ECLI:NL:RBOVE:2016:5300
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en niet-ontvankelijk verklaring
Op 23 november 2016 hebben [verzoekers] een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Overijssel om de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken. Dit verzoekschrift werd vergezeld door bijlagen, waaronder een hulpverleningsplan van het Budget Adviesbureau Deventer (BAD). In dit plan werd aangegeven dat er geen minnelijk traject was beproefd, omdat [verzoekers] het BAD hadden verzocht om een rechtstreeks verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in te dienen bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat aan het verzoekschrift de in artikel 285 lid 1 sub f van de Faillissementswet vereiste met redenen omklede verklaring ontbrak. Deze verklaring dient aan te geven dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van [verzoekers] dat zij een rechtstreeks verzoek wilden indienen, niet voldeed aan de eisen van de wet.
Daarom heeft de rechtbank geconcludeerd dat [verzoekers] niet-ontvankelijk moesten worden verklaard in hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.M. Verhoeven en vond plaats op 5 december 2016, in aanwezigheid van de griffier.