ECLI:NL:RBOVE:2016:574

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 februari 2016
Publicatiedatum
19 februari 2016
Zaaknummer
08/760206-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in poging tot doodslag na onvoldoende bewijs

Op 19 februari 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot doodslag. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 08/760206-15, betreft een incident dat plaatsvond op 17 september 2015 in Enschede. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen of alleen te hebben geprobeerd een ander te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De tenlastelegging omvatte onder andere het slaan van het slachtoffer met een haltergewicht en het toebrengen van een gebroken onderkaak.

Tijdens de openbare terechtzitting op 5 februari 2016 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend was bewezen wat de verdachte was tenlastegelegd.

De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. G.J. Stoové en de rechters mr. C.C.S. Koppes en mr. L.T. Vogel, in aanwezigheid van P.G.M. Klaassen. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 februari 2016.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760206-15
Datum vonnis: 19 februari 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1990 in [geboorteplaats] (BRD),
wonende in [woonplaats] , [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 februari 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk en van hetgeen door de verdachte en haar raadsman mr. R. Oude Breuil, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met een ander of alleen heeft geprobeerd een ander te doden, dan wel zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht, dan wel heeft geprobeerd een ander zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat
zij op of omstreeks 17 september 2015 te Enschede, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] meermalen althans eenmaal met kracht tegen het hoofd/gezicht heeft geslagen/gestompt en/of met een haltergewicht (van 2 kg), althans een zwaar/hard voorwerp tegen/op het hoofd/gezicht heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 17 september 2015 te Enschede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken onderkaak, heeft toegebracht, door die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met kracht tegen het hoofd/gezicht te slaan/stompen en/of met een haltergewicht
(van 2 kg), althans een zwaar/hard voorwerp, tegen/op het hoofd/gezicht te slaan;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 17 september 2015 te Enschede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer] meermalen althans eenmaal, met kracht tegen het hoofd/gezicht heeft geslagen/gestompt en/of met een haltergewicht (van 2 kg), althans een zwaar/hard voorwerp tegen/op het hoofd/gezicht heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen verdachte is tenlastegelegd, zodat zij daarvan dient te worden vrijgesproken.

5.De conclusie

De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat de rechtbank haar daarvan zal vrijspreken.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. C.C.S. Koppes en mr.
L.T. Vogel, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen en is in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2016.