Op 7 maart 2016 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de gemeente Deventer en twee gedaagden, [gedaagde A] en [gedaagde B]. De gemeente vorderde de ontruiming van een woning, nadat er een hennepkwekerij was aangetroffen. De procedure begon met een dagvaarding en mondelinge behandeling op 29 februari 2016. De gemeente stelde dat de gedaagden zonder recht of titel in de woning verbleven, aangezien er geen overeenkomst met hen was gesloten. De gedaagden voerden verweer en stelden dat er geen spoedeisend belang was voor ontruiming, omdat de hennepkwekerij inmiddels was ontmanteld.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente wel degelijk een spoedeisend belang had bij de ontruiming, gezien de ernstige aantasting van het eigendomsrecht door de aanwezigheid van de hennepkwekerij. De rechter overwoog dat het risico van brand en overlast voldoende ernstig was om de ontruiming te rechtvaardigen. De gedaagden hadden ook niet voldaan aan eerdere afspraken over de ontruiming van de woning. Uiteindelijk werd de vordering van de gemeente toegewezen, en werden de gedaagden veroordeeld om de woning binnen 48 uur na betekening van het vonnis te ontruimen, met de mogelijkheid voor de gemeente om dit zelf te doen op kosten van de gedaagden. Tevens werden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten.