ECLI:NL:RBOVE:2016:5300

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 december 2016
Publicatiedatum
10 februari 2017
Zaaknummer
194301 FT RK 16-1482 en 194302 FT RK 16-1483
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en niet-ontvankelijk verklaring

Op 23 november 2016 hebben [verzoekers] een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Overijssel om de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken. Dit verzoekschrift werd vergezeld door bijlagen, waaronder een hulpverleningsplan van het Budget Adviesbureau Deventer (BAD). In dit plan werd aangegeven dat er geen minnelijk traject was beproefd, omdat [verzoekers] het BAD hadden verzocht om een rechtstreeks verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in te dienen bij de rechtbank.

De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat aan het verzoekschrift de in artikel 285 lid 1 sub f van de Faillissementswet vereiste met redenen omklede verklaring ontbrak. Deze verklaring dient aan te geven dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van [verzoekers] dat zij een rechtstreeks verzoek wilden indienen, niet voldeed aan de eisen van de wet.

Daarom heeft de rechtbank geconcludeerd dat [verzoekers] niet-ontvankelijk moesten worden verklaard in hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.M. Verhoeven en vond plaats op 5 december 2016, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Zwolle
rekestnummer: 194301 FT RK 16-1482 en 194302 FT RK 16-1483
uitspraakdatum: 5 december 2016
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken op het verzoek van:

[verzoeker] ,

geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ,
en
[verzoekster] ,
geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats 2] ,
beiden wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verder [verzoekers] te noemen.

Het procesverloop

[verzoekers] hebben een verzoekschrift ingediend om de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken.

De beoordeling

De feiten
Ter griffie is op 23 november 2016 een verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling met bijlagen van [verzoekers] ontvangen. In het hulpverleningsplan van het Budget Adviesbureau Deventer (BAD) en in een als verklaring ex artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet aangemerkt stuk, is vermeld dat geen minnelijk traject is beproefd, omdat [verzoekers] het BAD hebben verzocht een rechtstreeks verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling bij de rechtbank in te dienen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank concludeert dat aan het verzoekschrift met bijlagen de in artikel 285 lid 1 sub f Faillissementswet genoemde met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, ontbreekt, nu de verklaring dat [verzoekers] wensen dat er een rechtstreeks verzoek tot toepassing wordt ingediend, naar het oordeel van de rechtbank niet als een zodanige verklaring kan worden aangemerkt.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat [verzoekers] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.

De beslissing

De rechtbank:
- verklaart [verzoekers] niet-ontvankelijk in hun verzoek;
Gewezen door mr. M.M. Verhoeven, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 december 2016, in tegenwoordigheid van de griffier [1] .