Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
voorhanden hebbenvan facturen is tenlastegelegd, nu dit materieel gezien identiek is aan het eveneens ten laste gelegde
gebruikenvan valse stukken door ze in de administratie op te nemen. Daardoor is sprake van dubbele vervolging, aldus de raadsman.
4.De beoordeling
factuurnummer 2010104 [11] overweegt de rechtbank als volgt. Dit betreft een factuur ten name van [verdachte A] , gericht aan [bedrijf 1] Deze bedraagt € 990,- en heeft blijkens haar inhoud betrekking op werkzaamheden die zouden zijn verricht in week 43 (van 2010) voor project [naam 1] . Uit het proces-verbaal van bevindingen [12] dat op deze factuur betrekking heeft, blijkt dat de firma [bedrijf 4] de constructeur van dit project was. Door verbalisant [verbalisant] is contact gezocht met dit bedrijf. Daaruit is gebleken dat in 2010 enkel de firma [bedrijf 3] werkzaamheden op deze bouwlocatie heeft verricht. Vervolgens is contact opgenomen met de projectleider van de firma [bedrijf 3] , [naam 4] Deze heeft kopieën verstrekt van facturen van [bedrijf 1] aan [bedrijf 3] , waaruit blijkt dat [bedrijf 1] in verschillende weken in 2010 voor [bedrijf 3] heeft gewerkt, maar
nietin week 43. Reeds gelet daarop kunnen de op de factuur met nr. 2010104 vermelde werkzaamheden niet door verdachte zijn verricht. De rechtbank stelt dan ook vast dat deze factuur vals is. Ten overvloede zij nog vermeld dat in de weken waarin [bedrijf 1] wél voor de firma [bedrijf 3] heeft gewerkt, de naam van verdachte niet op de mandagenlijsten is vermeld.
factuurnummer 2011168 [13] overweegt de rechtbank als volgt. Ook dit betreft een factuur ten name van [verdachte A] , gericht aan [bedrijf 1] Deze bedraagt € 1586,50 en heeft blijkens haar inhoud betrekking op werkzaamheden die zouden zijn verricht in week 37 van 2011 bij de [naam 5] . Deze werkzaamheden zouden blijkens de factuur bestaan hebben uit het verlijmen van L150 83,5 m2. Uit het proces-verbaal van bevindingen [14] dat op deze factuur betrekking heeft, blijkt dat [naam 6] de hoofdaannemer van het project was. Verbalisant [verbalisant] heeft contact opgenomen met de projectleider, [naam 7] . Uit de verkregen informatie blijkt dat [verdachte A] noch [bedrijf 1] bij [naam 6] bekend waren. Wel heeft metselbedrijf [bedrijf 5] in week 37 van 2011 gewerkt op voornoemd project. Vervolgens heeft verbalisant [verbalisant] contact opgenomen met de heer [naam 8] , werkzaam bij [bedrijf 6] , van welk bedrijf [bedrijf 7] tot aan de datum van faillissement deel uitmaakte. Uit de verkregen informatie blijkt dat [bedrijf 1] in week 37 werkzaamheden heeft verricht voor [bedrijf 7] , maar dat de naam van verdachte
nietop de werknemerslijst voorkomt. De factuur die [bedrijf 1] aan [bedrijf 7] heeft gestuurd is in het dossier opgenomen en bedraagt € 1756,70. [15] Verdachte heeft daarvan volgens de factuur met nr. 2011168 voor € 1586,70 gewerkt. Dat zou betekenen dat er slechts voor € 170,- aan overige werkzaamheden c.q. gemaakte kosten is gefactureerd door [bedrijf 1] Op de mandagenlijst (van zowel [bedrijf 7] als [bedrijf 1] ) betreffende deze week zijn twee werknemers vermeld, die gezamenlijk voor 60 uren hebben gewerkt. [16] Naar het oordeel van de rechtbank is het niet mogelijk dat deze 60 uren zijn gewerkt voor in totaal € 170,-. Daar komt nog bij dat [bedrijf 1] in totaal voor 74m2 Lijmwerk L 150 factureert aan [bedrijf 7] , terwijl verdachte voor diezelfde week een groter oppervlak (van 83,5 m2) declareert bij [bedrijf 1] Gelet op deze omstandigheden stelt de rechtbank vast dat ook hier de op de factuur vermelde werkzaamheden niet kunnen zijn verricht en dat deze factuur daarom vals is.
valselijk zijn opgemaakt, zodat verdachte in zoverre van het tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
voorhanden heeft gehaden daarvan
gebruik heeft gemaaktdoor deze op te nemen in de eigen administratie en door deze te verstrekken aan [bedrijf 2] voor het doen opmaken van - onder meer - de jaarrekening/jaarrapportage over de jaren 2010, 2011 en 2012. [58] Nu verdachte geen werkzaamheden voor de betreffende bouwprojecten heeft verricht wist hij uiteraard dat het valse facturen betroffen.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
gebruik makenen
voorhanden hebbentelkens het bestanddeel
"opzettelijk"ontbreekt. Hetgeen de rechtbank onder 3 van het tenlastegelegde bewezen heeft verklaard levert derhalve niet enig strafbaar feit op. Dit brengt mee dat dit bewezenverklaarde feit niet kan worden gekwalificeerd. Verdachte dient ter zake van dit feit dan ook te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het onder 3 en 4, eerste tot en met vierde gedachtestreepje, bewezenverklaarde geen strafbare feiten oplevert en ontslaat verdachte voor die feiten van alle rechtsvervolging;
- verklaart het onder 1, 2 en 4, vijfde tot en met zevende gedachtestreepje, bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 4, vijfde tot en met zevende gedachtestreepje, bewezenverklaarde;
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;