beëindigings)afspraken te maken over (onder meer) de prijs van de aandelen én die ook hebben gemaakt (“
over en weer finale kwijting”, “waarmee de zaak ook definitief is afgedaan.”en
“Nogmaals, alles over en weer tegen FINAKE(FINALE, rechtbank)
KWIJTING niets meer van elkaar te vorderen hebben”(zie hiervoor onder 2.5. tot en met 2.18.).
4.10.
Het emailbericht van [gedaagde 3] van 1 oktober 2016 (zie onder 2.18.), kan, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, dan ook niet anders worden aangemerkt dan als een verzet tegen de uitvoering van de (reeds) gemaakte afspraken.
4.11.
Er is een overeenkomst tot stand gekomen, waarvan [eiseres 1] nakoming kan verlangen. De vorderingen worden toegewezen op de wijze zoals hierna omschreven. [gedaagde 3] zal worden veroordeeld om mee te werken aan de aandelenoverdracht conform de (oorspronkelijke) concept notariële leveringsakte van 29 september 2016 (productie 16 van de zijde van [eiseres 1] ) en niet, zoals gevorderd, conform de nadien op (enkel) aanwijzen van [eiseres 1] opgestelde notariële conceptakte (productie 14 bij dagvaarding).
4.12.
De gevorderde (gemaximeerde) dwangsom zal eveneens worden toegewezen.
4.13.
[gedaagde 3] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres 1] worden begroot op:
- dagvaarding € 90,99
- griffierecht 619,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.525,99.
4.14.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 2] en [gedaagde 3] om binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis mee te werken aan de overdracht van alle aandelen van
[gedaagde 2] in het kapitaal van NovéFlex B.V. aan [eiseres 2] dan wel een door
[eiseres 2] nader te noemen meester conform de concept notariële leveringsakte die als
productie 16 door [eiseres 1] is overgelegd, met bepaling dat in het geval [gedaagde 2] en [gedaagde 3] niet binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis en de hiervoor vermelde medewerking aan de overdracht van de aandelen van [gedaagde 2] in het kapitaal van NovéFlex B.V. hebben verleend, één van de medewerkers van de coöperatie Damsté advocaten notarissen U.A. als vertegenwoordiger van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] als bedoeld in artikel 3:300 BW alle vereiste rechtshandeling(en) benodigd voor de hiervoor beschreven overdracht van de aandelen zal (mogen) verrichten;
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] om haar rechten en plichten uit hoofde van de
subsidie die bij beschikking van 31 augustus 2016 aan [gedaagde 1] is verleend over te dragen aan [eiseres 1] en/of [eiseres 3] , dan wel aan een door [eiseres 1] en [eiseres 3] nader te noemen meester, althans veroordeelt [gedaagde 3] tot medewerking aan en tot het verrichten van alle voor voormelde overdracht benodigde (rechts-)handelingen, alles binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis, verder met bepaling dat in het geval [gedaagde 1] niet binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis heeft voldaan aan haar verplichtingen, één van de medewerkers van [eiseres 1] als vertegenwoordiger van [gedaagde 1] als bedoeld in artikel 3:300 BW alle vereiste rechtshandeling(en) benodigd voor de hiervoor beschreven overdracht van rechten en plichten zal (mogen) verrichten;
5.3.
bepaalt dat in het geval [gedaagde 2] en/of [gedaagde 1] . en/of [gedaagde 3] niet en/of niet tijdig en/of niet volledig de veroordelingen onder 5.2. en 5.3. nakomen, [gedaagde 3] hoofdelijk aan [eiseres 1] een dwangsom verbeurt van € 25.000,- per overtreding en van € 10.000 per dag en/of dagdeel dat de overtreding voortduurt en bepaalt dat het bedrag dat [eiseres 1] van ieder van [gedaagde 3] zal mogen incasseren is gemaximeerd op
€ 100.000,-;
5.4.
veroordeelt [gedaagde 3] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres 1] tot op heden begroot op € 1.525,99,
5.5.
veroordeelt [gedaagde 3] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde 3] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2016. [1]

Voetnoten

1.type: