Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [A]
- de pleitnota van [B]
- de eis in reconventie.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben partijen [A] en [B] een affectieve relatie gehad en zijn zij sinds 2 oktober 2006 gezamenlijk eigenaar van een woning. De woning is gefinancierd met een aflossingsvrije hypothecaire lening en een levensverzekering. Na het beëindigen van hun samenwoning op 29 mei 2009 heeft [A] de woning bewoond en de bijbehorende kosten gedragen. In het kader van de verdeling van de woning hebben partijen verschillende concept-akten opgesteld, maar er is onenigheid over de voorwaarden van de verdeling en de hoogte van de overbedeling die [B] aan [A] zou moeten betalen.
[A] heeft in kort geding gevorderd dat de voorzieningenrechter de woning en de levensverzekering aan hem toedeelt, en dat [B] wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 30.208,10. [B] heeft verweer gevoerd en in reconventie gevorderd dat [A] zijn medewerking verleent aan de ondertekening van de akte van verdeling. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen overeenstemming is tussen partijen over de voorwaarden van de verdeling en dat de vorderingen van beide partijen niet kunnen worden toegewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de geschillen voortkomen uit een verschil in interpretatie van de afspraken en dat er onvoldoende duidelijkheid is over de voorwaarden waaronder de woning zou moeten worden overgedragen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van [A] en [B] afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 20 december 2016.