ECLI:NL:RBOVE:2016:5533

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juli 2016
Publicatiedatum
14 mei 2019
Zaaknummer
C/08/181098 / HA ZA 16-4
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake proceskosten en griffierechten in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 juli 2016 een aanvullend vonnis gewezen in een civiele procedure tussen Hoist Portfolio Holding Ltd. en gedaagden. Eerder, op 22 juni 2016, was er al een vonnis gewezen, maar gedaagde 1 heeft op 5 juli 2016 verzocht om aanvulling van dat vonnis. Dit verzoek was gericht op het opnemen van de door gedaagde 1 betaalde griffierechten in de proceskosten. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten te verduidelijken. Hoist, vertegenwoordigd door mr. G.E.J. Kornet, heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek, stellende dat er geen sprake was van een kennelijke fout.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. De griffierechten, die door gedaagde 1 zijn betaald, maken onderdeel uit van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het niet vermelden van deze griffierechten in het eerdere vonnis een vergissing was. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van gedaagde 1 toegewezen en de proceskosten aangepast.

In de beslissing heeft de rechtbank bepaald dat de kosten aan de zijde van gedaagde 1 worden verhoogd met het betaalde griffierecht van € 78,-, en dat het totaalbedrag van de proceskosten wordt aangepast van € 1.788,- naar € 1.866,-. Deze aanpassing is op de minuut van het eerdere vonnis vermeld, en partijen zijn gelast om de ontvangen documenten aan de griffie te retourneren. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.N. Kok.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/181098 / HA ZA 16-4
Aanvullend vonnis van 13 juli 2016
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
HOIST PORTFOLIO HOLDING LTD.,
gevestigd te St. Helier, Jersey (Kanaaleilanden),
eiseres,
advocaat mr. G.E.J. Kornet te Zwolle,
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. U. Ugur te Hengelo Ov,
2.
[gedaagde 2],
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen Nederland of daarbuiten,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna Hoist, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] genoemd worden.

1.Het verzoek tot aanvulling

1.1.
Eerder is in deze zaak tussen partijen vonnis gewezen op 22 juni 2016.
1.2.
Bij fax van 5 juli 2016 heeft mr. Ugur namens [gedaagde 1] de rechtbank verzocht om aanvulling van het op 22 juni 2016 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de rechtbank alsnog Hoist veroordeeld in de door [gedaagde 1] betaalde griffierechten.
1.3.
De rechtbank heeft Hoist in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Bij mail van 6 juli 2016 heeft mr. Kornet namens Hoist aan de rechtbank bericht tegen inwilliging van dat verzoek bezwaar te hebben, omdat van een kennelijke fout, verschrijving of rekenfout als bedoeld in artikel 31 RV niet is gebleken. In rechtsoverweging 4.13. is bewust vermeld welke kosten aan [gedaagde 1] worden toegewezen en hierbij zijn de griffierechten niet vermeld, aldus Hoist.

2.De beoordeling

2.1.
Ingevolge het bepaalde in artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve een in zijn vonnis gemaakte kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, verbeteren.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 22 juni 2016 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent.
In rechtsoverweging 4.13. is overwogen dat Hoist als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten wordt veroordeeld. Evident is dat de door [gedaagde 1] betaalde griffierechten onderdeel uitmaken van deze proceskosten, zodat voor partijen en derden duidelijk is dat het niet vermelden hiervan in de begroting en het dictum berust op een vergissing. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat aan nr. 4.13. van het op 22 juni 2016 tussen Hoist en [gedaagde 1] gewezen vonnis na de zinsnede “De kosten aan de zijde van [gedaagde 1] worden begroot op salaris advocaat € 1.788,-- (2 punt x tarief € 894,00)” dient te worden toegevoegd
“en betaald griffierecht ad € 78,--.”
3.2.
bepaalt dat nr. 5.2. van het op 22 juni 2016 tussen Hoist en [gedaagde 1] gewezen vonnis, waar staat “tot op heden begroot op € 1.788,-- ” wordt gewijzigd in
“tot op heden begroot op € 1.866,-- ”,
3.3.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 13 juli 2016 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 22 juni 2016,
3.4.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 22 juni 2016 na ontvangst van deze aanvullende beslissing aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.N. Kok en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2016.